Werkwoorden Lowan Het Huis

Fijn dat je er bent!
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 36 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Slide

Agenda
Mededelingen
Wat weet je nog of al?
Theorie / Instructie
Oefenen
Zelfstandig werken
Herhalen
Evalueren & Afsluiten

Wat gaan we doen?

  • Nieuwe werkwoorden leren 
  • Oefenen met de werkwoorden 
  • oefenen met wie wat waar
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Blijven

quedarse
залишитися
inuu joogo
للبقاء

wonen

Slide 3 - Slide

slapen

opruimen

Slide 4 - Slide

verhuizen
schoonmaken

Slide 5 - Slide

wassen 
opstaan

Slide 6 - Slide

strijken
zijn

هي، أنا

waa, waan ahay

Slide 7 - Slide

Drogen
Hebben

inuu yeesho
tener
мати
لديك

Slide 8 - Slide

Blijven

quedarse
залишитися
inuu joogo
للبقاء

wonen

Slide 9 - Slide

blijven

ik blijf
jij blijft
hij blijft
zij blijft
wij blijven
jullie blijven
zij blijven
wonen

ik woon
jij woont 
hij woont
zij woont
wij wonen
jullie wonen
zij wonen

Slide 10 - Slide

slapen

opruimen

Slide 11 - Slide

slapen

ik slaap
jij slaapt
hij slaapt
zij slaapt
wij slapen
jullie slapen
zij slapen
opruimen

ik ruim op
jij ruimt op
hij ruimt op
zij ruimt op
wij ruimen op
jullie ruimen op
zij ruimen op

Slide 12 - Slide

verhuizen
schoonmaken

Slide 13 - Slide

verhuizen

ik verhuis
jij verhuist
hij verhuist
zij verhuist
wij verhuizen
jullie verhuizen
zij verhuizen
schoonmaken

ik maak schoon
jij maakt schoon
hij maakt schoon
zij maakt schoon
wij maken schoon
jullie maken schoon
zij maken schoon

Slide 14 - Slide

wassen 
opstaan

Slide 15 - Slide

wassen

ik was
jij wast
hij wast
zij wast
wij wassen
jullie wassen
zij wassen
opstaan

ik sta op
jij staat op
hij staat op
zij staat op
wij staan op
jullie staan op
zij staan op

Slide 16 - Slide

strijken
zijn

هي، أنا

waa, waan ahay

Slide 17 - Slide

strijken

ik strijk
jij strijkt
hij strijkt
zij strijkt
wij strijken
jullie strijken
zij strijken
zijn

ik ben
jij bent
hij is
zij is
wij zijn
jullie zijn
zij zijn

Slide 18 - Slide

Drogen
Hebben

inuu yeesho
tener
мати
لديك

Slide 19 - Slide

drogen

ik droog
jij droogt
hij droogt
zij droogt
wij drogen
jullie drogen
zij drogen
hebben

ik heb
jij hebt
hij heeft
zij heeft
wij hebben
jullie hebben
zij hebben

Slide 20 - Slide

Maak de opdracht

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Weet je nog?

Slide 23 - Slide

het is .............uur 
het is ............uur 
het is .............uur 
het is .............uur 

Slide 24 - Slide

het is half 
het is half 
het is half 
het is half 

Slide 25 - Slide

kwart voor .........

Slide 26 - Slide

Kwart over .......

Slide 27 - Slide

5 over .......

Slide 28 - Slide

5 voor........

Slide 29 - Slide

10 over .....

Slide 30 - Slide

5 over half  ....

Slide 31 - Slide

5 voor half  ....

Slide 32 - Slide

10 voor half ...

Slide 33 - Slide

10 over half ....

Slide 34 - Slide

10 voor ...

Slide 35 - Slide

Maak de opdracht.
Hulp nodig?

Slide 36 - Slide