klas tv2a 11 01 2021 Leesvh H4

T V 2 A
Welkom
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T V 2 A
Welkom

Slide 1 - Slide

Programma vandaag


  • Resultaten leestekst H.3 over procrastinatie en quiz van Lessonup
  • Uitleg theorie leesvaardigheid: feiten en meningen







Slide 2 - Slide

Leerdoel
Op het eind van deze les ken je het verschil tussen een feit en een mening.

Slide 3 - Slide

https://www.google.com/url?sa=i&url=https%3A%2F%2Fwww.bibliotheek.nl%2Fcatalogus%2Ftitel.269513825.html%2Fde-dief-met-duizend-gezichten%2F&psig=AOvVaw2YV49_rVUlA1yIGWXgLKSt&ust=1609595935993000&source=images&cd=vfe&ved=0CAIQjRxqFwoTCJDq2qHy-u0CFQAAAAAdAAAAABAE
Wat is er met Ellis gebeurd? 

Hoe voelt Jasmijn zich met haar vriendinnen?

Slide 4 - Slide

Huiswerk
1) Je leest t/m hoofdstuk 3 van het boek Zes seconden 

2) Je maakt de opdracht "oefen lezen H3" 

3) Je maakt nog extra oefenmateriaal van Hst 1 en 2 als je dat nodig hebt.  

Slide 5 - Slide

Resultaten
  1. Leestekst: 16 punten te halen. Waar zaten je fouten?
  2. Quiz Lessonup: helft van de leerlingen 50% of meer fout 

Slide 6 - Slide

Leesvaardigheid: 

Feiten, meningen en argumenten

Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen een feit en een mening?

Slide 8 - Open question

Wat is het verschil tussen feit, mening en argument?

  • Feit kun je controleren op een  website of in een boek (let op betrouwbaarheid!)
  • Mening is iets wat iemand vindt
  • Wat is een argument? 
  • Bij een mening komt vaak de reden waarom iemand iets vindt => dat is het argument

Slide 9 - Slide

Schrijf een minitekstje van minimaal 4 zinnen met je mening (M) en een feit (F) . Bijv. over sport, vakantie, covid19,...

Slide 10 - Open question

Verzin een feit, een mening en een argument dat daarbij hoort

  • Ik vind wandelvakanties maar saai.
  • Bij wandelvakanties ben je actief bezig.
  • Mij lijkt snowboarden geweldig, omdat je dan enorm snel de afdaling maakt.
timer
2:00

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden
  • Mening / standpunt: 'ik vind', 'volgens mij', 'lijkt mij', 'mijns inziens', 'naar mijn mening'
  • Argument: 'omdat', 'namelijk', 'want', 'immers' =>redengevende signaalwoorden
  • Let op: soms wordt een mening als een feit verpakt! 
  • "Het is natuurlijk duidelijk dat er in Nederland veel te veel jongeren met een mes rondlopen." 

Slide 12 - Slide

In de break-outrooms maken jullie samen opdr. 1 en 2, pag. 103

  1. Zorg dat je zelf de antwoorden noteert
  2. We bespreken de opdracht nadien
  3. Jullie krijgen hier 8 minuten voor

Slide 13 - Slide

Verder werken
  1.  Je leest verder in Zes seconden t/m Hst 5.

  2. Je maakt opdracht 5 van Hst 4 Leesvaardigheid in Nieuw Ned. Online
  3. Je leest de theorie van Hst 5 Leesvaardigheid in Nieuw Ned. Online en maakt opdr. 1.

Slide 14 - Slide

Wat heb je vandaag opgestoken?

Slide 15 - Open question