1. Lees de eerste alinea.
2. Vat de alinea in één of twee zinnen samen. Gebruik zo veel mogelijk je eigen formuleringen.
3. Stel jezelf tijdens het lezen begrips- en interpretatievragen als :
Vertel in je eigen woorden …, Leg uit wat er gebeurt als …, Wat betekent …?, Wat zijn de oorzaken/gevolgen van …?, en evaluatievragen als Wat vind je ervan dat …? en Ben je het eens met …?
4. Voorspel wat er gaat komen in de volgende alinea. Denk aan een verklaring, een argument, een tegenargument, een weerlegging, een toelichting, een oorzaak of een gevolg.
5. Lees de volgende alinea en begin daarna weer bij stap 2. Herhaal de stappen 2 tot en met 4 tot je alle alinea’s hebt gelezen.
6. Markeer standpunten, argumenten en tegenargumenten met verschillende kleuren voor de duidelijkheid