(2hv) H2 het stroomgebied van de rijn paragraaf 3 deel 2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Planning:

• Introductie
  
• Uitleg: paragraaf 3 H2 de benedenloop van de Rijn laagvlakte + B90, B121 blz. 29
  
• maken opdracht 5 t/m 9 paragraaf 4 blz. 30/31
  
• nabespreken paragraaf 3
  
• afsluiting

aan het einde van de les kan/weet je:

• hoe de benedenloop van de Rijn is.
•  wat verval en verhang is.
• 
  

herhaling vorige les

Beschrijf wat er zal gebeuren als de rivier lang blijft meanderen

Sleep het juiste begrip naar de juiste afbeelding

Waterscheiding

Stroomgebied van de Rijn

Bovenloop

Stroomstelsel

Stroomgebied van de Maas

uitleg/aantekeningen

De bovenloop van de Rijn

• In de bovenloop -> hoge stroomsnelheid -> veel erosie -> V-dalen -> watervallen
• Door de hoge stroomsnelheid in de bovenloop kan hier veel hydro-elektriciteit opgewekt worden.
  

De Middenrijn

• Tussen Bingen en Bonn -> middenloop van de Rijn -> gebergte -> gevolgen: dieper water, smaller dal, veel afbuigingen
  
• -Handelsroute in de middeleeuwen -> veel steden en kastelen
  
• 
  -‘Romantische Rijn’ -> veel toerisme en werelderfgoed 

De benedenloop van de Rijn

In de benedenloop na Bonn -> lage stroomsnelheid -> meanders ->splitsingen Rijn in Waal, Neder-Rijn en IJssel

Dicht bij monding ->weinig hoogteverschil -> klein verval en verhang -> veel sedimentatie -> rivierbedding raakt verstopt -> delta

Kijkopdracht

Bekijk de video 'Ruimte voor de rivieren' van het klokhuis

Geef antwoord op de vragen:

1. Wat is het project Ruimte voor de rivier

2. Welke maatregelen worden er genomen

3. Welke maatregelen zouden er voor onze regio genomen moeten worden?

Verval =

hoogteverschil tussen 2 punten langs een rivier.

Verhang: verval per km.

dus het hoogteverschil per km.

Verval=

hoogteverschil=

2500-2000= 500 m

Bereken de verval en verhang:

Plaats 1: spijk=12m

Plaats 2: Hoek van Holland= 0m

Afstand tussen plaats 1 en 2 = 150km

Verval=...................

Verhang=......................... : ............... = .....m/km

herhalen/nabespreken

Waar vindt erosie plaats en waar sedimentatie?

1. Erosie in de bovenloop, sedimentatie in de benedenloop
2. Sedimentatie in de bovenloop, erosie in de benedenloop
3. Sedimentatie in de benedenloop, erosie in de middenloop en sedimentatie in de bovenloop
4. Erosie in de benedenloop, erosie in de middenloop en sedimentatie in de bovenloop

Het einde van de Rijn, waar de rivier zee in stroomt, heet ook wel

1. De delta
2. De overloop
3. De einloop
4. Estuarium

Hier stroomt het water het hardst

1. Middenloop
2. Benedenloop
3. Bovenloop
4. Achterloop

Hier vindt het meeste sedimentatie plaats

1. Middenloop
2. Benedenloop
3. Bovenloop
4. Achterloop

Welk proces overheerst hier op de foto?

1. verwering
2. erosie
3. sedimentatie

Welk proces overheerst hier op de foto?

1. verwering
2. erosie
3. sedimentatie

In de binnenbocht vindt.....plaats

1. verwering
2. erosie
3. sedimentatie