Les 4: Gezondheid beoordelen




Les 4: Gezondheid beoordelen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson




Les 4: Gezondheid beoordelen

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les
Kun je een dier beoordelen op gezondheid aan de hand van een checklist

Slide 2 - Slide

Wat waren ook alweer de 5 vrijheden?
1. Vrij van
2. Vrij van
3. Vrij van
4. Vrij van
5. Vrij van

Slide 3 - Slide

Dierwelzijn
De vijf vrijheden:
- Vrij van honger en dorst
- Vrij van ongemak
- Vrij van pijn, verwonding of ziekte
- Vrij van angst of stress
- Vrij om natuurlijk gedrag te vertonen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Neus
Gezond dier:
De neus moet schoon en droog zijn.


Ziek dier:
De neus is snotterig (uitvloeiing), kan korstjes hebben of wondjes.

Slide 6 - Slide

Oren
Gezond dier:
De oren moeten schoon zijn, niet stinken en de huid moet zonder wondjes of korstjes zijn.

Ziek dier:
Als een dier een ontsteking in de oren heeft houdt het dier de kop de hele tijd
scheef. Ook kan het oor vies zijn en wondjes of korstjes hebben. 

Soms heeft
het dier beestjes in de oren. Dit noemen we parasieten. Een voorbeeld van een parasiet is oor mijt.

Slide 7 - Slide

Ogen
Gezond dier:
De ogen moeten schoon en helder zijn en reageren op de omgeving.

Ziek dier:
Soms zie je een grijze waas in het oog. Ook kan er pus uit de ogen kom, de
ogen kunnen rood zijn en de ogen dicht zitten. 

Slide 8 - Slide

Huid
Gezond dier:
Egale huid, glad en moet er rustig uit zien. Dat betekent dat er
bijvoorbeeld geen rode plekken te zien zijn.

Ziek dier:
Op de huid zitten dan schilfers, verdikkingen, rood, verwondingen, uitslag of
ontstekingen. Er kunnen ook beestjes op de huid zitten bijvoorbeeld mijt,
vlooien of teken.

Slide 9 - Slide

Vacht/veren
Kijk hierbij naar de omstandigheden waarin het dier zich bevindt.
Voorbeelden;
 Een konijn met jongen heeft vaak kale plekken door het maken van een nest.
 Kwartels en kippen: wanneer deze vaak worden besprongen door de haan,
wordt de rug en het achterhoofd kaal.
Gezond dier:
Een vacht moet glanzend en aaneengesloten zijn (egaal).
Ziek dier:
De vacht heeft kale- of dunnere plekken. Is dof, vet of plukkerig.

Slide 10 - Slide

Slijmvliezen
Slijmvliezen zitten in de mond en ogen
Gezond dier:
De kleur moet roze zijn en het slijmvlies is vochtig.
Ziek dier:
Geel; kan een leveraandoening zijn
Wit; bloedarmoede
Rood; ontsteking 

Slide 11 - Slide

Tanden/gebit
Passend bij een dier:
Herkauwers hebben geen boventanden.
Gezond dier:
Geen tandsteen of tandplak. Gebit sluit boven en onder netjes op
elkaar. Tanden mogen geel en wit (soms zelf oranje) zijn.

Ziek dier:
Bij knaagdieren kunnen tanden te lang worden. Dat noemen we een
olifantsgebit. Bij veel tandsteen of ontstekingen stinkt een dier uit zijn
bek. Donkergekleurde tanden of kiezen. 

Slide 12 - Slide

Olifantstanden

Slide 13 - Slide

Mest 
Passend bij dier. Bijvoorbeeld bij een koe is de mest slap en vochtig; bij konijnen
heeft de mest een vaste vorm. Bij vogels is de mest vaak twee kleuren (bruin en wit).
Gezond dier:
Meestal is het zo dat de anus/cloaca schoon is. Je kunt ook bekijken of de
staart schoon is. Hier zie je snel aan of het dier afwijkende mest heeft.
Ziek dier:
Bij een vieze anus of staart is er vaak diarree

Slide 14 - Slide

Urine

Gezond dier:
De urine moet helder zijn
Ziek dier: troebel, bruin of rood.
De urine kun je niet altijd beoordelen, als je het niet kunt zien dan kun je het ook niet
beoordelen. Je kunt ook in de gaten houden of het dier ander plasgedrag vertoont.
Gaat het dier vaker of minder vaak dan normaal, plast het ineens in huis en anders
niet?

Slide 15 - Slide

Nagels/Klauwen
  Gezond dier:
Nagels zijn niet te lang en staan in de normale stand
 Ziek dier:
Nagels zijn vies, te lang, stinken, zijn gevoelig of bloeden 

Slide 16 - Slide

Gedrag
Passend bij het dier. Een reptiel kan je niet vergelijken met een konijn.
Gezond dier:
Reageert op de verzorger en op het voer dat hij krijgt. Groepsdieren reageren
ook op andere dieren in het hok. Om te kunnen beoordelen of het gedrag
afwijkt, moet je eerst weten hoe het dier zich normaal gesproken gedraagt.
 
Ziek dier:
Trekt zich terug en reageert niet op de omgeving; wil niet eten en drinken.
Vogels die bol (dik zitten) zitten, voelen zich niet goed. De lichaamshouding is
vaak anders dan normaal.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

PAT waarden

PAT staat voor pols (hartslag), ademhaling en temperatuur. Deze drie onderdelen
kun je opmeten. Ieder diersoort heeft zijn eigen PAT als het gezond is. Wijken ze af
van de norm kan dat betekenen dat het dier niet gezond is. 

Slide 19 - Slide

Lichaamsconditie
Je kunt de botten (ruggengraat, heupen, ribben) makkelijk voelen maar niet zien. Bij het aaien is het voelbaar.

Ziek dier:
Kun je alle botten goed zien zitten? Dan is het dier te dun. Als je harder moet drukken op de huid om de botten te voelen, dan is het dier te dik.

Slide 20 - Slide

Gezondheid 
Ga de checklist langs, wat is jouw oordeel?
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Afsluiting
Conclusie?

Slide 22 - Slide