Les 8: voedselbederf

Les 8: voedselbederf
1 / 33
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Les 8: voedselbederf

Slide 1 - Slide

Inhoud
- Leerdoelen
- Herhalingsopgaven
- Uitleg
- Opgave voedselbederf
- Filmpje

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt manieren beschrijven om voedselbederf tegen te gaan.

Slide 3 - Slide

Op de afbeelding zie je 2 tekeningen van de dezelfde kies. Hoe heet deze kies en van welke soort eters is deze kies.

Slide 4 - Open question

Noteer de namen van de onderdelen van de kies waar de tandarts een gaatje in heeft geboord.

Slide 5 - Open question

Waarom is het darmkanaal van een herbivoor langer dan het darmkanaal van een carnivoor?

Slide 6 - Open question

Waarin verschillen tandformules van carnivoren en herbivoren met die van de mens?
A
Een carnivoor heeft meer snijtanden dan de mens
B
Er is geen verschil
C
Iedere tandformule is hetzelfde
D
Een herbivoor heeft meer kiezen dan de mens

Slide 7 - Quiz

Hierboven zie je een tandformule.
De bovenste rij cijfers is anders
dan de onderste rij.

Waardoor komt dit?
A
Dit komt doordat er bij de onderste rij 2 extra kiezen aanwezig zijn.
B
Dit komt doordat er bij de bovenste rij 1 extra kies aanwezig is.
C
Dit komt doordat er bij de onderste rij 1 extra kies aanwezig is.
D
Dit komt doordat er bij de bovenste rij 2 extra kiezen aanwezig zijn.

Slide 8 - Quiz

Wat is de tandformule van dit gebit?
A
2.0.5/2.1.5 2.1.4/2.0.4
B
2.1.4/2.0.5 2.0.4/2.1.5
C
5.0.2/5.1.2 4.1.2/4.0.2
D
5.1.2/5.0.2 4.0.2/4.1.2

Slide 9 - Quiz

Voedselbederf
In de natuur ruimen bacteriën en schimmels de dode resten van organismen op. Jouw voedsel bestaat ook uit (dode) resten van organismen, bijvoorbeeld vlees, groenten en fruit. Daar zijn bacteriën en schimmels dol op.

Slide 10 - Slide

Voedselvergiftiging
Bacteriën en schimmels kunnen goed leven op groenten, vlees, fruit en ander voedsel. Daardoor kan het voedsel bederven. Bedorven voedsel kun je niet meer eten. Je wordt er ziek van. Je hebt dan een voedselvergiftiging. Dit is een afweerreactie die ontstaat door het eten van voedsel dat is besmet met giftige stoffen. Deze giftige stoffen worden geproduceerd door bacteriën of schimmels. Meestal kun je zien of ruiken dat voedsel niet meer goed is (zie afbeelding), maar niet altijd.
Salmonella is een bacterie. Salmonellabacteriën kunnen voorkomen in rauwe dierlijke producten, zoals vlees, vis en eieren, en op rauwe groente en fruit. De bacteriën kunnen zich zeer snel vermenigvuldigen, vooral bij temperaturen tussen 20 en 30 °C. Het is gevaarlijk om voedsel te eten dat is besmet met salmonellabacteriën. Een besmetting met salmonella geeft klachten als diarree, buikpijn en koorts. De bacteriën tasten de dunne darm aan en veroorzaken daar een ontsteking. De verschijnselen ontstaan meestal binnen 12 tot 36 uur en duren twee tot drie dagen.

Slide 11 - Slide

Voedsel conserveren
Voedsel kan worden behandeld, zodat het minder snel bederft. Door de behandeling gaan veel bacteriën en schimmels dood. De meeste bacteriën en schimmels kunnen niet leven bij lage of bij hoge temperaturen. Manieren om voedselbederf tegen te gaan, zijn:
• invriezen
• pasteuriseren
• steriliseren
• vacuüm verpakken
• drogen
• conserveermiddelen toevoegen

Slide 12 - Slide

Invriezen
Door de temperatuur van voedsel snel te verlagen naar −20 °C of lager, kun je voedsel in een diepvriezer enkele weken tot maanden goed bewaren. Deze temperatuur is voor bacteriën en schimmels te laag om zich te kunnen voortplanten. Zodra je het voedsel ontdooit, gaan bacteriën en schimmels zich weer snel vermenigvuldigen. Ontdooid voedsel uit een diepvriezer moet je dan ook snel bereiden. Je mag het niet opnieuw invriezen.

Slide 13 - Slide

Pasteuriseren
Door melk korte tijd tot 72 °C te verhitten, gaan veel bacteriën en schimmels dood. Dit heet pasteuriseren. De melk wordt langer houdbaar, maar niet alle bacteriën en schimmels zijn dood. Daarom bewaar je gepasteuriseerde melk in de koelkast. Dit vertraagt de groei van bacteriën en schimmels.

Slide 14 - Slide

Steriliseren
Door steriliseren gaan alle bacteriën en schimmels dood. Dat komt doordat de temperatuur bij steriliseren hoger is dan bij pasteuriseren. Melk bijvoorbeeld wordt verhit tot 130–140 °C. Daarna wordt de melk verpakt en naverhit. Deze stappen moeten elkaar snel opvolgen, want als de melk langzaam afkoelt, kunnen er nieuwe bacteriën en schimmels in terechtkomen.
Allerlei voedsel, bijvoorbeeld groente, wordt gesteriliseerd en daarna ingeblikt (luchtdicht verpakt).

Slide 15 - Slide

Vacuüm verpakken
Voedsel kan ook vacuüm worden verpakt. Hierbij wordt alle lucht uit de verpakking weggezogen. Bacteriën en schimmels kunnen zich niet voortplanten door de afwezigheid van zuurstof. Een voorbeeld is koffie, die eerst wordt gebrand en daarna vacuümverpakt.

Slide 16 - Slide

Drogen
Door al het water aan een voedingsmiddel te onttrekken, kunnen bacteriën en schimmels zich niet voortplanten. Voorbeelden van gedroogde producten zijn melkpoeder, rozijnen en soep in droge vorm.

Slide 17 - Slide

Conserveermiddelen
Door conserveermiddelen toe te voegen, worden de leefomstandigheden voor bacteriën en schimmels ongunstig. Voorbeelden van conserveermiddelen zijn suiker, zout, zuur (bijvoorbeeld azijn), stikstof of sulfiet. Bijvoorbeeld:
• suiker in jam
• sulfiet in gedroogd fruit
• zout in olijven

Slide 18 - Slide

Kleur-, geur- en smaakstoffen
Vaak worden kleurstoffen toegevoegd om een voedingsmiddel er mooier uit te laten zien. Soms worden ook geurstoffen en smaakstoffen toegevoegd. Kleur-, geur- en smaakstoffen helpen niet tegen voedselbederf.
Kleur-, geur- en smaakstoffen kunnen natuurlijk zijn, bijvoorbeeld de kleurstof uit spinazie (zie afbeelding links). Die stof wordt gebruikt om voedsel groen te kleuren. Kleur-, geur- en smaakstoffen kunnen ook kunstmatig zijn. Kunstmatige stoffen worden in een fabriek gemaakt. Ze komen in de natuur niet voor. Snoep bevat vaak kunstmatige kleur-, geur- en smaakstoffen. Als er alleen natuurlijke kleur-, geur- en smaakstoffen zijn gebruikt, staat dat meestal op de verpakking (zie afbeelding rechts).

Slide 19 - Slide

Wat is een voedselvergiftiging?

Slide 20 - Open question

Salmonellabacteriën vermenigvuldigen zich het snelst bij...
A
15 graden
B
25 graden
C
30 graden
D
35 graden

Slide 21 - Quiz

Hoe noem je het behandelen van voedsel zodat het niet bederft?

Slide 22 - Open question

 Lang verhitten op 100 graden 
Kort verhitten op 72 graden Celcius
Gebruik maken van zout,  azijn of suiker.
Lucht dicht, zonder zuurtof, verpakken
Bewaren onder -12 graden C
Zo veel mogelijk water er uit halen
Steriliseren 
Invriezen
Drogen
Vacuüm verpakken
Conserveren
Pasteuriseren

Slide 23 - Drag question

In de afbeelding zie je vier manieren van conserveren.
Welke foto hoort bij de beschrijving?
Bij −20 °C kunnen micro-organismen zich niet voortplanten.
Zonder zuurstof kunnen micro-organismen zich niet voortplanten.
Door het voedingsmiddel tot 72 °C te verhitten, gaan veel micro-organismen dood.
Zonder vocht kunnen micro-organismen niet groeien of zich voortplanten.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4

Slide 24 - Drag question

Sleep de juiste manier van conserveren achter elke foto.
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Foto 4
pasteuriseren
drogen
invriezen
vacuüm verpakken

Slide 25 - Drag question

Stokvis is kabeljauw die ongeveer drie maanden wordt opgehangen (zie afbeelding ). De vis hangt meestal op open vlakten of aan de kust.

Welke manier van conserveren wordt gebruikt bij stokvis?

Slide 26 - Open question

Stokvis wordt in de winter gemaakt in het noorden van Noorwegen.

Leg uit waarom dit juist daar en dan gebeurt.

Slide 27 - Open question

Wat is de reden dat de vis wordt opgehangen op open vlakten of aan de kust?

Slide 28 - Open question

In de afbeelding zie je schimmelkaas. Schimmelkazen zijn voedingsmiddelen die zijn aangetast door schimmels en/of bacteriën.

Leg uit dat schimmelkaas lijkt op bedorven voedsel.

Slide 29 - Open question

Is schimmelkaas ook bedorven voedsel? Leg je antwoord uit.

Slide 30 - Open question

In de afbeelding zie je een fabriek waar kaas wordt gemaakt met behulp van speciale bacteriën en schimmels.

Waarom dragen de medewerkers handschoenen, een plastic muts en een mondkapje?

Slide 31 - Open question

In de afbeelding zie je Goudse kaas die ligt te rijpen.

Welke manier van conserveren is zichtbaar op de foto? Leg je antwoord uit.

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Video