H6.3 Korting

Wiskunde
Hoofdstuk 6.3
Korting

Welkom
Zoek een plekje op en leg al je spullen op tafel.
Inloggen in LessonUpapp.

Let op!
Telefoon en/of smartwatch in kluis of thuis

Spullen
Boek B, potlood, pen, gum, 
geodriehoek, rekenmachine, i-Pad. 
timer
4:00
1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wiskunde
Hoofdstuk 6.3
Korting

Welkom
Zoek een plekje op en leg al je spullen op tafel.
Inloggen in LessonUpapp.

Let op!
Telefoon en/of smartwatch in kluis of thuis

Spullen
Boek B, potlood, pen, gum, 
geodriehoek, rekenmachine, i-Pad. 
timer
4:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 41% korting. Hoeveel korting krijgt ze? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
procent

euro
16,95
100
6,95
1
X
41

Slide 5 - Drag question

Basis 3 heeft 76 leerlingen, daarvan zijn er 68,4% van online. Hoeveel van de leerlingen is online? 
Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.

76
100
52
1
X
68,4
Aantal
Procent
31,6
24
23

Slide 6 - Drag question

Een rugbyshirt kost 60 euro. De prijs gaat 4% omhoog. Wat wordt de nieuwe prijs?
A
62,40
B
66,67
C
57,60
D
64,00

Slide 7 - Quiz

Wat is
de nieuwe prijs?
A
104 euro
B
650-104= 546 euro
C
650+104=754 euro
D
104 + 16 = 120 euro

Slide 8 - Quiz

Je krijgt €5 korting op je bestelling van €20. De nieuwe prijs krijg je door:
A
-
B
x
C
:
D
+

Slide 9 - Quiz

Een fiets van €879,- wordt 8% duurder
Hoe bereken je de nieuwe prijs?
A
879 : 100 x 8
B
879 x 108
C
879 : 100 x 108
D
978 : 100 x 108

Slide 10 - Quiz

Bert ziet een hoed voor 80 euro. Bij de hoed staat een kaartje met 20% korting. Hoeveel kost de hoed nu?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent          100                   1   

euro                                        X
20
16,00
80,00
100
1
X
Bedrag
Procent
64,00
80

Slide 11 - Drag question

Karel ziet een mobiel voor 700 euro. Bij de mobiel staat een kaartje met 8% korting. Wat is de nieuwe prijs voor mobiel?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent          100                   1   

euro                                        X
8
644,00
700,00
100
X
1
Bedrag
Procent
92

Slide 12 - Drag question

Rene ziet een fiets voor 500 euro. Bij de fiets staat een kaartje met 10% korting Hoeveel kost de fiets nu?
Schuif de vakken op de juiste plaats
procent          100                   1   

euro                                        X
10
450,00
500,00
100
X
1
Bedrag
Procent
90
50

Slide 13 - Drag question

Een boot is 2695 mm lang. Je krijgt 29,7% korting. Hoeveel euro korting krijg je? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel. (Procenten boven)

2695
100
1895
1
X
29,7
Procent
Lengte
129,7
800

Slide 14 - Drag question

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel moet ze betalen? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
16,95
100
6,95
1
X
59
Bedrag
Procent
41
10,00

Slide 15 - Drag question

In de winkelstraat lopen 140 mensen rond. Er worden 85% mensen gevraagd om mee te doen aan een enquete. Hoeveel van de mensen is ondervraagd?Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
140
119
X
1
85
100
15
21

Slide 16 - Drag question

Een fiets van €879,- wordt 8% duurder
Hoe bereken je de 8%?
A
879 : 100 x 8
B
879 x 108
C
879 : 100 x 108
D
978 : 100 x 108

Slide 17 - Quiz

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt 59% korting. Hoeveel euro korting krijgt ze? Sleep de juiste getallen in de verhoudingstabel.
16,95
100
6,95
1
X
59
Bedrag
Procent
41
10,00

Slide 18 - Drag question

Nora koopt een cd in de opruiming. De cd kost €16,95. Ze krijgt €10 korting. Bereken de nieuwe prijs?

Slide 19 - Open question

Even samen maken 
Blz 58, 59 en 60.


4
80:4=20, dus €20
80-20=60, dus €60

Slide 20 - Slide

Ook deze nog!
Verhoudingstabel staat op het whitebord.

Slide 21 - Slide

Ook deze nog!
70:100x10= 7, dus €7

Slide 22 - Slide

Ook deze nog!
70:100x10= 7, dus €7
70:100x60=42, dus €42

Slide 23 - Slide

Ook deze nog!
70:100x10= 7, dus €7
70:100x60=42, dus €42
70-42=28, dus €28

Slide 24 - Slide

Zelf maken en nakijken blz 58,
Schrijf de berekening op onderaan blz 58. Daar is genoeg ruimte. 
59 en 60.

Slide 25 - Slide

Huiswerk

Alles van H6.3


De volgende les gaan we aan de slag met H6.4 Prijsverhoging
Toets over H6: Zie het bord

Slide 26 - Slide