Les 20 I + J lv + mv

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* lv en mv
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les:
* weet ik wat het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp zijn.
* kan ik bepalen wat het lv en mv zijn in een zin.

timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning

* stillezen in je leesboek
* terugblik vorige lessen
* lv en mv
* oefeningen


Lesdoel

Aan het eind van de 
les:
* weet ik wat het lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp zijn.
* kan ik bepalen wat het lv en mv zijn in een zin.

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Zinsdelen benoemen
  1. Persoonsvorm (werkwoord / kan van tijd/getal veranderen)
  2. Onderwerp (wie/wat + pv?)
  3. Gezegde (wg = alle ww in de zin of ng = alle ww incl. kww in deze zin + eigenschap/toestand)
  4. Lijdend voorwerp (wie of wat + gezegde + ow?)
  5. Meewerkend voorwerp (aan of voor wie + gezegde + ow + lv?)
  6. Bijwoordelijke bepaling (alle overgebleven zinsdelen)

Slide 2 - Slide

Ontleed de volgende zinnen
Schrijf op in je schrift per zin: pv, ow, wg/ng

1. Door jullie ben ik vandaag zo ontzettend blij.
2. Gisteren ben ik naar de winkel gegaan.
3. En dan moet ik morgen weer werken.
4. Volgende week hebben we vakantie.
5. De kinderen lijken op maandag heel erg lief.

timer
3:00

Slide 3 - Slide

Antwoorden
1. pv = ben / ow = ik / ng = ben [zo ontzettend blij]
2. pv = ben / ow = ik / wg = ben gegaan
3. pv = moet / ow = ik / wg = moet werken
4. pv = hebben / ow = we / wg = hebben
5. pv = lijken / ow = de kinderen / ng = lijken [heel erg lief]

Slide 4 - Slide

Lijdend voorwerp

Slide 5 - Slide

Laptop bij je?
Maak de nulmeting lv - Gosocrative.com
lokaal: MEIJERCOMENIUS
naam: klas + volledige naam

Noteer je score op de leerroutekaart.
Bepaal welke opdrachten je gaat maken.
100% Maak nulmeting mv
Geen laptop?
Maak de opdracht op papier.

Controleer m.b.v. antwoordblad

Noteer je score op de leerroutekaart.
Bepaal welke opdrachten je gaat maken.
100% Maak nulmeting mv

Slide 6 - Slide

Lijdend voorwerp (lv)
  • is de persoon die in de zin iets 'overkomt' of het voorwerp dat iets 'ondergaat'. 

Slide 7 - Slide

Zo vind je het lv:
  1. Noteer ow + wg.
  2. Stel de vraag wat/wie + wg + ow? Het antwoord is het lv.
  3. Of stel de vraag: Wie of wat wordt + zww?

   Let op: het lv begint nooit met een voorzetsel!

Slide 8 - Slide

Voorbeelden
Leo versiert de taart.
De taart ondergaat het versieren. De taart wordt versierd.


Lisanne aait het konijn.
Het konijn ondergaat het aaien. Het konijn wordt geaaid.


Slide 9 - Slide

Ontleed deze zinnen
Schrijf op in je schrift per zin: pv, ow, wg/ng en lv

1. Gisteren was ik nog heerlijk aan het luieren.
2. Deze meivakantie was de leukste in een lange tijd.
3. Daarom koop ik nu een lekker ijsje voor mezelf.
timer
3:00

Slide 10 - Slide

Meewerkend voorwerp
Wat weet jij over het meewerkend voorwerp?

Slide 11 - Slide

Meewerkend voorwerp (mv)
  • geeft aan voor wie iets bestemd is.
  • komt voor bij ww die iets te maken hebben met geven of vertellen.
  • kan beginnen met 'aan' of 'voor', maar dat hoeft niet. Als er geen 'aan' of 'voor' staat, kan je deze toevoegen.
  • als er een mv in de zin is, staat er vaak ook een lv in.

Slide 12 - Slide

mv

Slide 13 - Slide

Keuze
1. Par. J: maak opdracht 6 en 7 (aanbevolen als je lv en mv nog niet zo goed kent)

2. Par. J: maak opdracht 8. (aanbevolen als je lv en mv makkelijk vindt). 

Klaar? Maak opdracht 10 en lever deze bij mij in. 

Vragen? Kijk eerst bij de theorie (HB blz. 158 t/m 160), dan vraag je het aan je buurvrouw of -man, Daarna steek je je hand omhoog, dan kom ik naar je toe.

Slide 14 - Slide

Schrijf op een blad
Ik kan voorwerpen in een zin herkennen en benoemen.
0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel

Slide 15 - Slide

Hoe vind je dat je gewerkt hebt?
Teken een emoji in je schrift.
timer
1:00

Slide 16 - Slide

huiswerk
Do 8-5:
nulmeting mv
Gosocrative.com
lokaal: MEIJERCOMENIUS

Slide 17 - Slide