11.2 Transport in planten

Thema 11 Planten
B2  Transport in planten
Leerdoel 
Je kunt beschrijven hoe planten water met voedingszouten opnemen, transporteren en afgeven. 
Je kunt beschrijven hoe huidmondjes de gaswisseling van planten reguleren en oe de opanme van koolstofioxide in relatie staat met de afgeifte van water. 
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Thema 11 Planten
B2  Transport in planten
Leerdoel 
Je kunt beschrijven hoe planten water met voedingszouten opnemen, transporteren en afgeven. 
Je kunt beschrijven hoe huidmondjes de gaswisseling van planten reguleren en oe de opanme van koolstofioxide in relatie staat met de afgeifte van water. 

Slide 1 - Slide

welke bewering is waar?
A
houtvaten bevatten celkernen
B
de secundaire celwanden bevatten lignine
C
bastvaten bevatten geen dwarsverbanden
D
bastvaten bevatten celkernen

Slide 2 - Quiz

Welke vaten zijn verantwoordelijk voor de anorganische sapstroom?
A
bastvaten
B
houtvaten

Slide 3 - Quiz

Wat is nr 10?
A
houtvaten
B
vaatbundel
C
bastvaten
D
centrale cilinder

Slide 4 - Quiz

Wat is juist?
A
B
C
A
A: Houtvaten B: Bastvaten C: Parenchym
B
A: Bastvaten B: Parenchym C: Houtvaten
C
A: Houtvaten B: Parenchym C: Bastvaten
D
A: Bastvaten B: Houtvaten C: Parenchym

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Video

Watertransport in 
plant tegen Fz
1. Worteldruk , 
opwaartse druk door
wateropname centrale cilinder mbv
Bandjes van Caspari  Binas91B
2. Verdamping water uit huidmondjes 
Binas91A. ' aanzuigende werking' 
3. Capillaire werking: 
adhesie en cohesie

Slide 7 - Slide

1. Worteldruk

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Watertransport wortelcellen
Bij Bandjes van Caspari actief transport door celmembraan
Hoge osmotische waarde in 
centrale cilinder
Osmose, watertransport, naar 
centrale cilinder
Kurkbandjes verhinderen terugstromen 
water
Watervolume in houtvat stijgt 
--> worteldruk

Slide 13 - Slide

91

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat is het nut van veel wortelharen
(1 lang woord ;-))

Slide 16 - Open question

Welk organel zul je dan ook veelvuldig aantreffen in endodermiscellen?

Slide 17 - Open question

2. Verdamping uit huidmondjes in bladeren 

Slide 18 - Slide

91

Slide 19 - Slide

Regelen verdamping
Afname turgor sluitcellen door watertekort zorgt voor vormverandering waardoor huidmondje dicht gaat

Slide 20 - Slide

Let op!
Huidmondje sluit niet om waterverlies te voorkomen,
maar door het waterverlies sluit het huidmondje! 
de sluitcellen lopen 'leeg' en zakken in, tegenelkaar aan.
Oude CE vraag

Slide 21 - Slide

3. Capillaire werking

Slide 22 - Slide

3. Capillaire werking

Slide 23 - Slide

Sapstroom
  • Anorganisch: houtvaten (xyleem) H2O omHoog

  • Organisch: bastvaten (floeem) Glucose Beneden

Slide 24 - Slide

Houtvaten
  • Watertransport door verdamping, capillaire werking en waterpotentiaal
  • Sapstroom omHoog
  • In zomer vooral verdamping, in lente vooral worteldruk

Slide 25 - Slide

Bastvaten
Variabele richting sapstroom:

van Source, suikerbron naar

Sink, waar suiker nodig is of opgeslagen wordt. 

Naar Beneden in zomer
Naar boven in lente

Slide 26 - Slide

De verplaatsing van water door de waterpotentiaal
Water verplaatst van cel naar cel; van een lage naar een hoge osmotische waarde (lage conc naar hoge conc opgeloste stof).

Gelijke osmotische waarde? water verplaatst zich van cel naar cel van een hoge drukpotentiaal (turgor) naar een lage drukpotentiaal.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Waterpotentiaal
Waterpotentiaal = osmotische waarde + druk van de celwand 
Drukpotentiaal is positief met hogere turgor en dus hoge druk op celwand. Water beweegt van 
hoog naar laag waterpotentiaal.

Slide 30 - Slide

Een pantoffeldiertje neemt water op door osmose. Waar is de waterpotentiaal dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is waterpotentiaal gelijk

Slide 31 - Quiz

En waar is de osmotische waarde dan het hoogst?
A
in het pantoffeldiertje
B
buiten het pantoffeldiertje
C
binnen en buiten het pantoffeldiertje is osm. waarde gelijk

Slide 32 - Quiz

Op een zomerse dag met veel wind neemt de plant meer water op dan normaal. Waardoor?
A
Meer zuigkracht van de bladeren
B
Meer worteldruk
C
Meer capillaire werking
D
Geen van allen

Slide 33 - Quiz

Welke proces is geen belemmering voor de wateropname van een plant?
A
Een schimmelinfectie in de houtvaten
B
Gesloten huidmondjes
C
Doorgesneden bastvaten
D
Een hoge osmotische waarde in het grondwater

Slide 34 - Quiz

Het transport van water, dat een boom uit de grond heeft opgenomen, stopt als de boom zijn bladeren laat vallen. Welke kracht valt weg door het ontbreken van de bladeren?
A
capillaire werking
B
worteldruk
C
verdamping
D
adhesie

Slide 35 - Quiz

Waardoor ontstaat stroming in bastvaten?
A
Door osmose en drukverschil
B
Alleen door osmose
C
Door verdamping van water
D
Door plasmastroming

Slide 36 - Quiz

Als een wortel in het voorjaar zijn eerste bladeren krijgt. Hoe wordt de suiker dan vervoerd?
A
via de houtvaten omlaag
B
via de bastvaten omlaag
C
via de houtvaten omhoog
D
via de bastvaten omhoog

Slide 37 - Quiz

transport in houtvaten gebeurt door
A
luchtverversing, capillaire werking en worteldruk
B
verdamping, capillaire werking en worteldruk
C
verdamping, capillaire werking en wortels
D
verdamping, capillairen en worteldruk

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Aan de slag
Maak opgaven  13, 14, 15, 16, 17, 18 
en iig 19 t/m 26
Under giant trees, Photosynthesis

Slide 40 - Slide