Vocatief

• Latijn
• Secundair onderwijs

Vocatief

Oefening 2 p. 90

'Nunc in foro Romano sumus, cari amici.'

1. foro Romano
2. sumus
3. cari amici
4. geen vocatief

'Amici amicaeque, omnia de foro Romano me rogare potestis!'

1. amici
2. amici amicaeque
3. omnia
4. me

Het gezelschap van de senator telt 1 man en 1 vrouw.

1. JUIST
2. FOUT

Puella rogat: 'Mater, quando domum redimus?'

1. puella
2. mater
3. redimus
4. geen vocatief

Het meisje vraagt aan haar moeder wanneer ze naar huis gaan.

1. JUIST
2. FOUT

Mater respondet: 'Claudia, impatiens est!'

1. mater
2. Claudia
3. impatiens
4. geen vocatief

De moeder heet Claudia.

1. JUIST
2. FOUT

Senator dicit: 'Ecce, ad Vestae templum sumus.'

1. senator
2. Ecce
3. Vestae
4. geen vocatief

Ze gaan weg van de tempel van Vesta

1. JUIST
2. FOUT

Claudia iterum matrem appellat: 'Mater,' inquit, 'domum redire volo.'

1. Claudia
2. matrem
3. Mater
4. geen vocatief

Vestalis (=vestaalse maagd) puellam impatientem rogat: 'Vestalisne et tu fieri vis, puella?'

1. Vestalisne
2. tu
3. puella
4. geen vocatief

'Semper apud nos manere debetis en je mag niet trouwen.'

1. semper
2. nos
3. debetis
4. geen vocatief

Ad quae (daarop) puella:
'Nunc', inquit, 'domum redire volo.'

1. puella
2. domum
3. volo
4. geen vocatief

Het meisje wil graag Vestaalse maagd worden.

1. JUIST
2. FOUT

De Vestaalse maagd was ongeduldig.

1. JUIST
2. FOUT