Dinsdag 5 oktober



Goedemorgen, je start met duo-lezen
1 / 41
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson



Goedemorgen, je start met duo-lezen

Slide 1 - Slide

Log in Lesson Up
Vandaag met je eigen echte naam

Slide 2 - Slide

Rekenen
Herhalen sommen van gisteren

Slide 3 - Slide

Hoe schrijf je:
negentienhonderd vijfendertig

Slide 4 - Open question

Hoe schrijf je:
negentienduizend vijfhonderdtien

Slide 5 - Open question

Hoe schrijf je:
vijfduizend veertien

Slide 6 - Open question

Rekenen
Doel:
Getallen op een handige manier optellen

Slide 7 - Slide

Voorbeeld
Uitrekenen
33 + 37
29+ 41
117+ 233

Slide 8 - Slide

Rekenboek
Som 2 
Welke getallen kan je makkelijk bij elkaar optellen?

Slide 9 - Slide

Hoeveel kost
hoepel en de vliegende hollander?

Slide 10 - Open question

Hoeveel kost
Tuinmolen en spinnewiel?

Slide 11 - Open question

Som 1
Herhaling
Welk getal komt na
3089              5460

Slide 12 - Slide

Welk getal komt na
6710

Slide 13 - Open question

Welk getal komt na
8899

Slide 14 - Open question

Welk getal komt na
4679

Slide 15 - Open question

Spelling
Herhalen woorden vorige week
Doel: Aan het eind van de les heb je de woorden met ou (au) goed geschreven
Let op: Je maakt geen "domme fouten" dat zijn overschrijffouten

Slide 16 - Slide

applaus

Slide 17 - Slide

Typ het woord

Slide 18 - Open question

pauze

Slide 19 - Slide

Typ het woord

Slide 20 - Open question

automaat

Slide 21 - Slide

Typ het woord

Slide 22 - Open question

nauwkeurig

Slide 23 - Slide

Typ het woord

Slide 24 - Open question

rauwkost

Slide 25 - Slide


Slide 26 - Open question

f/v
Bij meer, verandert de f in een v
verf-verven
duif-duiven

Slide 27 - Slide

Taal
Eerst herhalen woordenschat

Slide 28 - Slide

Idool
A
Waar je fan van bent
B
Een schrijver
C
Een doolhof

Slide 29 - Quiz

Lovend
A
Zingen
B
Zwaaien
C
Dat je goed over iemand praat

Slide 30 - Quiz

Mekkeren
A
Fluisteren
B
Koeien melken
C
Zeuren

Slide 31 - Quiz

Perplex
A
Houtsoort
B
Heel erg verbaasd
C
Snelheid

Slide 32 - Quiz

Voortdurend
A
Soms
B
Regelmatig
C
Altijd

Slide 33 - Quiz

Iemand aftroeven
A
Iemand slim af zijn
B
Iemand uitschelden
C
Bij iemand een grap uithalen

Slide 34 - Quiz

Deze les
Doel: Goed toepassen van de getalsproef
Dit is om de persoonsvorm te ontdekken
Je leert enkelvoud en meervoud

Slide 35 - Slide

Enkelvoud en meervoud
Enkelvoud is er één-> boek, ik, jij, hij, zij, jongen, bal
Meervoud zijn er meer-> boeken, jullie, wij, jongens, ballen

Slide 36 - Slide

Zin van enkv naar meerv
De jongen schopt de bal
De jongens schoppen de bal

Slide 37 - Slide

Is de zin enkelvoud of meervoud
Wij praten heel hard
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 38 - Quiz

Is de zin enkelvoud of meervoud
De bal rolt heel snel
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 39 - Quiz

Zet de zin in meervoud
Het meisje huilt heel hard.

Slide 40 - Open question

Zet de zin in meervoud
Elke vogel zingt op zijn eigen manier.

Slide 41 - Open question