M3 Think Unit 11 toetsje

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Grammatica 1) will/ won't for future predictions
Als we voorspellingen doen over dingen die in de toekomst kunnen gebeuren gebruiken we: 
will of won't + hele ww
voorbeelden:
1) Maybe I will go shopping later (niet zeker) 
2) I think I won't be there tomorrow

Slide 2 - Slide

We gaan een aantal oefeningen uit de worksheets behandelen over will/ won't + ww
11 Grammar: 
Oefening 1
Oefening 6

11 Grammar extension:
Oefening 1

Slide 3 - Slide

Worksheet unit 11 Grammar oef 1

Slide 4 - Slide

Vul hier de antwoorden van worksheet
unit 11 oef 1

Slide 5 - Open question

Worksheet unit 11 Grammar oef 6

Slide 6 - Slide

Vul hier de antwoorden in van worksheet oef 6

Slide 7 - Open question

Worksheet unit 11 grammar extension oefening 6 

Slide 8 - Slide

Worksheet unit 11 grammar vul nu zelf de antwoorden in van oefening 6

Slide 9 - Open question

Antwoorden worksheet unit 11 Grammar extension oefening 1
1. My sister is studying. OK I won't bother her
2. Let's go out for dinner. Great! I will call the restaurant and make a reservation
3. He won't see his best friend this summer because she is going away
4. When will he be back?
5. Did you pass the exam? I won't know until next Monday

Slide 10 - Slide

Grammatica 2) First conditional
Deel 1 van de zin: 
If + present simple (ww) => + s bij he, she, it
Deel 2 van de zin:
will/ won't + hele ww 
If you study hard, you will pass the exam
If you fall, you will hurt yourself 

Slide 11 - Slide

We gaan een aantal oefeningen uit de worksheets behandelen over first conditional 
11 Grammar: 
Oefening 4


11 Grammar extension:
Oefening 3

Slide 12 - Slide

Worksheet unit 11 grammar oefening 4

Slide 13 - Slide

Vul de antwoorden in

Slide 14 - Open question

Unit 11 worksheet grammar extension oef 3

Slide 15 - Slide

Vul hier de antwoorden in

Slide 16 - Open question

Grammatica 3) when & as soon as
Het verschil tussen when & as soon as:

When=> wanneer, dus het gaat wel gebeuren maar er zit geen haast bij

As soon as => meteen, dus er is wel haast bij 

Slide 17 - Slide

We gaan nu even geen oefeningen uit de worksheets behandelen over when & as soon as  
Dit doen we niet omdat het eigenlijk redelijk voor zich spreekt. Als je in de zin ziet staan dat iets gebeurt, maar het is niet belangrijk wanneer gebruik je when:
bv: 
When the game is finished, we will get a pizza
en als het meer haast heeft, gebruik je as soon as:
As soon as I get my exam results, I will call you 

Slide 18 - Slide

Pak je tekstboek op blz. 119 en maak TEST YOURSELF

Slide 19 - Slide