2HV lezen h5 + tekst tweedehands kleding

Welkom! 
Pak je reader erbij 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom! 
Pak je reader erbij 

Slide 1 - Slide

Tweedehands kleding is definitief doorgebroken

Slide 2 - Slide

Er zijn verschillende uitdrukkingen in het Nederlands met kleding erin. Welke ken jij?

Slide 3 - Mind map

Voor het lezen
  • de hoofdmoot, de tijdgeest, het gros, verschralen, perceptie, in bulk, greenwashing, heffing

zijn woorden die in de tekst voorkomen die jullie gaan lezen. Geef de betekenis van deze woorden of zoek de betekenis op als je het niet weet. Schrijf de betekenis in je schrift/reader. 


timer
7:00

Slide 4 - Slide

Tijdens het lezen 
Markeer de kernzinnen 
Zet bij redenen om wel tweedehands kleding te kopen/dragen een + 
bij redenen om het niet te doen een - 

Slide 5 - Slide

Na het lezen 
Vul nu het schema in en maak opdracht 1 en 2

Slide 6 - Slide

Na het lezen 
Beantwoord de vragen van opdracht 1 en maak opdracht 3: een beknopte samenvatting van de tekst

Slide 7 - Slide

Samenvatting 
Beknopt en schematisch 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Verklaringsstructuur 
• Welk verschijnsel wordt behandeld?
Bijvoorbeeld: het broeikaseffect
• Wat zijn redenen/oorzaken/verklaringen?
• Welke verklaring is de belangrijkste/waarschijnlijkste?

Slide 10 - Slide

Welke vragen stel je jezelf om te bepalen wat de hoofdzaken zijn van een tekst met een voor-en nadelenstructuur?

Slide 11 - Open question

Voor-en nadelenstructuur
• Wat wordt beoordeeld?
Bijvoorbeeld: een nieuw dieet
• Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?
• Wat is de conclusie?

Slide 12 - Slide

Welke vragen stel je jezelf om te bepalen wat de hoofdzaken zijn van een tekst met een probleem-oplossingsstructuur?

Slide 13 - Open question

Probleem-oplossingsstructuur
• Wat is het probleem?
Bijvoorbeeld: voetbalgeweld
• Wat zijn de oorzaken? Wat zijn de gevolgen?
• Welke oplossing(en) worden er besproken?

Slide 14 - Slide

Welke vragen stel je jezelf om te bepalen wat de hoofdzaken zijn van een tekst met een conclusie-argumentatiestructuur?

Slide 15 - Open question

Conclusie-argumentatiestructuur
• Wat is het standpunt van de schrijver of wat is zijn stelling?
Bijvoorbeeld: Alle bedreigde dieren moeten gekloond worden.
• Wat zijn argumenten voor de stelling? Wat zijn tegenargumenten?
• Wat is de conclusie?

Slide 16 - Slide