Schrijf 5 Duitse woorden uit de tekst op, die je al kent.
Onderstreep woorden/zinnen, die jij denkt te kunnen vertalen.
timer
6:00
stil
Slide 5 - Slide
spreek de letter Duits uit
A
Z
U
V
Ö
Ä
B
G
J
P
O
R
S
Ü
M
Q
T
C
D
I
L
E
F
H
K
N
W
X
Slide 6 - Slide
Whiteboard - spreken getallen
12
5
7
100
50
23
9
10
14
20
Slide 7 - Slide
Afloop van de luister oefening
Schrijf je naam en klas op het papier
Je leest de vraag bij fragment A goed door. Tijdens het lezen/afspelen van een fragment is het muisstil in het lokaal. Als je het antwoord hebt gehoord, noteer je het meteen.
Het fragment A wordt herhaalt.
Je krijgt tijd om fragment B goed door te lezen. Na het eerste afspelen/lezen wordt ook dit herhaalt.
Je krijgt tijd om de tekst bij fragment C te lezen. Bij opdracht C omcirkel je het juiste woord op het stencil.
Je krijgt tijd om de opdracht van fragment D te lezen.
Slide 8 - Slide
Fragment A
klas 2 luistertoets 1 fragment A
Slide 9 - Slide
Fragment B
klas 2 Luistertoets 1 gragment B
Slide 10 - Slide
Fragment C
klas 2 Luistertoets 1 fragment C
Slide 11 - Slide
Fragment D
klas 2 Luistertoets 1 fragment D
Slide 12 - Slide
AAN DE SLAG 2
Open je Textarbeitsboek 1 blz. 93 t/m 96
Maak Aufgabe 2b, 2c, 5, 6a
blz. 107 Aufgabe 3, 4
(persoonsvormen "zijn" en "hebben").
timer
15:00
Slide 13 - Slide
Terugblik - hebben wij dit bereikt?
Hoe gingen de luisteroefeningen?
Herhaling van "haben" & "sein"
Herhaling van het alfabet en getallen
Je kent het doel van de docente: Duits begrijpen is niet zo moeilijk.