Plak deze link in een nieuw tabblad en bekijk de video
Slide 1 - Slide
Lees de onderstaande stellingen. Geef aan of ze juist of onjuist zijn: I. Door het gebruik van grotere schepen kunnen producten goedkoper worden getransporteerd II. vanaf de jaren 1960 (ná de uitvinding van de container) gaat het transport van goederen sneller
Slide 2 - Open question
Kun je een nadeel noemen van zulke grote schepen (tip: denk eens na wat er een paar weken geleden gebeurde. Weet je het niet, googel dan: "container Suezkanaal")
Slide 3 - Open question
hoeveelheid wereldhandel vanaf 1800
Slide 4 - Slide
Leg uit hoe je globalisering ziet in de vorige afbeelding. Antwoord als volgt: "ik zie .... in de grafiek, en dat betekent dat mensen .... contact hebben en dus ... verbonden zijn"
Slide 5 - Open question
Kosten van scheepvaart, luchtvaart en bellen ten opzichte van 1930
Slide 6 - Slide
Hoe zie je in de vorige afbeelding globalisering? "ik zie .... in de grafiek, en dat betekent dat mensen .... contact hebben en dus ... verbonden zijn"
Slide 7 - Open question
Waarom zorgen open grenzen vanaf 1990 voor meer globalisering (= meer verbondenheid)
Slide 8 - Open question
Nederland exporteert veel producten naar de rest van Europa via de rivieren. Leg uit hoe Nederland door globalisering veel rijker is geworden
Slide 9 - Open question
De toegenomen wereldhandel maakt veel landen rijker, maar niet allemaal! Kun je een land bedenken dat niet (veel) rijker is geworden door wereldhandel? (tip: zijn er landen die niet veel meedoen aan wereldhandel)
Slide 10 - Open question
Slide 11 - Slide
Leg uit hoe je globalisering in de afbeelding op de vorige slide ziet. Beschrijf de afbeelding.