Balans en Resultaat

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2.2

Balans&Resultaat

Aan de slag!

WAT?               Maak  Cumulus oefentoets 2.1

HOE?               Op je laptop

MET WIE?      Alleen     

GELUID?        Fluistertoon

Vragen?         Check eerst het boek, daarna vingers

TIJD?               30 minuten

KLAAR?          Ga verder met opdrachten 2.2

Kennen: schrijf op voor Toets

• wat is een balans 
• wat zijn de onderdelen van een balans
• hoe werkt een balans
• Linkerkant: Investeringsbegroting 
• Rechterkant: financieringsbegroting

Begrippen in de balans

Inventaris:     de spullen in het bedrijf (bijv. meubels/computers)

Debiteuren:   Geld dat je nog krijgt van je klanten 

Kas:                   Geld dat cash in het bedrijf zit (kassa)

Bank:                Geld dat op je rekening staat

Hypotheek:    Geldlening voor je huis

Crediteuren:  Geld dat je nog moet betalen aan je leveranciers

Verschillende categorieën 

- Vast Activa

- Vlottende activa

 - Liquide middelen

- Kort vreemd vermogen

- lang vreemd vermogen 

- Eigen vermogen 

Vaste Activa

- gebruiksgoederen die langer dan 1 jaar door bedrijf gebruikt worden

Staat aan de kant van BEZIT 

Vlottende Activa

-  onderdelen die minder dan 1 jaar binnen de onderneming blijven. 

Bv: Voorraad, grondstoffen, debiteuren 

Liquide Middelen

De posten BANK en KAS 

Eigen vermogen

Geld door eigenaren zelf in de onderneming ingebracht 

Schuld aan jezelf als prive persoon

Lang vreemd vermogen

Geleend geld voor langer dan 1 jaar 

Bv Hypotheek , leningen

Kort vreemd vermogen 

Geleend geld voor korter dan 1 jaar 

Bv. Crediteuren

Oefenen

Maak de lesson up vragen. Check de theorie in deze Lesson Up  in je boek, paragraaf 2.2

De rechterkant van de balans is ...

1. Hoe kom ik aan mijn geld?
2. Wat doe ik met mijn geld?

Wat is een balans?

1. Een overzicht van wat er is verkocht en ingekocht
2. Een overzicht van bezittingen en schulden

welke stelling klopt niet ?

1. een balans is altijd in evenwicht
2. een balans is een momentopname
3. heeft een bezitkant en een schuldkant
4. wordt altijd opgemaakt op 31 december

Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen

Auto

Voorraad

Bankrekening

Debiteuren

Gebouw

Liquide middelen is hetzelfde als..

1. banksaldo
2. kasgeld
3. banksaldo en schulden
4. banksaldo en kasgeld

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren

1. Vaste activa
2. Eigen Vermogen
3. Liquide middelen
4. Vlottende activa

Onder welke categorie valt een hypothecaire lening?

1. Liquide middelen
2. Eigen vermogen
3. Lang vreemd vermogen
4. Kort vreemd vermogen

Crediteur is...

1. Iemand van wie je nog geld krijgt
2. Iemand die nog goederen moet leveren
3. Iemand die voor jou de administratie doet
4. Dat je nog geld moet betalen aan iemand

Onder welke categorie valt de post auto

1. Vast activa
2. Liquide middelen
3. Vlottende activa
4. Lang vreemd vermogen

Sleep de namen naar de juiste plek op de balans

Debetzijde

Creditzijde

Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen

Vreemd vermogen lang

Vreemd vermogen kort

Voorraad

Auto

Eigen vermogen

Lening

Crediteuren

Bank

Een debiteur betaalt Janneke per bank. De balansposten die veranderen..

1. debiteur+ bank -
2. debiteur - bank +
3. debiteur - kas +
4. debiteur + kas -

Pieter lost per bank 500 euro af op zijn hypothecaire lening. Wat gebeurt er op de balans...

1. bank - 500 hyp lening + 500
2. bank +500 hyp lening +500
3. bank - 500 hyp lening - 500
4. bank - 500 bedrijfspand - 500

Levi betaalt zijn crediteuren met contant (cash) geld. Wat gebeurt er op de balans...

1. kas - crediteuren -
2. kas - crediteuren +
3. bank - crediteuren -
4. bank - crediteuren +

Lieke koopt online een elektrische scooter om sushi rond te brengen. Wat gebeurt er op de balans...

1. transportmiddelen - bank -
2. transportmiddelen + bank -
3. transportmiddelen + bank +
4. transportmiddelen - eigen vermogen -

Moet een balans in evenwicht zijn?

1. Ja
2. Nee

Hoe noemen we de rechterkant van een balans?

1. Liquide middelen
2. Debet/Activa
3. Credit/Passiva
4. Vaste activa

Debiteuren zijn dus....

1. Mensen van wie je nog geld moet krijgen
2. Mensen aan wie je nog geld moet betalen

Wat staat aan de debet kant van de balans? (links)

1. voorraad goederen
2. banklening
3. crediteuren
4. debiteuren

Als je crediteuren op je balans hebt staan dan ben je geld verschuldigd aan iemand

1. waar
2. niet waar

Onder welke balanspost zetten we de debiteuren

1. Vaste activa
2. Eigen Vermogen
3. Liquide middelen
4. Vlottende activa

Welke van de onderstaande balansposten valt onder vaste activa ?

1. een pand
2. voorraden
3. een tegoed bij de bank
4. debiteuren

Een kantoorgebouw is...

1. vaste activa
2. vlottende activa
3. eigen vermogen
4. vreemd vermogen

Als jij voorraad hebt gemaakt van jouw product om te verkopen dan is dat....

1. vaste activa
2. vlottende activa
3. eigen vermogen
4. vreemd vermogen

Jouw bestelwagen is:...

1. vaste activa
2. vlottende activa
3. eigen vermogen
4. vreemd vermogen

Voor de aankoop van je gebouw leende je 300.000 euro bij de bank.

1. vaste activa
2. vlottende activa
3. eigen vermogen
4. vreemd vermogen

Liquide middelen

Vaste activa

Vlottende activa

Eigen vermogen

Kort vreemd vermogen

Lang vreemd vermogen

Bedrijfsterrein

Rabobank rekening

Kas

Voorraad

€ 7.500 ingebracht door de eigenaar 

Lening (5 jaar)

Hypothecaire lening

Crediteuren

Een tekort op de bank