Vraagzinnen met werkwoorden

Vraagzinnen met werkwoorden.
Doel van de les:
  • Aan het einde van de les kan weet ik wat een vraagzin is.
  • Aan het einde van de les kan ik vraagzinnen met werkwoorden maken.
Werkblad:
Gramamtica les 15: vraagzinnen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Vraagzinnen met werkwoorden.
Doel van de les:
  • Aan het einde van de les kan weet ik wat een vraagzin is.
  • Aan het einde van de les kan ik vraagzinnen met werkwoorden maken.
Werkblad:
Gramamtica les 15: vraagzinnen

Slide 1 - Slide

Voorkennis
Wat is een werkwoord?
Een actie, iets wat jij kan doen
Bijvoorbeeld:
Lopen
Eten
Kijken

Slide 2 - Slide

Voorkennis
Wat is een werkwoord?
Een actie, iets wat jij kan doen
Bijvoorbeeld:
Lopen
Eten
Kijken

Slide 3 - Slide

Voorkennis
Wat is een werkwoord?
Een actie, iets wat jij kan doen
Bijvoorbeeld:
Lopen
Eten
Kijken

Slide 4 - Slide

Noem een voorbeeld van een werkwoord

Slide 5 - Mind map

Zinnen maken: 1 - 2 - 3 methode.
    1     -     2      -    3
Wie? - Doet? - Wat?
Ik ben op school.
Hij loopt naar de bus.
Wij hebben bijna vakantie.

Slide 6 - Slide

Vraagzinnen maken.
    2     -          -    3
Doet? - Wie? - Wat?
Ben ik op school?
Loopt hij naar de bus?
Hebben wij bijna vakantie?
De persoonsvorm en het werkwoord wisselen van plek.

Slide 7 - Slide

Maak van deze zinnen een vraagzin.
Hij komt niet naar de les.
Zij betaalt voor de jurk.
De docent zit aan het bureau.
De studenten luisteren naar muziek.
De auto's rijden verkeerd.

Slide 8 - Slide

Hij komt niet naar de les.

Slide 9 - Open question

Zij betaalt voor de jurk.

Slide 10 - Open question

De docent zit aan het bureau.

Slide 11 - Open question

De studenten luisteren naar muziek.

Slide 12 - Open question

De auto's rijden verkeerd.

Slide 13 - Open question

Vraagzinnen maken.
    2     -     1      -    3
Doet? - Wie? - Wat?
Komt hij niet naar de les?
Betaalt zij voor de jurk?
Zit de docent aan het bureau?
Luisteren de studenten naar muziek?
Rijden de auto's verkeerd?

Slide 14 - Slide

Grammatica les: 15
Samenwerken mag.

Heb je een vraag? Steek je hand omhoog.

Slide 15 - Slide