VPRO 2 - Hoofdstuk 14: Begeleiding en woonvormen mensen met dementie

Lesplanning week 2.3

- Terugblik theorie H13 (quizlet!)
-  Theorie H14
1 / 19
next
Slide 1: Slide
VPROMBOStudiejaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Lesplanning week 2.3

- Terugblik theorie H13 (quizlet!)
-  Theorie H14

Slide 1 - Slide

Verborgen ik 
Verzonken ik
Verdwaalde ik
Bedreigde ik
Voortdurend moeite met oriëntatie, weet niet meer welke dag het is, herkent familie niet meer.
De cliënt kan niet meer lopen, spreekt nauwelijks en ligt continu op bed
Vergeetachtig, spullen niet meer kunnen vinden, moeilijker om nieuwe dingen te leren. 
Meer vergeetachtigheid zowel op werk als thuis. Dementerende kan dit echter nog goed verbergen door bijvoorbeeld een grapje te maken over dat hij iets is vergeten is.
Stadium 1
Stadium 2
Stadium 3
Stadium 4

Slide 2 - Drag question

Perverseren
Confabuleren
Verzamelzucht
Achterdocht
Decorumverlies
De cliënt verzamelt allerlei voorwerpen en bewaart deze vaak op een voor hem veilige plek.
De cliënt gaat zijn verhalen of antwoorden op vragen aanvullen met verzinsels om zo te verhullen dat hij het niet meer weet. 
Het herhalen van steeds dezelfde vragen of opmerkingen, vertellen hetzelfde verhaal.​ 
De cliënt kan in zijn geheugen niet vasthouden waar hij is of wat iemand hem vertelt. Dit geeft een groot gevoel van onveiligheid en wantrouwen
De cliënt raakt zijn normen en waarden kwijt. Voorbeeld manier van kleden en eten en het bepaalt zijn omgangsvormen.

Slide 3 - Drag question

Tiny (69 jaar) heeft Alzheimer en laat het volgende gedrag zien:

'Tiny is zich bewust van het hier en nu. Iedere donderdag heeft ze een kaartavond met haar vriendinnen. Tiny speelt het kaartspel al jaren met haar vriendinnen maar de laatste maanden vergeet ze steeds vaker een belangrijke regel uit het kaartspel. Tiny probeert dit af te doen met een grapje. Haar vriendinnen beginnen toch te twijfelen aan haar gedrag en stellen kritische vragen. Tiny vindt dit ontzettend vervelend en wordt boos, het lukt haar steeds minder goed om emoties onder controle te houden.

In welk stadium van dementie zit Tiny volgens jou?
A
Stadium 1: bedreigde ik
B
Stadium 2: verdwaalde ik
C
Stadium 3: verborgen ik
D
Stadium 4: verzonken ik

Slide 4 - Quiz

Inez (73 jaar) heeft te maken met vasculaire dementie. Inez heeft naast de geheugenbeperking ook te maken met cognitieve problemen. Ze weet soms niet meer in welke volgorde zij zich aan moet kleden. Ze trekt dan eerst haar trui aan en daarover haar BH.

Van welke cognitieve stoornis is sprake in bovenstaande situatie?
A
Afasie
B
Agnosie
C
Apraxie
D
Axatie

Slide 5 - Quiz

H14: begeleiden van cliënten met dementie
Zorg voor eigen regie: autonomie. 

Autonomie aanbieden bij cliënten:

- Verdiep je in de levensgeschiedenis van de cliënt (heeft hij/ zij alleen gewoond, hoe waren relaties vroeger, welk werk voerde iemand uit etc.) 
- Stel gesloten vragen om achter zaken te komen. 
- Activeer alle zintuigen (laat dingen proeven om zaken te herkennen, noem wat je ziet/ hoort, laat zien wat je bedoeld). 
- Laat cliënten dingen doen die zij nog wel kunnen. Is één grote taak te complex? Biedt het in gedeeltes aan of structureer zaken voor. 
- Verdiep je in de stoornis dementie en medicatie. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Vanaf de tweede fase van dementie wordt iemand steeds meer handelsonbekwaam en neemt de autonomie af.

Noem een voorbeeld waarin je de autonomie van Roan nog wel kan aanspreken?

Slide 8 - Mind map

De visie van Tom Kitwood 
Visie van Tom Kitwood - mensgerichte benadering

Individuele behoeften van de cliënt bepalend voor de zorg; vergt inleven en verdiepen in de cliënt

Benadering; nadruk op communicatie en relatie met begeleider
    - betrokkenheid, warmte en empathie

Houding van de begeleider; 
    - cliënt is vaak gevoelig voor stemming, maak hier gebruik                van
    - resultaten zijn vaak van korte duur
    - vier alle successen

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Reminiscentie
Reminiscentie =
Ophalen en bespreken van (alleen positieve) herinneringen 


Reminiscentie kan op twee niveaus:
- Groepsniveau: via thema's
- Individueel niveau: spontaan of bewust


Waarom? Verleden is een deel van de identiteit. 
Als begeleider doe je reminiscentie bewust en onbewust. 

Slide 11 - Slide

Belevingsgerichte benadering
= Benaderingswijze waarbij de begeleider zich richt op de gevoelens en de gedachten van de cliënt.

Drie veelgebruikte benaderingen in de beroepspraktijk:
- Realiteitsoriëntatiebenadering (ROB)

- Validation 

- Zintuigactivering


Slide 12 - Slide

Realiteitsörientatiebenadering (ROB)

- Bruikbaar in beginstadium van dementie (bedreigde ik)
- Gebruik van ROB geeft steun door dagelijkse info te geven. 
- Door heldere informatieverstrekking kan de cliënt zich oriënteren in het hier en nu waardoor hij/ zij zoveel mogelijk zelfstandig kan blijven. 


Let op: dit doe je onopvallend. 

Slide 13 - Slide

ROB gebruiken binnen de beroepspraktijk: 
- Kalender en agenda samen met de cliënt gebruiken, ligt op een vaste plek
- Bij binnenkomst noemen van de dag/ temperatuur/ weersomstandigheden
- Blijven herhalen van handelingen (via dezelfde weg ergens naar toe lopen)
- Briefjes en foto's gebruiken ter herinnering
- Zorg voor succeservaringen
- Confronteer zo min mogelijk met de huidige beperkingen (voorkom fouten)
- Zorg ervoor dat de cliënt 's ook in het donker nog zelfstandig zijn/ haar ding kan doen
- Zorg voor een samenwerking bij alle betrokken hulpverleners

Slide 14 - Slide

Validation
Validation = bevestiging. 

Binnen deze benaderingswijze ligt de nadruk op de gevoelswereld. 
Als begeleider erken, herken en bevestig je gedachten en gevoelens. 

Onderscheid tussen fases:
- Fase 2 + 3: Je gaat in op de wereld van de cliënt, ook al is dit niet de werkelijkheid

- Fase 4: Aangenaam gevoel geven door prikkels aan te bieden die de zintuigen activeren (ruiken, proeven, voelen, horen en zien)

Slide 15 - Slide

Zintuigactivering 
Aangenaam gevoel geven door prikkels aan te bieden die de zintuigen activeren (ruiken, proeven, voelen, horen en zien)

- Snoezelruimtes 
- Tijdens ADL 

Slide 16 - Slide

Begeleiden van specifieke cognitieve beperkingen
Hoe ga je om met een cliënt met afasie?
    - begin altijd met oogcontact!
    - spreek in eenvoudige, korte zinnen maar vermijd kindertaal, check of de boodschap is overgekomen, stel eenvoudige vragen  en structureer het gesprek
    - stimuleer je cliënt duidelijk te maken wat hij bedoeld, eventueel met 'handen en voeten'
    - vermijdt achtergrondlawaai

Hoe ga je om met een cliënt met agnosie?
    - gebruik alle zintuigen, dit kan helpen de herinnering op te halen   (laat zien of voelen waar een voorwerp voor gebruikt wordt)

Hoe ga je om met een cliënt met apraxie?
    -
deel een handeling (tafel dekken) op in kleine stukjes
    - gebruik de methode voordoen - samen doen - zelf doen
    - zorg voor een goede volgorde

Slide 17 - Slide

Aan de slag! 
1. Digitale leeromgeving 4.14, alle opdrachten zowel N3/4 als N4.

2. Verder werken met voorbereidende examenopdracht 'in je kracht'.


Na de vakantie: uitleg over tweede voorbereidende examenopdracht 'Maatschappelijke betrokken'

Slide 18 - Slide

Indeling opdracht
Casus agnosie
Elina, Mart, Hidde
Casus apraxie
Tara, Kevin, Carmen
Casus afasie
Sanne, Lotte, Jette
Casus agnosie
Eda, Maudy, Jade
Casus apraxie
Dean, Danique, Stijn
Casus afasie
Amy, Aimée, Youp o 

Slide 19 - Slide