Elektriciteit Les 11

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Elektriciteit

Les  11 

 vermogen en energie 

paragraaf 4 

2A

Welkom, zoek je plek. 

Wat heb je nodig?

- Mapje over Elektriciteit

- Schrift

- Pen/potlood

Wat gaan we doen?

- Uitleg paragraaf 4: vermogen en energie

- Maken van opdrachten

- Inplannen van practicumtoets inhalen: (Esther, Lotte, Naroa, Britt)

lesdoelen

• Je kunt de eenheden noemen bij de grootheden en andersom.
• Je kunt rekenen met de formule om het vermogen, spanning of stroomsterkte te berekenen

Vermogen

Hoeveelheid elektriciteit een apparaat in 1 seconde verbuikt

Spanning en Stroomsterkte

Het vermogen van een apparaat, hangt af van de spanning en de stroomsterkte 

Spanning en Stroomsterkte 

Spanning (U) 

= 

De energie die in de zakjes zitten van de aapjes.

Meten we in Volt (V)

spanning

Spanning en Stroomsterkte 

Stroomsterkte (I)

de hoeveelheid aapjes die per seconde een punt in de stroomkring passeren.

Meten we in Ampère (A)

stroomsterkte

Stroomsterkte in een serieschakeling is overal gelijk

Stroomsterkte in een parallelschakeling is verdeeld 

Vermogen

• Wat is vemogen?
• Vermogen van apparaten.
• Vermogen berekenen

Stap 1: Gevraagd

Stap 2: Gegevens

Stap 3: Formule

Stap 4: Berekening

Stap 5: Antwoord (+eenheid)

We kunnen het vermogen berekenen

Stap 1: Gevraagd

Stap 2: Gegevens

Stap 3: Formule

Stap 4: Berekening

Stap 5: Antwoord (+eenheid)

Berekening: gebruik deze stappen!

Vermogen berekenen

Vermogen = spanning x stroomsterkte

met daarin;

- het vermogen in watt (W)

- de spanning in volt (V)

- de stroomsterkte in ampere (A)

Vermogen berekenen

Samen het vermogen van deze lamp berekenen

??

Kun jij het vermogen ook berekenen?

Kun jij het vermogen ook berekenen?

Tip: 1mA = 0,001 A

Aan de slag

Maak de opgaven in deze LessonUp: Elektriciteit les 11

Maak opdracht 1 t/m 11 (opdr 9 hoeft niet) van paragraaf 4

Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.

1. Kleiner
2. Ongeveer hetzelfde
3. Groter
4. Kan je niet weten

Wat is het vermogen?

1. 230 Volt
2. 0,3 Ampere
3. 9 Volt
4. 6 Watt

Wat is het vermogen?

1. 12 Watt
2. 0,3 Watt
3. 0,083 Watt
4. 3 Watt

Vermogen is een grootheid.
Wat is de eenheid voor vermogen?

1. Watt (W)
2. Volt (V)
3. Power (p)
4. Ampère (A)

Het symbool van vermogen is ........ en de eenheid van vermogen is......... .

1. P en W
2. U en V
3. I en A
4. P en mA

Eenheid van spanning is

1. Ampère
2. Watt
3. Volt
4. Ohm

Ampère is de eenheid voor

1. spanning
2. vermogen
3. stroomsterkte
4. weerstand

Serie of parallel schakeling?

1. Serie
2. Parallel

Als je meerdere spanningsbronnen in serie aansluit

1. Mag je de afzonderlijke spanningen optellen
2. Blijft de spanning gelijk

Wat betekent 'in serie schakelen'?

1. Onder elkaar zetten
2. Achter elkaar zetten
3. Op elkaar leggen

Wat gaan we doen?

- Herhaling paragraaf 4: vermogen 

- Bespreken van huiswerkopdrachten

- Inhalen practicumtoets 

(Esther, Lotte, Naroa, Britt). Rest gaat zelfstandig aan de slag

vermogen 

Wat is het vermogen van dit apparaat?

vermogen 

Hoe bereken je het vermogen?

vermogen berekenen

Op een website wordt reclame gemaakt voor de ledlamp. Deze zou een laag vermogen hebben. De spanning is 12 Volt en de stroomsterkte is 220mA.

Bereken het vermogen van de ledlamp

Huiswerkopdrachten

Welke opdrachten wil je bespreken?

Aan de slag

Inhalen van practicum (voorin lokaal)

Rest van de groep is stil en gaat:

1: Doorlezen paragraaf 5 'wat kost dat?'

2: Leren voor de toets door: 

Maken van begrippenlijst

Maken van een samenvatting