Inleiding gehandicaptenzorg les 1

 Gehandicaptenzorg
1 / 30
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

 Gehandicaptenzorg

Slide 1 - Slide

Inleiding
Aantal lessen: Periode 3 leerjaar 3
Examens:  geen  

Slide 2 - Slide

Inhoud van de les

Kennismaking doelgroepen binnen de GHZ
Verschillende beperkingen
Verschil tussen stoornis/handicap/ beperking
Geschiedenis



Zelf nog ideeën? 

Slide 3 - Slide

Doel van de lessen
  • Je weet hoe je specialistische kennis kunt opdoen over het werken met een zorgvrager in de gehandicapten zorg
  • Je herkent de verschillende beperkingen/ doelgroepen in de GHZ
  • Je weet in grote lijnen de geschiedenis van de zorg voor mensen in de gehandicaptenzorg

Slide 4 - Slide

Vormen van beperking
  • Lichamelijke beperking
  • Verstandelijke beperking
  • Meervoudige beperking

Slide 5 - Slide

Verstandelijke beperking
Lichamelijke beperking
Meervoudige beperking
Dwarslaesie
Ziekte van duchenne
Fragile X syndroom
LVB
Syndroom van down
Blind
22Q11 deletie
Verstandelijk gehandicapt, rolstoelafhankelijk

Slide 6 - Drag question

Kwaliteiten die je nodig
hebt in de GHZ

Slide 7 - Mind map

0

Slide 8 - Video

Waar denk je aan bij mensen met een verstandelijke beperking?

Slide 9 - Mind map

Verstandelijke beperking
= duidelijke beperking in zowel het intellectuele functioneren als het aanpassingsvermogen. Bij een beperking in het aanpassingsvermogen kan iemand niet handelen naar de normen die horen bij zijn leeftijd. Het gaat om normen op het gebied van sociale vaardigheden, verantwoordelijkheden, communicatie, onafhankelijkheid en zelfredzaamheid. De beperking treedt op vóór de leeftijd van 18 jaar

Slide 10 - Slide

0

Slide 11 - Video

Lichamelijke beperking
= een beperking in het lichaam op gebied van motoriek, visus of auditief 

Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Meervoudige beperking
= Naast een verstandelijke beperking ook een lichamelijke beperking hebben

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Stoornis

Een defect of het ontbreken van een orgaan of een orgaanfunctie, rekening houdend met de leeftijd van de betrokkenen. 

Het is altijd OBJECTIEF te meten door een arts of psycholoog.  

Op het gebied van: 
- Cognitie
- Zintuigen
- Taal
- Organen
- ledematen

Slide 16 - Slide

Beperking
Dit is het gevolg van de stoornis. Het zijn de moeilijkheden die iemand heeft ten aanzien van het uitvoeren van activiteiten. 

Op het gebied van:
- Communicatie; 
- Verzorging; 
- Lichaamsbeweging; 
- Vaardigheden;
- Gedrag. 

Slide 17 - Slide

Handicap
Een handicap is een participatieprobleem. Het gaat om de nadelige positie van iemand met een beperking in de maatschappij. Mensen voelen zich gehandicapt als ze problemen ervaren bij deelname aan de samenleving.

Participatieproblemen: 
- Scholing; 
- Arbeid; 
- Het sociale leven; 
- Vrijetijdsbesteding. 

Slide 18 - Slide

Niet iedereen met een beperking ervaart een handicap. Geef aan welke zorgvragers op basis van het werk dat ze doen waarschijnlijk een handicap ervaren?

--> Lisa is concertpianist en is door klussen in huis 2 vingers kwijtgeraakt
A
ervaart hierbij wel een handicap
B
ervaart hierbij geen handicap

Slide 19 - Quiz

Niet iedereen met een beperking ervaart een handicap. Geef aan welke zorgvragers op basis van het werk dat ze doen waarschijnlijk een handicap ervaren?

--> Anna is sinds haar geboorte doof en werkt sinds 2 jaar als postbezorger.
A
ervaart hierbij wel een handicap
B
ervaart hierbij geen handicap

Slide 20 - Quiz

Niet iedereen met een beperking ervaart een handicap. Geef aan welke zorgvragers op basis van het werk dat ze doen waarschijnlijk een handicap ervaren?

--> Henk is agent en heeft een dwarslaesie na een val met een paard.
A
ervaart hierbij wel een handicap
B
ervaart hierbij geen handicap

Slide 21 - Quiz

Geschiedenis in de gehandicaptenzorg

Slide 22 - Slide

Geschiedenis vóór 1900
  • 1569 eerste 'Dolhuis' in Amsterdam. Ongewenste mensen worden hier geplaatst en ' weggestopt'.  Tijdens kermissen worden ze tentoongesteld. Ze worden soms aan kettingen vastgelegd en er is geen medische zorg.                                                                          

  • In 1800 Frans Arts Pinel is de grondlegger van het medische model --> wie ziek is heeft zorg nodig. Hij stelt diagnoses en bepaalt welke behandeling nodig is. 

  • 1841 eerste krankzinnigenwet: In deze wet staat dat 'krankzinnigen' recht hebben op verpleging en genezen moeten worden. 

Slide 23 - Slide

Van 1900 tot 1955
  • Vanaf 1900 is er een grote vooruitgang in medische kennis en kunde, vooral orthopedische zorg (beugels, prothesen e.d.) 
  • Er komt een verschil in ' geesteszieken' en ' zwakzinnigen'. 
  • Na de tweede wereldoorlog kregen LVB (debielen) en MVB (imbecielen) kinderen eigen scholen. 
  • Het Ontwikkelingsmodel neemt zijn intrede. Mensen met een  beperking zijn kwetsbaar en kunnen zich niet op eigen kracht in de samenleving handhaven. 
  • Grote instelling waar soms 60 tot 100 mensen leven per afdeling, 2 zusters, mannen en vrouwen gescheiden, wie kan werken moet werken.

 

Slide 24 - Slide

Van 1955 tot 1990
  •  Vanaf 1955 vernieuwingen in de zorg. Men komt erachter dat het niet te maken heeft met afkomst of milieu. Hierdoor is er minder schaamte over kinderen met een VB. 

  • Vanaf 1960 veel aandacht voor onderzoek, diagnoses  en behandeling. Met straffen en belonen wordt ongewenst gedrag geprobeerd af te leren (stroomschokjes). De instellingen liggen nog achteraf en ouders zijn nog nauwelijks betrokken. 

  • 1970-1974: de Dennendal affaire. Paviljoen voor mensen met een VB. Directie en groepsleiders wilden een gemeenschap waar werkers, bewoners en buitenstaanders werken, en wonen.  Nieuw dennendal werd nooit opgericht. De politie ontruimde het pand in 1974 na een ongeluk met een bewoner. 

Slide 25 - Slide

Hoe is nu de zorg voor mensen met een beperking geregeld?

Slide 26 - Mind map

Vanaf 1990
  • Steeds meer aandacht voor zelfbeschikking en zorg op maat.
  • Van aanbodgerichte zorg naar vraaggerichte zorg
  • Integratie is het uitgangspunt
  • Nadruk op mogelijkheden i.p.v. beperkingen

Slide 27 - Slide

Opdracht
Maak in groepen van 3 de opdracht in teams.
Eenieder levert deze in.

Te laat inleveren is niet mogelijk.



Slide 28 - Slide

Vergelijk je uitwerking met een andere groep. 


Wat zijn de vereenkomsten en verschillen?

Slide 29 - Slide

Afsluiting van de les
  • Vragen?


  • Feedback

Slide 30 - Slide