P 1 Week 3 Argumentatietheorie

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Welkom
V4: 
  • Zet de volgende begrippen van concreet naar abstract
  1.  Appel - Fruit - Eten - Voorwerp
  2.  Geluk - Positief gevoel dat je een lange tijd hebt - Positief gevoel - Gevoel

  • Maak opdracht 7a. (als je dat nog niet gedaan hebt)

  • Als je eerder klaar bent begin je met het lezen van hoofdstuk 3.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Welkom
V4: 
  • Zet de volgende begrippen van concreet naar abstract
  1.  Appel - Fruit - Eten - Voorwerp
  2.  Geluk - Positief gevoel dat je een lange tijd hebt - Positief gevoel - Gevoel

  • Maak opdracht 7a. (als je dat nog niet gedaan hebt)

  • Als je eerder klaar bent begin je met het lezen van hoofdstuk 3.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Week 3 Les 1
Argumentatietheorie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Inleiding in de filosofie
Filosofisch gereedschap
filosofische vragen
- vooronderstellingen
- abstract en concreet
-soort-verschil definitie
Vroege geschiedenis
- ontstaan
- Socrates
- Plato
Kritisch denken
- argumentatie
- overtuigingsmiddelen
- drogredenen
Filososche teksten lezen en begrijpen
Overzicht periode

Slide 3 - Slide

vooronderstellingen.
P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Programma
  1. Herhaling (al gedaan)
  2. Systeem 1 en 2 denken
  3. Retoriek 
  4. Zelfstandig werken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Lesdoelen
Extra) Ik weet waarom systeem 1 en 2 denken belangrijk is in de filosofie

7) ik kan een betoog analyseren aan de hand van ethos, pathos, logos en kairos

8) ik kan zelf voorbeelden geven van ethos, pathos, logos en kairos. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Marco is 31 jaar oud, getrouwd en erg fit. Hij heeft economie gestudeerd en tijdens zijn studie was hij erg actief bij verschillende sportverenigingen. Marco vindt het belangrijk om te bewegen en doet dit het liefst samen met anderen. Wat is waarschijnlijker?
A
Marco werkt bij een bank
B
Marco werkt bij een bank en voetbalt één keer per week

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


-Als het regent zijn de straten nat
-De straten zijn nat
-Dus het regent
A
De redenatie klopt
B
De redenatie klopt niet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Kritisch denken
- argumentatie
- overtuigingsmiddelen
- drogredenen
Filosofen bestuderen argumentatie, overtuigingsmiddelen en drogredenen om teksten/toespraken/uitspraken vanuit systeem 2 te kunnen bekijken.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Aristoteles

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Aristoteles
  • Een van de eersten die systematisch dacht over denken en spreken
  • Rhetorica= de kunst van het overtuigen
  • Gelijk hebben is niet hetzelfde als gelijk krijgen
'De kunst van rhetoriek (4e eeuw v. Chr.(

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Waarom retoriek?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Waarom retoriek?
Als persoon: Goed om te weten hoe je anderen kan overtuigen van jouw gelijk





Slide 13 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Waarom retoriek?
Als persoon: Goed om te weten hoe je anderen kan overtuigen van jouw gelijk

Als filosoof: Goed om te weten wanneer en hoe een ander jou probeert te overtuigen van hun gelijk



Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: geloofwaardigheid




Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: geloofwaardigheid


2) Pathos: emoties/gevoel






Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: geloofwaardigheid


2) Pathos: emoties/gevoel


3) Logos: argumenten







Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vier middelen van overtuiging:
1) Ethos: geloofwaardigheid


2) Pathos: emoties/gevoel.


3) Logos: argumenten


4) Kairos: timing




Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 10

Je gaat zo een toespraak van premier Rutte bekijken. Schrijf op  welke elementen je kan ontdekken die passen bij ethos en pathos

Bekijk de video nog een keer, en let dan op logos en kairos

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 20 - Video

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Aan de slag
  • Lees 3.1 in de reader
  • Maak opdracht 11 helemaal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Lesdoelen
Extra) Ik weet waarom systeem 1 en 2 denken belangrijk is in de filosofie

7) ik kan een betoog analyseren aan de hand van ethos, pathos, logos en kairos

8) ik kan zelf voorbeelden geven van ethos, pathos, logos en kairos. 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

P 1 Week 2 Concreet-abstract en definities
Donderdag
Proeftoets over alle stof tot nu toe±
-FIlosofische/dogmatisch, filosofische vragen, vooronderstellingen, abstract-concreet, soort-verschil definities

Slide 23 - Slide

This item has no instructions