This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Procenten uit een verhaal berekenen
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoel
Aan het einde van deze les kan je percentages uit een verhaal berekenen.
Slide 2 - Slide
Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.
Wat weet jij al over het berekenen van percentages?
Slide 3 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn percentages?
Percentages zijn een manier om een getal te delen door 100. Bijvoorbeeld: 25% is hetzelfde als 0,25.
Slide 4 - Slide
Leg aan de hand van voorbeelden uit wat percentages zijn.
Waarom zijn percentages belangrijk?
Percentages worden vaak gebruikt om veranderingen of groei in getallen uit te drukken.
Slide 5 - Slide
Leg uit waarom percentages belangrijk zijn en waar ze vaak voor worden gebruikt.
Hoe bereken je percentages?
Om een percentage te berekenen, deel je het deel door het geheel en vermenigvuldig je dit met 100. Bijvoorbeeld: 20 van de 100 mensen is 20%, want 20/100 x 100 = 20.
Slide 6 - Slide
Leg stap voor stap uit hoe je percentages kunt berekenen.
Voorbeeld
Stel dat er 500 leerlingen op school zitten en 75% van hen heeft een fiets. Hoeveel leerlingen hebben een fiets?
Slide 7 - Slide
Geef een voorbeeld van het berekenen van percentages uit een verhaal en laat de leerlingen het samen met jou oplossen.
Praktijkopdracht
Lees het verhaal over een winkel die korting geeft van 20%. Bereken hoeveel korting je krijgt op een aankoop van €50.
Slide 8 - Slide
Geef de leerlingen een praktijkopdracht waarin ze percentages moeten berekenen uit een verhaal.
Tips
Let op de eenheden en zorg dat je deel en geheel goed herkent. Gebruik desnoods een verhoudingstabel om het uit te rekenen.
Slide 9 - Slide
Geef de leerlingen handige tips voor het berekenen van percentages uit een verhalen.
Samenvatting
Je hebt geleerd hoe je percentages uit een verhaal kunt berekenen. Dit kan handig zijn om veranderingen of groei in getallen uit te drukken.
Slide 10 - Slide
Vat samen wat de leerlingen hebben geleerd in de les.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 11 - Open question
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 12 - Open question
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 13 - Open question
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.