• What is LessonUp
  • Search
  • Channels
  • AI tools

    Beta

‹Return to search

Vitale functies helpende plus

Vorige week
- Laatste stuk medicatie
- Vragen over medicatie?
- Andere vragen?
1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Vorige week
- Laatste stuk medicatie
- Vragen over medicatie?
- Andere vragen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 4 Observeren
Inhoud:
- Soorten observaties, objectief en subjectief
- Vitale functies

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Soorten observaties (p. 43)
  • Beschrijvend = je noteert alles wat je ziet, belangrijk en opvallend vindt. 
    Voordeel: compleet beeld. Nadeel: vaak subjectief, korte meting

  • Observatieschema = turfsysteem, punten aanstrepen/aankruisen.
    Voordeel: makkelijk resultaten vergelijken. Voorbeeld: hoe vaak moet een bewoner urineren?

  • Beoordelingsschaal = met een cijfer een waardeoordeel.
    Voordeel: hoeveel iets aanwezig is. Nadeel: subjectief, door eigen beleving.
    Bijvoorbeeld: pijnscorelijst

  • Observaties vastleggen = registreren en rapporteren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Observeren
Objectief =



Subjectief =

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

De ademhaling van Dhr. Hendrik is te langzaam
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Mevrouw de Vries heeft koorts. Ze heeft een lichaamstemperatuur van 38,5 graden.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Ik heb het vermoeden dat Erik zijn medicijn niet inneemt
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn vitale functies?

Slide 8 - Mind map

De vitale functies van de mens zijn de lichaamsfuncties die de mens in leven houden
Vitale functies
de lichaamsfuncties die de mens in leven houden
(p.44)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welke vitale functies ken je?

Slide 10 - Open question

Ademhaling
Circulatie
Temperatuur
bewustzijn

Vandaag bespreken we:
Ademhaling (p. 44)
Hartslag
Lichaamstemperatuur
Bewustzijn

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Controle ademhaling,
waar let je op (wat observeer je)?

Slide 14 - Mind map

snelheid
regelmaat
diepte
geluid

Ademhaling observeren
  • Snelheid (aantal AH/minuut)
  • Diepte en gelijkmatigheid
  • Ritme
  • Geluid
  • (Geur, zoet/fruitig of ammoniak)

Doe dit altijd ongemerkt!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

hoeveel ademhalingen per minuut heb je als volwassene gemiddeld?
A
12-20
B
20-30
C
15-17
D
30-50

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vandaag bespreken we:
Ademhaling
Hartslag (p. 47)
Lichaamstemperatuur
Bewustzijn

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Voor de pauze:
Tel in tweetallen elkaars ademhaling per minuut.
Tip: bij een regelmatige ademhaling kan dit ook 30 sec.
Voor het noteren van je observatie doe je dit altijd keer 2, zodat je het van 1 minuut weet.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Meteen na de pauze:
Tel nog een keer bij elkaar de ademhaling per minuut.
Is er wat veranderd?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Hoofdstuk 4
opdracht 1 t/m 4
opdracht 6 en 7

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Hoe observeer je de hartslag?

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Waarom hartslag observeren?
  • Hartafwijking
  • Aandoening aan de hersenen
  • Gebruik van medicijnen
  • Na operatie
  • Bij bewusteloosheid
  • Na verstikking

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Als je 'de pols telt' krijg je informatie over de hartfunctie en circulatie.

Welke van de onderstaande informatie meet je?
A
de frequentie van de hartslag, het aantal slagen per minuut
B
de regelmaat van de hartslag, regulair of irregulair
C
de gelijkmatigheid en kracht van de hartslag
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quiz

  • De frequentie van de hartslag (het aantal slagen per minuut)
  • De regelmaat van de hartslag (regulair of irregulair)
  • De gelijkmatigheid van de hartslag (elke hartslag gevuld met een zelfde hoeveelheid bloed)
  • De kracht van de hartslag

Slide 26 - Video

This item has no instructions

Wanneer is de hartslag verhoogd?
A
Bij inspanning
B
Bij koorts
C
Bij heftige emoties
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Hartslag/'pols' meten

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Aandachtspunten meten van de pols
  • Let op regelmaat en kracht hartslag.
  • Op verschillende plaatsen kan de hartslag in een slagader worden geteld: pols, slaap, hals, arm, lies, enkel, voet.
  • Tel een onregelmatige pols gedurende een minuut.
  • De polsslag kan variëren onder invloed van inspanning, ziekte, pijn of stress.
  • Afwijkingen in frequentie, ritme of kracht melden aan de arts.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Wanneer spreek je van een (te) lage of (te) hoge pols?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Klachten bij lage hartslag
  • Duizeligheid
  • Flauwvallen
  • Vermoeidheid
  • Concentratiestoornissen
  • Geheugenstoornissen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken hartfalen:
Hypertensie
Myocardinfarct
Hartklepafwijlingen
Aritmieën
Pulmonale hypertensie

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken hartfalen:
Hypertensie = hoge bloeddruk
Myocardinfarct = hartinfarct. De kransslagader zit verstopt
Hartklepafwijkingen = verstoring normale bloedstroming
* Slecht sluiten (insuffiëntie)
* Slecht openen (stenose)
Aritmieën = hartritmestoornissen
* Tachycardie = te snel
* Bradycardie = te langzaam
* Fibrilleren = onregelmatig kloppen
Pulmonale hypertensie = bloeddruk in de bloedvaten die de longen van bloed voorzien is te hoog, het hart moet daardoor harder werken.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions


A. Normale bloeddruk
B. Oorzaken hypertensie

C. Verschijnselen hypertensie


D. Gevolgen hypertensie

E. Hypotensie

F. Verschijnselen/ gevolgen hypotensie

A. 120/80. Hoger bij ouder worden
B. Leeftijd, leefstijl, genetisch, stress, chronische ziektes
C. 140/90 +, Geen duidelijke symptomen in vroeg stadium. Later kan hoofdpijn, duizeligheid, kortademig, wazig zien.
D. Hart/vaatziekten, nierschade, arteriosclerose, hartfalen, oogschade
E. Lage bloeddruk: <90/60. Door medicatie, uitdroging, bloedverlies
F. Duizeligheid, flauwvallen, misselijk, 
ernstig --> shock

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Video

This item has no instructions

Wat zijn de oorzaken van hypertensie?
Oorzaken essentiële hypertensie 1 te veel zout; 2 zwaarlijvigheid/overgewicht; 3 een teveel aan alcohol; 4 roken; 5 stress; 6 weinig bewegen; Beperk je alcoholgebruik / Bron: 7 drop en zoethout.
Hypertensie

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Hypertensie


Vanaf welke bloeddrukwaarden spreken we van hypertensie?

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Vandaag bespreken we:
Ademhaling
Hartslag
Lichaamstemperatuur (p. 54)
Bewustzijn

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Wat is de normale lichaamstemperatuur?
A
Tussen 35,5-36,5
B
Tussen 36,5 en 37.0
C
Tussen 36,0-37,5
D
Tussen 36,5-38,0

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer spreek je van koorts?
A
38 graden en lager
B
Vanaf 37,5 graden
C
39 graden en hoger
D
38 graden en hoger

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Hoe reguleert ons lichaam zijn temperatuur?
Warmte ontstaat door verbrandingsprocessen in lichaamscellen. 

Bij lage temp: spieren trillen, haarvaten vernauwen (bleek), haren omhoog (kippenvel)
Bij hoge temp: haarvaten verwijden, zweten, hartslag omhoog, ademhaling omhoog

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Koorts
Stadium 1 Koudestadium
Temp verhogen (rillen, klappertanden, kippenvel). Geef extra dekens en warme dranken. Observeer op verwardheid

Stadium 2 Warmtestadium
Temp bereikt, meer warmte aanmaken én afstaan (wisselend warm/koud). Client voelt zich ziek (hoofdpijn, spierpijn, gebrek aan eetlust, misselijk). Let op voldoende vochtinname. 

Stadium 3 Transpiratiestadium
Temp gaat omlaag. Client is rood, zweet en heeft dorst. Verwijder dekens, doe droge kleding aan. Voorkom afkoeling/tocht. Client voelt zich moe en wil slapen. 

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Welke methoden van temperatuur meten zijn er?

Slide 44 - Mind map

This item has no instructions

Meten van de temperatuur
Normale lichaamstemperatuur tussen 36,5 °C en 37,5 °C
Ondertemperatuur (hypothermie) onder 36,1 °C
Verhoging (subfebriele temperatuur) tussen 37,5 °C en 38 °C
Koorts 38 °C en hoger
Overtemperatuur (hyperthermie) boven 41 °C

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Vandaag bespreken we:
Ademhaling
Hartslag
Lichaamstemperatuur
Bewustzijn (p. 61)

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Bewustzijn

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
10-11-12-
14-15-16-17-18-19-21

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

More lessons like this

Vitale functies helpende plus

August 2023 - Lesson with 38 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Vitale functies helpende plus

October 2022 - Lesson with 34 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Helpende Plus Les 3 Vitale functies

December 2022 - Lesson with 39 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Vitale functies

December 2024 - Lesson with 41 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Circulation (C)

April 2021 - Lesson with 36 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Vitale functies helpende plus

October 2024 - Lesson with 43 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Vitale Functies

June 2023 - Lesson with 39 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

Vitale functies

November 2022 - Lesson with 36 slides
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1
LessonUp
TermsPrivacy StatementCookie StatementContact
English

Our Cookies

We use cookies to improve your user experience and offer you personalized content. By using Lessonup you agree to our cookie policy.

Change settings