Bijzin met inversie

Van a tot zinnen schrijven.
bijzin met inversie


De letter: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Het woord: schrijven
De zin: Ik schrijf een zin.
1 / 4
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 4 slides, with text slides.

Items in this lesson

Van a tot zinnen schrijven.
bijzin met inversie


De letter: a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
Het woord: schrijven
De zin: Ik schrijf een zin.

Slide 1 - Slide

Weten en kunnen
Bijzin met inversie



Je kent: de regel voor een bijzin met omdat.
Je schrijft: basiszinnen met persoonlijk voornaamwoorden en hulpwerkwoorden.
Je hebt nodig: je laptop en een dobbelsteen.

Slide 2 - Slide

Wie?
(of wat?)

Ik
Je / Jij / U
Hij / Zij
Wij / Jullie / Zij
Uitleg basiszin
1
2
3
doet wat?


wil
moet
zal
komen
de rest van de zin.


morgen naar de film.
boodschappen doen.
doelpunten maken.
snel naar school.

Slide 3 - Slide

Wie?
(of wat?)


ik
je / jij / u
hij / zij
wij / jullie
Uitleg vraagzin
2
1
3
doet wat?



Zal
Moet
Wil
Komen
de rest van de zin met heel werkwoord.


schilderen?
huiswerk maken?
de tuin opruimen?
vandaag film kijken?

Slide 4 - Slide