Les 22 Grammatica: Wie, wat, die dat/Bedrijvende/lijdende vorm

Lysander
Joep
Duncan
Glenn
Gijs L.
Norah
Roos
Noortje
Loek
Joshua
Luuk
Jurrien
Gijs N. 
Emma
Imme
Iris
Evi
Bibi
Carmen
Tygo
Ruben
Tijn
Milan
Bord
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, mavoLeerjaar 3,4

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lysander
Joep
Duncan
Glenn
Gijs L.
Norah
Roos
Noortje
Loek
Joshua
Luuk
Jurrien
Gijs N. 
Emma
Imme
Iris
Evi
Bibi
Carmen
Tygo
Ruben
Tijn
Milan
Bord

Slide 1 - Slide

Grammatica
Bedrijvende en 
lijdende vorm

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
Laptop in tas

Slide 2 - Slide

Programma:
  • Uitleg over lesdoel

  • Herhaling bedrijvende/lijdende vorm

  • Z.s. 

  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Kunnen/kennen
Het verschil tussen de bedrijvende en lijdende vorm. 

Slide 4 - Slide

Aanvulling
Werken aan de basis: 
- Stil tijdens de uitleg,
- Stil kunnen werken.

Slide 5 - Slide

Aanvulling
Waarom stil zijn tijdens de uitleg? 

Slide 6 - Slide

Aanvulling
Waarom stil zijn tijdens de uitleg? 
Zodat je de lesstof meekrijgt. 
Zodat je vragen kan stellen 
en de lesstof aan het eind van de les beheerst.

Slide 7 - Slide

Aanvulling
Waarom stil werken?

Slide 8 - Slide

Aanvulling
Waarom stil werken?
Zodat je geconcentreerd de vragen maakt
Oefenen met de lesstof
Ter voorbereiding van de toets

Slide 9 - Slide

Verstoring
Bij herhaaldelijke verstoring: 
- X-punt en tijd inhalen

Slide 10 - Slide

Bedrijvende/
lijdende vorm
Een zin kan in de bedrijvende of lijdende vorm staan. 

Bedrijvende vorm wordt een actieve zin genoemd. 

Lijdende vorm wordt een passieve zin genoemd.

Slide 11 - Slide

Aan de slag met:
  • Afmaken blz. 224 - 225
  • Blz. 226 - 227 Alle opdrachten

Hoe? Per boek/schrift

Vragen:
Ik loop door door het lokaal. Vragen mag je alleen stellen als ik bij je ben.

Wat te doen als je wacht/klaar bent:


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
10:00

Slide 12 - Slide

Reflectie:
Wat viel op? 
Wat ging goed? 
Wat viel tegen? 
Wat kun jij anders doen?


Slide 13 - Slide

Aan de slag met:
  • Afmaken blz. 224 - 225
  • Blz. 226 - 227 Alle opdrachten

Hoe? Per boek/schrift

Vragen:
Ik loop door door het lokaal. Vragen mag je alleen stellen als ik bij je ben.

Wat te doen als je wacht/klaar bent:


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
10:00

Slide 14 - Slide

Nakijken:

Slide 15 - Slide

Kunnen/kennen:
Het verschil tussen de bedrijvende en lijdende vorm benoemen;

Stil gewerkt;

Stil tijdens de uitleg.

Slide 16 - Slide

Kunnen/kennen:
Wat hebben jullie nodig om morgen stil te kunnen werken? 

Slide 17 - Slide

De volgende les
Een leesboek meenemen.
Let op: 3 havo niveau -> mediatheek

Af hebben: blz. 224 - 225

Lesboeken + Schrift -> controle

Slide 18 - Slide