OSP - lesweek 4

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken
1 / 33
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Ondersteuningsplan (OSP)
Fase: 3
Docenten: Prisca With, Frank van Aken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Opening 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  1. Je kunt uitleggen wat eigen regie is
  2. Je kunt begeleidingsdoelen schrijven die passend zijn bij jouw cliënt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
Wat
Hoe lang
Opening van de les
10 minuten
Terugblik op vorige week
15 minuten
Theorie zelfregie
15 minuten
Theorie doelen opstellen
20 minuten
Opdracht doelen opstellen
15 minuten
Afronding les
10 minuten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op de lesstof van vorige week
Hoeveel weet jij nog van de lesstof van vorige week?

Op het bord komen 5 vragen. Noteer voor jezelf het antwoord op de vraag. Na de 5 vragen bespreken we jullie antwoorden in de klas!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op de lesstof van vorige week
Hoeveel weet jij nog van de lesstof van vorige week?

  1. Wat is volgens jou een ordeningsmodel?
  2. Welke ordeningsmodellen ken je nog van vorige week?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op de lesstof van vorige week
Hoeveel weet jij nog van de lesstof van vorige week?

  1. Wat is volgens jou een ordeningsmodel?
  2. Welke ordeningsmodellen ken je nog van vorige week?
  3. Hiernaast zie je een afbeelding van een ordeningsmodel. Welk model is dit?
Bron: Boom Uitgevers, Mensen 2022

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op de lesstof van vorige week

  1. Wat is volgens jou een ordeningsmodel?
  2. Welke ordeningsmodellen ken je nog van vorige week?
  3. Hiernaast zie je een afbeelding van een ordeningsmodel. Welk model is dit?
  4. Welk ordeningsmodel past het beste op jouw BPV? Leg uit waarom?
Bron: Boom Uitgevers, Mensen 2022

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Terugblik op de lesstof van vorige week

  1. Wat is volgens jou een ordeningsmodel?
  2. Welke ordeningsmodellen ken je nog van vorige week?
  3. Hiernaast zie je een afbeelding van een ordeningsmodel. Welk model is dit?
  4. Welk ordeningsmodel past het beste op jouw BPV? Leg uit waarom?
  5. Bij welke stap van de eindopdracht ben je?
Bron: Boom Uitgevers, Mensen 2022

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Theorie eigen regie

Slide 10 - Slide

Klassengesprek
1) Wat verstaan jullie onder eigen regie?
2) voor wie geldt eigen regie?
3) Wanneer kan/mag je in Nederland eigen regie voeren
4) Waarom is eigen regie belangrijk denk je?
Eigen regie (Uit: Methodisch begeleiden, thema 7.2)
(Bijna) iedereen in Nederland heeft zelfbeschikkingsrecht. Dit betekent dat (bijna) iedereen zijn/haar eigen keuzes mag maken.

In je begeleiding (en dus ook je OSP) probeer je de eigen regie en zelfredzaamheid van de cliënt zo veel mogelijk te vergroten. 

Eigen regie: Cliënten mogen eigen keuzes maken hoe zij hun leven willen inrichten

Zelfredzaamheid: Gaat over de vraag of iemand in staat is om zelfstandig zijn leven te leiden


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Eigen regie (Uit: Methodisch begeleiden, thema 7.2)
Zelfregie is meer dan alleen maar de cliënt 'laten kiezen' hoe zijn leven eruit ziet. Cliënten vinden het vaak lastig om keuzes te maken. Wat kun jij doen om de eigen regie van cliënten te vergroten?

  1. Laat de cliënt erkennen dat soms andere mensen nodig zijn voor ondersteuning
  2. Positieve benadering: Wat wil de cliënt graag, wat kan hij goed?
  3. Geef inzicht in eigen wensen: wat zou de cliënt willen bereiken?
  4. Laat de cliënt inspraak hebben in welke ondersteuning hij nodig heeft en hoe vaak hij deze nodig heeft
  5. Betrek naastbetrokkenen bij de begeleiding zodat de cliënt altijd om hulp kan vragen als dat nodig is

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Eigen regie
Stel: 
De cliënt wil iets waar je het niet mee eens bent of die zelfs gevaarlijk zijn voor de cliënt.

Wat doe je dan?

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Draagkracht - draaglast
Houd altijd rekening met de draagkracht en de draaglast van je cliënt en de naastbetrokkenen

Draagkracht: hoe goed kan iemand omgaan met positieve/negatieve gebeurtenissen

Draaglast: alles dat een last/belasting vormt voor iemand

Als de balans tussen draagkracht en draaglast weg is, dan kan er onder andere stress ontstaan 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Eigen Regie - samenvattend
Als (persoonlijk) begeleider ben je bewust bezig met het vergroten van de zelfredzaamheid en eigen regie van de cliënt.

Verwerk in je Ondersteuningsplannen duidelijk hoe je dit doet!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen
Nadat je een beginsituatie hebt gemaakt van een cliënt, ben je bij stap 3 van de methodische cyclus gekomen.

Je gaat doelen formuleren die je samen met de cliënt gaat proberen te bereiken in je begeleiding.

Er bestaan doelen voor de kortere termijn (ongeveer 0-4 weken) en voor de langere termijn (langer dan 4 weken)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen
(uit Methodisch begeleiden, thema 4)
Doelen zijn de basis van je hulp- of zorgverlening

Aandachtspunten:
  1. Maak onderscheid tussen doelen op lange en korte termijn
  2. Niet te veel doelen
  3. Doelen hoeven niet altijd gericht te zijn op verbetering van een situatie
  4. Stem doelen af met collega's en client

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen

Doelen worden vaak SMART of RUMBA opgesteld. Elke letter staat voor een bepaald begrip. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Theorie doelen opstellen

Waar zouden de letters SMART voor staan?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek

Meetbaar

Acceptabel

Realistisch

Tijdgebonden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet (=precies) mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: 

Acceptabel: 

Realistisch: 

Tijdgebonden: 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet (=precies) mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: Je moet kunnen meten / zien of een doel bereikt is

Acceptabel: 

Realistisch: 

Tijdgebonden: 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet (=precies) mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: Je moet kunnen meten / zien of een doel bereikt is

Acceptabel: Sluit het doel aan bij de wensen / mogelijkheden van de cliënt en de instelling

Realistisch: 

Tijdgebonden: 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet (=precies) mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: Je moet kunnen meten / zien of een doel bereikt is

Acceptabel: Sluit het doel aan bij de wensen / mogelijkheden van de cliënt en de instelling

Realistisch: Kan het doel bereikt worden?

Tijdgebonden: 

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

SMART-methode
Specifiek: Beschrijf zo concreet (=precies) mogelijk wat er bereikt moet worden

Meetbaar: Je moet kunnen meten / zien of een doel bereikt is

Acceptabel: Sluit het doel aan bij de wensen / mogelijkheden van de cliënt en de instelling

Realistisch: Kan het doel bereikt worden?

Tijdgebonden: Hoe lang gaat het duren om het doel te bereiken?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Rumba-methode
Staat voor
Vertaling
Omschrijving
Relevant
Relevant (van toepassing)
Helpt het doel om het probleem op te lossen?
Understandable
Begrijpelijk
Kunnen de client en naasbetrokkenen het doel begrijpen?
Measurable
Meetbaar
Is het doel te checken? Hoeveel, hoe lang?
Behavioral
Gedragsmatig
Welk concreet gedrag moet de client laten zien
Attainable
Bereikbaar
Kan de client het doel bereiken?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Even oefenen
We oefenen gezamenlijk met het vertalen van een ondersteuningsvraag naar een SMART-doel

Wie kan er een ondersteuningsvraag noemen?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Hoe stel je SMART-doelen op?
Een aantal tips:
  • Begin er 'gewoon' aan
  • Stel een doel op en bedenk vervolgens of het doel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdsgebonden is
  • Een doel opstellen is vaak een kwestie van meerdere keren dingen aanpassen
  • Vraag eventueel collega's / klasgenoten om feedback

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Opdracht doelen
Je mag deze de opdracht in groepjes van 2-4 studenten doen. Je krijgt van de docent een blaadje met twee opdrachten.

Opdracht 1:
Oefen met het maken van doelen

Opdracht 2:
Je bekijkt de doelen en beoordeelt of ze SMART/RUMBA zijn. Bespreek met je groepje: wat vinden jullie gezamenlijk?

Klaar met de 2 opdrachten:
Lees de eindopdracht + rubric door. Begrijp je wat je moet doen voor de eindopdracht?

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Wat is blijven hangen van de les van vandaag?

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Meer dan 3 fout bij de terugblik op de vorige les:
Neem de LessonUp van vorige week nog een keer door. Lees de bijbehorende theorie uit je boek

Minder dan 3 fout bij de terugblik:
Ga verder met de eindopdracht!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie van de les

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Dank voor de aandacht!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions