Examentraining 2024-2025 VMBO TL

Examentraining 2024-2025 VMBO TL
1 / 43
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Examentraining 2024-2025 VMBO TL

Slide 1 - Slide

 Examentraining Aardrijkskunde! 

Slide 2 - Slide

Tips & Tricks voorbereiden voor  het Centraal Eindexamen

Misschien zit DE gouden tip erbij voor jou!

Slide 3 - Slide

Dagplanning 
08:30 -  start met algemene tips
08:40-09:30 - zelfstandig lezen en opdrachten maken van WEER EN KLIMAAT
09:30-09:45 - pauze

09:45-10:15 - bespreken WEER EN KLIMAAT
10:15-11:00 - zelfstandig lezen en maken BEVOLING EN RUIMTE 
11:00-11:30 - pauze

11:30-12:00 - bespreken BEVOLKING EN RUIMTE 
12:00-12: 45 - WATER- 2 filmpjes en LessonUp 

Slide 4 - Slide

Weer & Klimaat

Slide 5 - Mind map

Water

Slide 6 - Mind map

Bevolking & Ruimte

Slide 7 - Mind map

Eerst het volgende...
Bij het examen hoort een correctievoorschrift.
Docent (1e corrector) en 2e corrector (AK docent ergens in NL) moet zich hier aan houden - is de wet!

Hoe moet ik nakijken? Met andere woorden: waar moet JIJ op letten als je je examen maakt?

Slide 8 - Slide

Tip 1: Leer niet alles in 1x
Herhaling is goud.
Probeer per thema te leren! 
Maak een planning

Slide 9 - Slide

Tip 2: Wissel lezen en kijken/luisteren af



 Voor filmpjes met extra uitleg over de examenstof:
Kijk op de gedeelde lessen via classroom

Slide 10 - Slide

Tip 3: Oefenen, oefenen, oefenen


Maak een oud aardrijkskunde examen.
Maak (nog een keer) vragen uit je werkboek.

Slide 11 - Slide

Tip 4: Lees de vraag goed en sla geen vragen over!

Weet je het niet, gok!
Doordat je niks op opschrijft, mis je punten.
Doe wat de vraag van je verwacht.

Slide 12 - Slide

Tip 5: Schrijf op wat je weet en wees nauwkeurig en uitgebreid in je beantwoording




Gebruik de windrichtingen.
Gebruik de juiste landen/gebieden.

Slide 13 - Slide

Aan het werk
Wat: Examenoverzicht boekje

Wat nog meer: schrijf de moeilijke onderwerpen/begrippen op, waar je extra uitleg van wil.

Hoe: zelfstandig in STILTE (Dat doe je namelijk bij het Centraal Examen ook 😉)

Klaar? versterk jezelf

Tijd: timer


timer
50:00

Slide 14 - Slide

Wat zie je hier?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop
D
Delta

Slide 15 - Quiz

Wat is sedimentatie?
A
Het afzetten van materiaal door de rivier of zee
B
Het sneller stromen van de rivier in de bergen
C
Het ontstaan van een delta
D
Het afremmen van de rivier in de benedenloop

Slide 16 - Quiz

Welke soort vervuiling?
A
Organische vervuiling
B
Chemische vervuiling
C
Thermische vervuiling

Slide 17 - Quiz

Welke hoofdtaak van de waterschappen zie je op de foto?
A
zorgen voor goede waterkwantiteit
B
zorgen voor goede waterkwaliteit
C
zorgen voor goede waterkeringen
D
rivieren bevaarbaar houden

Slide 18 - Quiz

Sleep de woorden naar de goede plek in de tekening
Boezem
Binnenwater
Buitenwater

Slide 19 - Drag question

Sleep de oplossingen om de rivier de ruimte te geven op de juiste plaats
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Nevengeul
Uiterwaardverlaging
Kribverlaging

Slide 20 - Drag question

Korte kringloop
Lange kringloop
Korte 
Kringloop
Bovenloop
Benedenloop

Slide 21 - Drag question

Als water gaat bevriezen, welke vorm krijgt het dan?
A
Vloeibaar
B
Gasvormig
C
Vast
D
Blijft gewoon water

Slide 22 - Quiz

Uit welke twee soorten water wordt in ons land drinkwater gemaakt?
A
rivier en zeewater
B
grondwater en zeewater
C
grondwater en zout oppervlaktewater
D
grondwater en zoet oppervlaktewater

Slide 23 - Quiz

Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?
A
1= zout water 2= zoet water 3= brak water
B
1 = zoet water 2= zout water 3= brak water
C
1= brak water 2= zoet water 3= zout water
D
1= zoet water 2= brak water 3= zout water

Slide 24 - Quiz

Winterdijk
Zomerdijk
Uiterwaard
Kribben
Komgronden
Oeverwal

Slide 25 - Drag question

Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?
A
Beregening
B
Druppelirrigatie
C
Oppervlakte-irrigatie
D
Kanaalirrigatie

Slide 26 - Quiz

Wat zie je op de foto?
A
Aquifer
B
Wadi
C
Fatamorgana
D
Oase

Slide 27 - Quiz

Waar haalt Israel het zoete water niet vandaan?
A
Meer van Kinneret
B
Rivier de Jordaan
C
Aquifers
D
Dode Zee

Slide 28 - Quiz

Een aquifer is een duurzame waterbron..
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

In China is de hoeveelheid water ongelijk verdeeld, waar is een overschot aan water?
A
Noorden
B
Oosten
C
Zuiden
D
Westen

Slide 30 - Quiz

De Huang He heeft heel veel vruchtbare grond in het Noord-Chinese Laagland neergelegd.

→ Wat is de belangrijkste oorzaak van die sterke sedimentatie?



A
Sterke bodemerosie in de bovenloop en een lage stroomsnelheid in de benedenloop.
B
Een sterke stroming in de bovenloop en een groot hoogteverschil in de benedenloop.
C
Veel neerslag in de bovenloop en weinig neerslag in de benedenloop.
D
Weinig water in de bovenloop en een brede rivier in de benedenloop.

Slide 31 - Quiz

Wat zien we hier?
A
Een zandeiland
B
Een polder
C
Relatieve zeespiegelstijging
D
De zandmotor

Slide 32 - Quiz

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 33 - Drag question

Hoe noemen we dit water?
A
Grondwater
B
Oppervlaktewater
C
Cappilair water
D
Drinkwater

Slide 34 - Quiz

Zwart water is water van de douche, de wasmachine en de keuken.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Hoe komt de Gele Rivier aan zijn kleur?
A
Door de verffabriek die in de bovenloop staat
B
Door de lossgrond die de rivier in spoelt of waait
C
Door de chemische vervuiling van alle fabrieken
D
Door dat er veel water uit de rivier wordt gehaald voor irrigatie

Slide 36 - Quiz

In welk deel van China vindt veel geïrrigeerde landbouw plaats?
A
Oosten
B
Westen
C
Zuiden
D
Noorden

Slide 37 - Quiz

De plek waar een rivier uitkomt in zee heet de ...
A
Monding
B
Uitloopsel
C
Bovenloop
D
Rivierdelta

Slide 38 - Quiz

Waar of niet waar? Droogmakerijen heten zo omdat het meren waren die zijn drooggemaakt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 39 - Quiz

Het wegpompen van water uit polders heet ... ?
A
Pompen of verzuipen
B
Verpolderen
C
Kunstmatige afwatering
D
Kunstzinnige afwikkeling

Slide 40 - Quiz

Waar of niet waar? Reliëf is hoogteverschillen in een landschap
A
Waar
B
Niet waar

Slide 41 - Quiz

Waarom draagt ontbossing bij aan wateroverlast?
A
Bossen verdampen meer
B
Bossen houden water vast
C
Bossen verdampen minder
D
Bossen hebben niets te maken met wateroverlast

Slide 42 - Quiz

Wat is het verschil tussen een steppe en een woestijn?
A
In een woestijn groeit alleen maar gras, een steppe heeft ook bomen
B
In een steppe groeit nog gras, in een woestijn is het zelfs daar te droog voor
C
Er is geen verschil, het zijn allebei droge klimaten
D
Een woestijn is heter dan een steppe

Slide 43 - Quiz