Oefenles vakdidactiek verbeterd

1 / 44
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze les:
Terugblik Hoofdstuk 5
Uitleg hoofdstuk 7 paragraaf 1
Maken opdrachten paragraaf 1
Afsluiten & vooruitblikken

Slide 2 - Slide

Aan het eind van de les kunnen jullie...
... de delers van een getal opschrijven.
... uitleggen wat priemgetallen zijn.
... deelbaarheidseigenschappen benoemen van getallen.

Slide 3 - Slide

Noem zoveel mogelijk verschillende priemgetallen!

Slide 4 - Mind map

Wanneer is een getal deelbaar door een ander getal?
Even getallen zijn deelbaar door 2.

Oneven getallen zijn niet deelbaar door 2.

Slide 5 - Slide

Voorbeeld 1:


Is 3186 deelbaar door 9?


Waarom wel/niet?

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 1:


Is 3186 deelbaar door 9?

3 + 1 + 8 + 6 = ?

Slide 7 - Slide

Voorbeeld 1:


Is 3186 deelbaar door 9?

3 + 1 + 8 + 6 = 18

Slide 8 - Slide

Voorbeeld 1:


Is 3186 deelbaar door 9?

3 + 1 + 8 + 6 = 18
18 : 9 = ?

Slide 9 - Slide

Voorbeeld 1:


Is 3186 deelbaar door 9?

3 + 1 + 8 + 6 = 18
18 : 9 = 2

Slide 10 - Slide

Voorbeeld 1:


Is 3186 deelbaar door 9?

3 + 1 + 8 + 6 = 18
18 : 9 = 2

Slide 11 - Slide

Voorbeeld 1:


Is 3186 deelbaar door 9?

3 + 1 + 8 + 6 = 18
                                               18 : 9 = 2               Dus deelbaar door 9    

Slide 12 - Slide

Voorbeeld 2:


Is 7542 deelbaar door 3?


Waarom wel/niet?

Slide 13 - Slide

Voorbeeld 2:


Is 7542 deelbaar door 3?

7 + 5 + 4 + 2 = ?

Slide 14 - Slide

Voorbeeld 2:


Is 7542 deelbaar door 3?

7 + 5 + 4 + 2 = 18

Slide 15 - Slide

Voorbeeld 2:


Is 7542 deelbaar door 3?

7 + 5 + 4 + 2 = 18
18 : 3 = ?

Slide 16 - Slide

Voorbeeld 2:


Is 7542 deelbaar door 3?

7 + 5 + 4 + 2 = 18
18 : 3 = 6

Slide 17 - Slide

Voorbeeld 2:


Is 7542 deelbaar door 3?

7 + 5 + 4 + 2 = 18
                                     18 : 3 = 6        Dus deelbaar door 3 

Slide 18 - Slide

Priemgetallen
Elk natuurlijk getal dat geen priemgetal is, is te schrijven als product van priemgetallen bijvoorbeeld: 60 = 2 x 2 x 3 x 5

Slide 19 - Slide

Voorbeeld 1:


Schrijf 150 als product van priemfactoren.
Let op! Kijk altijd eerst naar hoe vaak het kleinste priemgetal erin past en daarna een groter etc. (bijvoorbeeld: eerst de 2, dan de 3, dan de 5 etc)

Slide 20 - Slide

Voorbeeld 1:
Schrijf 150 als product van priemfactoren.
150
75

: 2

____

Slide 21 - Slide

Voorbeeld 1:
Schrijf 150 als product van priemfactoren.
150
75
25

: 2
: 3

____
____

Slide 22 - Slide

Voorbeeld 1:
Schrijf 150 als product van priemfactoren.
150
75
25
5

: 2
: 3
: 5

____
____
____

Slide 23 - Slide

Voorbeeld 1:
Schrijf 150 als product van priemfactoren.
150
75
25
5
1
: 2
: 3
: 5
: 5
____
____
____
____

Slide 24 - Slide

Voorbeeld 1:
Schrijf 150 als product van priemfactoren.
150
75
25
5
1
: 2
: 3
: 5
: 5
____
____
____
____
Dus 150 = 2 x 3 x 5 x 5

Slide 25 - Slide

Voorbeeld 1:
Schrijf 150 als product van priemfactoren.
150
75
25
5
1
: 2
: 3
: 5
: 5
____
____
____
____
Dus 150 = 2 x 3 x 5 x 5

Slide 26 - Slide

Voorbeeld 2:


Schrijf 405 als product van priemfactoren.
Let op! Kijk altijd eerst naar hoe vaak het kleinste priemgetal erin past en daarna een groter etc. (bijvoorbeeld: eerst de 2, dan de 3, dan de 5 etc)

Slide 27 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135

: 3

____

Slide 28 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45

: 3
: 3

____
____

Slide 29 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45
15

: 3
: 3
: 3

____
____
____

Slide 30 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45
15

: 3
: 3
: 3

____
____
____

Slide 31 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45
15
5

: 3
: 3
: 3
: 3

____
____
____
____

Slide 32 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45
15
5
1

: 3
: 3
: 3
: 3
: 5

____
____
____
____
____

Slide 33 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45
15
5
1

: 3
: 3
: 3
: 3
: 5

____
____
____
____
____
Dus 405 = 3 x 3 x 3 x 3 x 5

Slide 34 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45
15
5
1

: 3
: 3
: 3
: 3
: 5

____
____
____
____
____
Dus 405 = 3 x 3 x 3 x 3 x 5

Slide 35 - Slide

Voorbeeld 2:
Schrijf 405 als product van priemfactoren.
405
135
45
15
5
1

: 3
: 3
: 3
: 3
: 5

____
____
____
____
____
Dus 405 = 3 x 3 x 3 x 3 x 5
=345

Slide 36 - Slide

Probeer deze eens op te lossen.

Slide 37 - Slide

Oplossing
2
2
2
3
5
8 = 2 x 2 x 2
12 = 2 x 2 x 3
20 = 2 x 2 x 5
30= 2 x 3 x 5

Slide 38 - Slide

Aan het werk!
Wat: Oefeningen maken zelfstandig 
           HAVO 1 t/m 15 VWO 1 t/m 16
Hoe: Pen, papier en boek online of analoog
Hulp: Docent, boek of klasgenoot
Tijd: 10/15 minuten
Uitkomst: Opdrachten zo ver mogelijk klaar hebben (zo min mogelijk thuis )
Klaar: Nakijken en maken opdracht 12 vwo en 16 havo

Slide 39 - Slide

Geef de delers van 150

Slide 40 - Open question

Geef het getal 70 weer als het product van priemgetallen.

Slide 41 - Open question

Waarom is 3 een priemgetal?

Slide 42 - Open question

Is 4 dan ook een priemgetal waarom wel/niet?

Slide 43 - Open question

Huiswerk:
  • HAVO hoofdstuk 7 paragraaf 1 opdracht 1 t/m 15
  • VWO hoofdstuk 7 paragraaf 1 opdracht 1 t/m 11

VOORUITBLIK:
Kwadratische vergelijkingen, buiten haakjes halen en ontbinden in factoren.


Slide 44 - Slide