Lezen blok 3 en 4 pwweek

Hoofd- en bijzaken
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Hoofd- en bijzaken

Slide 1 - Slide

Hoofd - en bijzaken
hoofdzaken
bijzaken
- belangrijk
- inleiding en slot
- kernzin (1e zin alinea)
- belangrijk voor maken samenvatting
- minder belangrijk
- voorbeelden, getallen

Slide 2 - Slide

Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?
De teek
De Latijnse naam voor de bacterie is Borrelia burgdorferi
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 3 - Quiz

Is de zin in hoofdletters een hoofd- of bijzaak?

DE BOSWACHTER REPAREERT DINGEN IN HET BOS, bijvoorbeeld hekken en bankjes
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 4 - Quiz

Is de zin in hoofdletters een hoofd- of bijzaak?

De boswachter repareert dingen in het bos, BIJVOORBEELD HEKKEN EN BANKEN
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 5 - Quiz

Hoofd- en bijzaken:
Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste zaken uit de tekst
B
Extra uitleg
C
De eerste zin van elke alinea
D
De minst belangrijke zaken uit de tekst

Slide 6 - Quiz

Zijn hoofd- of bijzaken belangrijker in een tekst?
A
Hoofdzaken belangrijker dan bijzaken
B
Bijzaken belangrijker dan hoofdzaken

Slide 7 - Quiz

Feiten, meningen en argumenten

Slide 8 - Slide

FEIT OF MENING?

Slide 9 - Slide

Feit of mening?

Slide 10 - Slide

Feit OF mening

Slide 11 - Slide

FEITEN OF MENINGEN?

Slide 12 - Slide

Feit of mening?
Roken moet verboden worden.
A
feit
B
mening

Slide 13 - Quiz

Feit of mening:
Vandaag is het dinsdag.
A
feit
B
mening

Slide 14 - Quiz

feit en mening,
wat klopt?
A
een mening kun je niet bewijzen.
B
Bij een feit kan iedereen vaststellen dat het (altijd) klopt of iets echt gebeurd is.
C
Als iedereen dezelfde mening heeft is het een feit.
D
In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

Slide 15 - Quiz

Feit of mening?
Ik heb geen broers.
A
feit
B
mening

Slide 16 - Quiz

Feit of mening?
"De aarde is rond."
A
Feit
B
Mening

Slide 17 - Quiz

Een argument komt vaak voor bij een?
A
Feit
B
Mening
C
Signaalwoord

Slide 18 - Quiz

Signaalwoorden die bij een argument horen zijn?
A
Ik vind, Ik denk
B
Omdat, want, namelijk
C
Volgens onderzoek
D
Mijn mening is

Slide 19 - Quiz

Het gedeelte in hoofdletters in deze zin is: Ik vind die tas mooi, OMDAT HIJ ROOD IS.
A
Een feit
B
Een mening
C
Een argument

Slide 20 - Quiz

Het gedeelte in hoofdletters in deze zin is: IK VIND DE TAS MOOI, omdat hij rood is.
A
Een feit
B
Een mening
C
Een argument

Slide 21 - Quiz

Zelfstandig werken
Online: 2B editie 6
Hoofdstuk 2 Buiten
Hoofdzaken en bijzaken opdracht 1 tm 6

Slide 22 - Slide