Basiskennis Netwerken

• ICT
• MBO
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1
• Studiejaar 1

Basiskennis Netwerken

1) Vroeger (de jaren negentig) werd er met floppies gewerkt.
Overdracht van informatie ging van hand tot hand.

Hoe noemen we zo’n netwerk?

1. Peer-to-Peer netwerk
2. Sneaker net
3. SOHO netwerken
4. Client-Server netwerk

2. Geef hieronder de definitie van een netwerk

4. Een node is een apparaat dat in een netwerk participeert
en een uniek adres (bijvoorbeeld MAC adres) heeft.

Welk apparaat is geen node?

1. Een host
2. Computer met netwerkkaart
3. Printer
4. Router

5. Verbindt de juiste type kabel naam in het plaatje

STP

UTP

FIBER

COAX

6. Waar staat het getal '100' voor in de uitdrukking 100Base-T
ethernet standaard?

1. Het type datatransmissie
2. Het soort kabel
3. Benodigde connector
4. Maximale lengte van de kabel

8) Aan elke Ethernet-netwerkinterface wordt tijdens de productie een fysiek
adres, oftewel hardware-adres, toegewezen.
Dit adres staat ook wel bekend als het MAC-adres.

Waar staat deze afkorting voor?

1. Media accepting control
2. Maximum accepting control
3. Media acceptance control
4. Media access control

10. Op welke layer wordt een host op een netwerk
aangesloten?

1. Core-layer
2. Network-layer
3. Distribution-layer
4. Access-layer

11. Wat betekent de afkorting: LAN?

1. Limited Acces Network
2. Local Area Network
3. Logical Area Network
4. Limited Address Network

12. Welk protocol zal een host gebruiken om het MAC adres
van een destination host te weten te komen?

1. FTP
2. SMTP
3. ARP
4. HTTP

13. IP adressen bestaan in feite uit twee delen.
Benoem deze delen:

14. Hoe noemen we het apparaat dat een lokaal netwerk
verbindt met ander lokale netwerken?

1. Router
2. Switch
3. Hub
4. Repeater

16. Wat betekent de afkorting ARP?

1. Access Remote Protocol
2. Alternative Remote Protocol
3. Access Resolution Protocol
4. Address Resolution Protocol

17. Wanneer twee computers met elkaar zijn verbonden en zij
allebei tegelijkertijd dienst doen als client en server,
spreken we van een…

1. Peer-to-peer netwerk
2. Client-server netwerk

18. Wat betekent de afkorting NIC?

1. Name Identifier Card
2. Network Interface Card
3. Name Interface Card
4. Network Internet Card

19. Voor het bekabelen van een netwerk kunnen we onder
andere gebruik maken van STP kabels.

Wat betekent de afkorting STP?

1. Shielded Twisted Pair
2. Simple Transfer Protocol
3. Simple Twisted Pair
4. Shielded Transfer Pair

20. Om computers met elkaar te laten communiceren,
moeten ze “dezelfde taal spreken”.

In computertermen noemen we deze gemeenschappelijke
taal een…

1. Resolution
2. Node
3. Protocol
4. Subnetmask