Hechting baby

HECHTING
1 / 39
next
Slide 1: Slide
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

HECHTING

Slide 1 - Slide

Programma vandaag:
  1.  voorkennis ophalen
  2. Hoe verloopt het hechtingsproces?
  3. Veilige en onveilige hechting
  4. Hechtingsproblematiek vs hechtingsstoornis
  5. Risico en beschermende factoren (balansmodel)
  6. Gevolgen
  7. En in de praktijk....?

Slide 2 - Slide

Wat is het risico van overmatig drankgebruik tijdens de zwangerschap? Wat is niet waar?
A
baby gaat overmatig huilen
B
het kind kan op latere leeftijd impulsief gedrag vertonen
C
je ziet andere gezichtskenmerken zoals lage oren
D
hoofdpijn en migraine ontwikkelt zich sneller

Slide 3 - Quiz

wat weet jij over stress en zwangerschap?

Slide 4 - Open question

Doelen
Aan het einde van deze workshop...
1. Weet je hoe het hechtingsproces verloopt
2 ...kun je uitleggen in eigen woorden wat hechting is en de link leggen naar je eigen doelgroep.
3. ...kun je uitleggen in eigen woorden van risicofactoren en beschermende factoren zijn en kun je voorbeelden noemen .

Slide 5 - Slide

HECHTING 

Slide 6 - Slide

wat weet jij over hechting?

Slide 7 - Mind map

Wat is hechting?
Definitie: 'er is sprake van gehechtheid (of hechting) als een kind of volwassene sterk geneigd is om nabijheid van een specifieke persoon op te zoeken in situaties van angst, vermoeidheid, spanning of ziekte. Het ontvangen van troost en zorg bezorgt het kind een gevoel van veiligheid'

Wanneer start de hechting?

Slide 8 - Slide

Het hechtingsproces

Slide 9 - Slide

Zwangerschap  
  • Tijdens de zwangerschap 
      worden er hechtingsprocessen
      in gang gezet. 
  • De baby hoort geluiden die
     afkomstig zijn van buiten de
     baarmoeder. 
  • De baby reageert op angst
      reacties van zijn moeder. 

Slide 10 - Slide

1-3 maanden
Je baby is een sociaal wezen: hij maakt al snel contact met zijn omgeving. Hij reageert op warmte, aanraking en aandacht. 

Herkenning van gezicht en stemmen

Knuffelen ,verzorgen en oppakken nog geen voorkeur

Slide 11 - Slide

3-7 maanden
Na 3 maanden krijgt je kind langzaam een voorkeur voor bepaalde mensen in zijn omgeving. 

Ook hecht hij zich in deze fase vaak aan personen die alert op zijn signalen reageren en die zelf spontaan contact met hem maken. 

Hij heeft nu 4 of 5 hechtingsfiguren, van wie hij het niet erg vindt als die hem oppakken.

Slide 12 - Slide

7-12 maanden
Vanaf 7 maanden begint je kind zich steeds sterker aan een beperkt aantal personen te hechten. Hij is nu bang voor ‘vreemden’ en wil het liefst bij bekenden in de buurt zijn.
 
Daarnaast kan hij heel bang worden dat een hechtingsfiguur weggaat en niet meer terugkomt. Je kind hecht zich nu aan degene die hem het meest boeit.

Slide 13 - Slide

12-48 maanden (1-4 jaar)
Vanaf 12 maanden krijgt je kind door dat jij echt wel weer terugkomt nadat je bent weggegaan. Zijn scheidingsangst wordt daardoor weer veel minder. Dat moment kan ook iets later liggen:  17 tot 18 maanden. 

Daarna begint de langzame losmaking, die gestaag leidt naar zelfstandigheid.

Slide 14 - Slide

Vanaf 4 jaar
Aan het einde van het vierde levensjaar is het proces van hechting grotendeels afgerond. Als het goed is, is je kind tegen die tijd veilig gehecht. 

In totaal zijn er 4 verschillende hechtingsstijlen.

Slide 15 - Slide

KIJKVRAAG
Tijdens de film zie je een aantal belangrijk voorwaarden voor de totstandkoming van hechting.
Vraag: hoe creëer je veiligheid voor een baby

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

HOE CREEER JE VEILIGHEID VOOR EEN BABY?

Slide 18 - Open question

Veiligheid creëer je door onder andere...
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van de baby

Slide 19 - Slide

4 Soorten hechting
Volgens Mary Ainsworth 4 patronen van hechting:

  1. Veilig gehecht: goede balans exploratiedrang en gehechtheidsgedrag. 

  2. Vermijdend gehecht: negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich "zelfstandig". 

  3. Angstig-ambivalent (afwerend) gehecht: weinig geneigd zelfstandig activiteiten uit te voeren, afwezigheid opvoeder leidt tot angst, terugkeer voor boosheid en verontwaardiging. 

  4. Gepreoccupeerd (gedesorganiseerd) gehecht: zoeken enigszins toenadering, tegelijkertijd levert dat stress en angst op. 

Slide 20 - Slide

Veilige hechting
  • Een kind/jongere die veilig gehecht is heeft tijdens de kinderjaren ervaren dat tenminste één van zijn verzorgers er onvoorwaardelijk voor hem/haar is. 

  • Een goede gehechtheid tussen ouders en kinderen vormt de basis voor een kind om te groeien in zijn ontwikkeling.

Slide 21 - Slide

1. Veilig gehechte kinderen
-durven de wereld te verkennen (exploratiedrang)
-hebben zelfvertrouwen

Slide 22 - Slide

Opdracht
Zoek op internet naar de cirkel van veiligheid.
Probeer te benoemen wat deze afbeelding zegt over hechting.

Slide 23 - Slide

ZELFSTANDIG WERKEN
Maak een mindmap over het artikel "gehechtheid maak je samen".
Maak een foto en plaats dit in de opdracht in Teams

Slide 24 - Slide

Zijn de doelen behaald?
1. Aan het einde van de les kun je vertellen wat hechting is.


2. Aan het einde van de les weet je hoe het hechtingsproces verloopt.

3. Aan het einde van de les weet je welke soorten hechting er zijn.

4. Aan het einde van de les weet je welke gevolgen onveilige hechting met zich mee kunnen brengen. 


Slide 25 - Slide

hechting vervolgles

Slide 26 - Slide

Hoe creeër jij veiligheid voor jouw doelgroep?

Slide 27 - Open question

Voorwaarden voor veilige hechting
  1. Sensitief reageren: ouder staat open voor signalen van het kind, begrijpt de signalen en reageert snel en agequaat. 
  2. Continuïteit: er is continuïteit in de aanwezigheid van de gehechtheidspersoon nodig. 
  3. Mentaliseren: ouder verplaatst zich in het perspectief van het kind en verwoordt dat ook. 

Slide 28 - Slide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis

Een verschil tussen hechtingsstoornis en hechtingsproblematiek is dat kinderen die onveilig gehecht zijn nog goed te behandelen zijn. Deze kinderen zijn (nog enigszins) benaderbaar voor andere mensen. Kinderen met een hechtingsstoornis zijn geheel niet gehecht. Vaak is dit onomkeerbaar. Bij deze kinderen zit de stoornis diep verankerd.

Slide 29 - Slide

Risico- en beschermende factoren

Wat zijn het?
Voorbeelden?

Slide 30 - Slide

Risicofactoren tijdens het hechtingsproces

Slide 31 - Slide

Welke kinderen lopen risico?
  • Adoptie kinderen/ pleegkinderen
  • Ongewenste kinderen
  • Verwaarloosde, mishandelde kinderen
  • Kinderen uit gebroken gezinnen
  • Kinderen van ouders die zelf niet goed gehecht zijn
  • Kinderen van ouders met psychische problemen



Slide 32 - Slide

Gevolgen onveilige hechting

Slide 33 - Slide

1. Minder zelfvertrouwen
Een goede hechting met ouders of andere primaire opvoeders in de eerste levensjaren is essentieel voor een voorspoedige sociaal-emotionele, taal en cognitieve ontwikkeling van het kind.

Slide 34 - Slide

2. Minder veerkracht
Veerkracht: het vermogen om te herstellen van stress en tegenslag

Veerkracht ontstaat vanaf de geboorte door de verwachtingen die een kind ontwikkelt over de beschikbaarheid van anderen (vertrouwen) en de persoonlijke effectiviteit (zelfvertrouwen).

Slide 35 - Slide

3. Mindering in cognitie en taal
Kinderen leren door sensitieve reacties van hun ouders verbanden te leggen tussen hun gedrag en het effect daarvan. Als kinderen dit nooit geleerd hebben, ontwikkelen ze minder cognitie- en taalvermogen.

Slide 36 - Slide

4 Overige problemen
1.  Een onveilige gehechtheidsrelatie is een risicofactor in de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. 
2. Jongens die een gedesorganiseerde gehechtheidsrelatie hebben kunnen meer gedragsproblemen ontwikkelen.
3. Een onveilige hechting heeft invloed op het empathisch vermogen en sociale vaardigheden van kinderen. 
4. Kinderen met hechtingsproblemen hebben een grotere kans op psychiatrische aandoeningen zoals depressies, verslavingen, angststoornissen, en eetproblemen 
5. Kinderen met hechtingsproblemen hebben meer kans om later zelf kinderen te hebben met deze problemen. 

Slide 37 - Slide

Begeleiding van kinderen/jongeren met hechtingsstoornis
Het bieden van veiligheid staat centraal.

Kinderen/jongeren missen hun vertrouwen in zichzelf en de wereld.

Slide 38 - Slide

Waar kun je aan denken?
  • Vertrouwen opbouwen
  • Grenzen stellen
  • Ben jezelf, doe niet "nep"
  • Voorspelbaarheid
  • Structuur
  • Voorbeeldfunctie
  • Sensitief en responsief reageren
  • Inspelen op behoeften van het kind/jongere

Slide 39 - Slide