2TH+2HV (BWB)

Grammatica
Bijwoordelijke bepaling (BWB)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Grammatica
Bijwoordelijke bepaling (BWB)

Slide 1 - Slide

Vul de zin aan, zonder er een
samengestelde zin van te maken:

Ik eet brood ...

Slide 2 - Mind map

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
  • Het 'prullenbakzinsdeel': alles wat overblijft na het benoemen van                 alle andere zinsdelen, noem je bwb.
  • Bijwoordelijke bepalingen kunnen antwoord geven op vraagwoorden: Wanneer, Waar... (Waardoor? Waarheen? Waarom? Waarover? Waarvandaan? enz.) en Hoe, Hoelang. Let op: deze woordjes zijn zelf ook bwb > Waar gaan jullie morgen heen?
  • Bijwoordelijke bepalingen zijn vaak plaatsen ('op school'), tijden                  ('gisteren') of losse woordjes die overblijven ('geweldig', 'niet', 'helaas').

Slide 3 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
  • Een zin kan geen, één of meer bijwoordelijke bepalingen hebben. 
  • Ontleed zinnen altijd in een vaste volgorde: pv, ow, gezegde (wg/ng), lv, mv, bwb.

  • Zo vind je de bijwoordelijke bepaling(en): 
  • 1. Zoek eerste alle andere zinsdelen.
  • 2. Zoek of er zinsdelen zijn die antwoord geven op de vraagwoorden. Ook zinsdelen die overblijven (tijden, plaatsen, losse woordjes) zijn bwb.

Slide 4 - Slide

Op welke vragen kan een bijwoordelijke bepaling antwoord geven?
Geef vijf voorbeelden

Slide 5 - Open question


Bevat deze zin een bijwoordelijke bepaling?
Over een jaar moeten we de auto opnieuw in de garage laten keuren.
A
Nee, de zin bevat geen bijwoordelijke bepaling.
B
Ja, de zin bevat één bijwoordelijke bepaling.
C
Ja, de zin bevat twee bijwoordelijke bepalingen.
D
Ja, de zin bevat drie bijwoordelijke bepalingen.

Slide 6 - Quiz

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De buurman 
wilde
gisteren
het vogelhuisje
in de boom
hangen.

Slide 7 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
lijdend
voorwerp
meewerkend
voorwerp
bijwoordelijke
bepaling
Ze
heeft
 dit jaar
een mooi cadeau 
voor haar vader
gemaakt.

Slide 8 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
Zin:
onderwerp
werkwoordelijk
gezegde
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
bijwoordelijke bepaling
Ze
feliciteerde
hem
in de woonkamer. 

Slide 9 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
De auto van mijn vader
is
afgelopen zomer
helaas
niet
goedgekeurd.

Slide 10 - Drag question

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
bijwoordelijke bepaling
Zin:
Morgen
gaat
het kleine meisje
bij haar oma
logeren.

Slide 11 - Drag question

1. Maak een enkelvoudige zin met minimaal twee bijwoordelijke bepalingen. Typ deze met CAPS LOCK!
2. Verdeel de zin in zinsdelen.

Slide 12 - Open question

Aan de slag!
Maak de opdrachten in de planning van grammatica, paragraaf 11 (bijwoordelijke bepaling)

Slide 13 - Slide