Bio-3M-1.2 Plantenrijk (23-24)

1.2 Planten
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

1.2 Planten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

 Herhaling 1.1
Organismen indelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een organisme?
A
Een organisme is een levend wezen
B
Een organisme is een dood wezen
C
Een organisme is een dode plant
D
Een organisme is een dood dier

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Is ademhalen een levenskenmerk?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN levenskenmerk?
A
Ademhalen
B
Rennen
C
Groeien
D
Voortplanten

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Betekent ordenen ook wel indelen in groepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Een gewervelde met een slijmerige huid, ademt met longen en wordt geboren uit een eitje zonder schaal.
A
het is een reptiel
B
het is een vogel
C
het is een amfibie
D
het is een zoogdier

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Een gewervelde wordt geboren uit een ei met kalkschaal.
A
het is een reptiel
B
het is een vogel
C
het is een amfibie
D
het is een zoogdier

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Het opzoeken van de naam van een bloem heet:
A
determineren
B
zoekkaarten
C
beredeneren
D
verteren

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is 'determineren'
A
Het bepalen van de naam van een organisme
B
De conclusie opschrijven
C
Het bepalen van de naam van een organisme
D
Het plukken van planten

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

1.2 Planten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

  • je kunt de delen van een plant herkennen en benoemen
  • je kunt de onderdelen van een plantencel benoemen
  • je kunt de functies van de onderdelen van een plantencel benoemen
  • je kunt uigleggen hoe planten stevig blijven

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

1.2 Begrippenlijst
orgaan - weefsel 
celwand - celmembraan - cytoplasma - celkern - DNA
Bladgroenkorrels - fotosynthese - glucose
Vacuole - kruidachtige plant - houtachtige plant - houtcellen - houtstof

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen van de plant
1. Wortels: opname water + mineralen. Stevig in de grond.
2. Stengel: vervoeren water + opgeloste stoffen. Dragende constructie voor blad en bloem.
3. Bladeren: zonlicht opvangen (fotosynthese) + verdamping (sapstroom).
4. Bloemen: voortplanting.
Vruchten: zaden (baby plantjes).

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Verschillen planten en dierlijke cel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Cel van een plant

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Plantaardige cel



Uniek door bladgroenkorrels

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Cytoplasma
Een stroperige vloeistof die bestaat uit water met allerlei opgeloste stoffen.

Iedere cel heeft cytoplasma

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Celkern
De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt.
In de celkern ligt DNA/ chromosomen.
(bacterie heeft geen celkern maar losse chromosomen)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Vacuole
Dit is een"blaasje" gevuld met vocht.
Samen met de celwand zorgt de vacuole voor stevigheid

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Celwand
Zorg voor stevigheid van  de cel. 
De celwand vormt een stevige "kist"om de cel en bestaat uit cellulose/vezels
Dierlijke cel heeft geen celwand

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Celmembraan
Dit is de "douane" van de cel. 

Het celmembraan beslist wat er in en en uit de cel mag.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Indeling in 4 rijken doe je door de cellen
 
1. Bacterie cel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Planten
Cel 3 is een plantaardige cel

Hij heeft als enige bladgroenkorrels.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Celbouw bij de rijken
Planten
Dieren
Schimmels
Bacteriën
Celwand
Celmembraan
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Onderdelen plantencel
  • celwand: stevige laag om de cel heen van cellulose
  • celmembraan: een vlies die stoffen de cel in en uit laat gaan.
  • celkern: hierin zit het DNA en die regelt alles wat er in de cel gebeurt.
  • bladgroenkorrels: hier vindt fotosynthese plaats.
  • vacuole: is een blaasje gevuld met vocht en maakt de cel stevig.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Rechtop staan
Kruidachtige planten blijven rechtop door water in de vacuole van de cellen.

Houtachtige planten blijven rechtop door dikke celwanden van houtstof.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Houtvaten
Celwanden tussen houtcellen verdwijnen en er ontstaan buisjes (houtstof).

Tranporteren water met opgeloste mineralen vanuit de grond.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Kleinste en grootste plant

De kleinste plant is boomalg, een ééncellige plant.
De grootste boom is een Sequoia, deze kan 80 meter hoog worden ( +/- 8 huizen op elkaar)

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 30 - Slide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
Maken 1.2: 
Vraag 1 tot en met 16
 
Lezen 1.3
Leren 1.2

Slide 31 - Slide

This item has no instructions