6.4 Schaal

Schaal

Het rekenen met schaal heeft altijd te maken met een tekening, landkaart, een foto of een model.

Deze zijn vaak een kleinere weergave van de werkelijkheid.

1 / 27

Slide 1: Slide

WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Schaal

Het rekenen met schaal heeft altijd te maken met een tekening, landkaart, een foto of een model.

Deze zijn vaak een kleinere weergave van de werkelijkheid.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Werkelijke lengte berekenen

Slide 3 - Slide

Schaal 1:18

Een model van een sportauto is gemaakt met een schaal 1:18

Dit betekent de auto in werkelijkheid 18x groter is.

Voorbeeld: De lengte van de de schaalmodel is 35 cm.

Hoe lang is de auto in werkelijkheid in meters?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Omrekenen

630 cm = 6,3 m

Slide 6 - Slide

model trein 50 cm lang.
schaal 1:20
Hoe lang is de trein in werkelijkheid in meters?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Op een foto is een boom 7,5 cm hoog.
Schaal 1:150
Hoe hoog is de boom in werkelijkheid in meters?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Maak nu opgaven 24-25-26

en nakijken!!!

Slide 11 - Slide

Lengte schaalmodel

tekening/foto/kaart

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

In werkelijkheid is de lengte van een persoon 1,8 m

Hoe lang is de lengte van deze persoon op een foto met een schaal 1:150

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

omrekenen

0,012 m = 1,2 cm

Slide 16 - Slide

Schaalmodel trein 1:40
werkelijke lengte 60 meter.
Bereken de lengte van het schaalmodel in cm.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

maken opgave 27

Slide 19 - Slide

schaal berekenen

Slide 20 - Slide

voorbeeld

Slide 21 - Slide

Schaalmodel auto

Een auto is in werkelijkheid 5,2 m lang

De schaalmmodel 10,4 cm lang

Bereken de schaal

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Schaalmodel trein heeft lengte 30 cm
Werkelijke lengte trein is 12 meter
Bereken de schaal

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Maken opgaven

28 t/m 31

Slide 27 - Slide