14-16 feb week 6 Leesvaardigheid

T G 3 D
Welkom
nuanceren
strekking 
schetsen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T G 3 D
Welkom
nuanceren
strekking 
schetsen

Slide 1 - Slide

     14 feb  
nuanceren: minder rechtlijnig maken. "Zij nuanceert haar mening."
strekking: bedoeling, betekenis. "Wat is de strekking van dit verhaal?"
schetsen: in hoofdlijnen tekenen, in een paar woorden vertellen. "Joshua schetst het geitje." 

Slide 2 - Slide

Periode 3: leesvaardigheid

  • thema: Altijd Online
  • zakelijke teksten: nieuwsberichten en recensies
  • fictie lezen (roman)
  • schrijven: recensie

  • presenteren: nieuwsbericht in tweetallen
  • TEA 3: summatieve toets leesvaardigheid


    Slide 3 - Slide

    Programma komende lessen
    • Leesvaardigheid
    • Oefenen van kort betoog (is onderdeel van toets leesvaardigheid)

    Slide 4 - Slide

    Leerdoel komende weken

    • Je hebt geoefend met leesvaardigheid 
    • Je hebt geoefend met het schrijven van een overtuigende tekst (betoog)





    Slide 5 - Slide

    Leesvaardigheid
    Theorie: Hst 1 t/m 6, Nw Ned

    Slide 6 - Slide

    Argumenten 
    • noodzakelijk bij overtuigende teksten (betoog, recensie, ingezonden brief)
    • feitelijke (objectieve, controleerbare) argumenten en waarderende (subjectieve argumenten, waarover je van mening kunt verschillen)
    • enkelvoudige argumentatie (je geeft één reden voor je standpunt)

    Slide 7 - Slide

    Meervoudige argumentatie
    • nevenschikkend (de argumenten zijn gelijkwaardig)
    • onderschikkend (het argument wordt ondersteund door een ander argument)
    • signaalwoorden standpunt:  Ik vind …, Volgens ons …, Zij denkt dat …, De auteur stelt ..., Ik ben van mening dat ..., Onze conclusie is …, Dus …, Daarom …, Kortom … (Het is) dan ook ...
    • signaalwoorden argument: dat blijkt uit..., immers, namelijk, omdat..., de reden hiervoor is...., want....

    Slide 8 - Slide

    Biologisch eten vind ik belangrijk. Het blijkt namelijk beter te zijn voor het milieu en de dieren hebben een beter leven. Sommige mensen vinden biologisch eten te duur, maar als je volgens het seizoen eet, valt de prijs echt mee.




    • Wat is het standpunt?
    • Welke argumenten?
    • Wat doe je met "Sommige mensen vinden biologisch te duur"?



    Slide 9 - Slide

    Extra overtuigen...
    • ...door tegenargumenten te gebruiken en daarna te ontkrachten.
    • Als schrijver aantoont dat het tegenargument niet klopt, heet dit een weerlegging.

    • Signaalwoorden voor tegenstellend verband: echter, ofschoon, ondanks dat, hoewel

    Slide 10 - Slide

    Biologisch eten vind ik belangrijk. Het blijkt namelijk beter te zijn voor het milieu en de dieren hebben een beter leven. Sommige mensen vinden biologisch eten te duur, maar als je volgens het seizoen eet, valt de prijs echt mee.




    Op je wisbordje: 

    Schrijf een conclusie als afsluitende zin

    Slide 11 - Slide

    Welke vragen heb je nog?

    Slide 12 - Slide

    Wie er ook best vaak op een scherm zitten: ouders. 

    - hoofdgedachte
    - argumenten
    - woordenschat

    Slide 13 - Slide

    Laatste toetsopdracht:

    WAT VIND JIJ? Je hebt net tekst 1 gelezen met als titel: “XXX” en tekst 2 met als titel “YYY”. Verder heb je in de lessen verschillende teksten over ‘online zijn’ gelezen en besproken. 
     
    Geef hieronder antwoord op de vraag “AAA?” in een kort betoog. Je betoog moet minimaal 150 en mag maximaal 250 woorden zijn. 
     
    Haal je argumenten uit de teksten: tekst 1, tekst 2 en de teksten uit de lessen. Haal minstens één argument uit tekst 1, één argument uit tekst 2 en één argument uit de teksten die besproken zijn in de lessen. 
     
    Zorg ervoor dat de volgende onderdelen in onderstaande volgorde in je betoog zitten:  
    1 je eigen mening  
    2A en 2B twee argumenten vóór (elk met toelichting) 
    3A één argument tegen (met toelichting) +  
    3B weerlegging (met toelichting) (in de weerlegging leg je uit waarom het tegenargument niet geldig is) 
    4 samenvatting of conclusie  
     
    Gebruik signaalwoorden. 
     
    Onderstreep ieder argument. 
     
    Geef je betoog een aantrekkelijke titel. 
     
    Voor taalfouten worden punten afgetrokken. 

    Slide 14 - Slide


     
    Zorg ervoor dat de volgende onderdelen in onderstaande volgorde in je betoog zitten:  
    1 je eigen mening  
    2A en 2B twee argumenten vóór (elk met toelichting) 
    3A één argument tegen (met toelichting) +  
    3B weerlegging (met toelichting) (in de weerlegging leg je uit waarom het tegenargument niet geldig is) 
    4 samenvatting of conclusie  
     
    Gebruik signaalwoorden. 
     
    Onderstreep ieder argument. 
     
    Geef je betoog een aantrekkelijke titel. 
     
    Voor taalfouten worden punten afgetrokken. 

    Slide 15 - Slide

    Aan de slag 

    1. Download en lees minimaal twee recensies van www.Literom.nl (gaat via Magister).
    2. Bepaal de literaire aspecten die jullie gaan beschrijven.
    3. Volgende les: afschrijven 

    Slide 16 - Slide

    Wat heb je opgestoken van deze les?

    Slide 17 - Slide

    T G 3 D
    Welkom

    Slide 18 - Slide

    Leerdoel komende weken

    • Je hebt geoefend met leesvaardigheid 
    • Je hebt geoefend met het schrijven van een overtuigende tekst (betoog)





    Slide 19 - Slide

    Tekst Altijd online
    Jongeren zijn altijd online. Is dat erg?

    Woordenschat
    Opdracht 2

    Slide 20 - Slide

    Slide 21 - Slide

    Slide 22 - Slide

    Schrijf minibetoog

    Slide 23 - Slide

    "Het is (on)verstandig dat het Cals mobieltjes op school verbiedt."
    Het Cals overweegt een mobielverbod in te voeren. Schrijf een kort betoog waarin je jouw mening hierover onderbouwt met twee argumenten vóór, een tegenargument met weerlegging en je conclusie geeft. Je kiest zelf 'verstandig' of 'onverstandig'. 
    - in word
    - tekst plaatsen in Teams, Collaboration Space

    Slide 24 - Slide

    Welke vragen heb je nog?

    Slide 25 - Slide

    Aan de slag 
    1. Betoog schrijven en plaatsen op Teams, Samenwerkingsruimte
    2. Klaar? Resterende opdrachten bij tekst maken
    3. Klaar? Opdrachten Nw Ned (zie planning)

    Slide 26 - Slide

    Wat heb je opgestoken van deze les?

    Slide 27 - Slide