herhalen thema 3 5H

Welkom!
Thema 3 vertering
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Thema 3 vertering

Slide 1 - Slide

Programma
Welkom
Binas
oefenvragen om te herhalen
oefenen op biologiepagina.nl
Vragen van jullie?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

verteren
Het kleiner maken van je voedsel noemen we verteren. Dit gebeurt op twee manieren mechanische vertering en chemische vertering. Deze twee mechanismen samen zorgen er voor dat je voedsel zo klein wordt gemaakt dat het tussen je cellen door kan.

mechanische vertering houd in dat je als een hak machine je eten klein kauwt. en chemische vertering betekent dat daar een stukje chemie aan te pas komt.

Slide 6 - Slide

de vorming van ATP
functie ATP: energiedrager

Slide 7 - Slide

Binas tabellen bij thema 3
82a vitaminen 
82c overzicht van de spijverteringsorganen
82e werking van de spijsverteringsenzymen!!!
82f meer info over de spijsverteringsenzymen
82g vertering van koolhydraten, vetten en eiwitten

Slide 8 - Slide

Herhalen met
oefenvragen

Slide 9 - Slide

Koolhydraten zijn:
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen
C
Organische stoffen
D
Anorganische stoffen

Slide 10 - Quiz

Welke voedingsstoffen zijn brandstoffen?
A
alle voedingsstoffen
B
koolhydraten
C
vetten
D
eiwitten

Slide 11 - Quiz

Voedingsvezels zijn voedingsstoffen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Welke spieren werken bij een peristaltische beweging?
A
Lengtespieren
B
Breedtespieren
C
Kringspieren
D
Darmspieren

Slide 13 - Quiz

Welke stoffen heb je nodig om te voorkomen dat je een gebreksziekten krijgt?
A
Beschermende stoffen
B
Bouwstoffen
C
Brandstoffen

Slide 14 - Quiz

Uit alleen glucose kan een plant de volgende stoffen maken
A
vetten
B
vetten, zetmeel
C
vetten, zetmeel, aminozuren
D
vetten, zetmeel, aminozuren, eiwitten

Slide 15 - Quiz

Wat is gezonder voor
de mens, verzadigde vetten of onverzadigde vetten?
A
Verzadigde vetten
B
Onverzadigde vetten

Slide 16 - Quiz

Wat is vertering?
A
Energie in voedingsstoffen gebruiken om te bewegen
B
Voedingsstoffen opnemen in het bloed (of lymfe)
C
Voedingsstoffen gebruiken om cellen te bouwen
D
Voedingsstoffen klein maken

Slide 17 - Quiz

Wat is het verschil tussen chemische vertering en mechanische vertering?

Slide 18 - Open question

Welke verteringssappen
ken je?

Slide 19 - Mind map

Wat is waar over enzymen?
A
Enzymen zijn niet afhankelijk van de zuurgraad
B
Enzymen zijn afhankelijk van de temperatuur
C
Enzymen zijn niet specifiek
D
Enzymen moet je eten

Slide 20 - Quiz

In welk deel worden GEEN verteringssappen toegevoegd?
A
Mondholte
B
Slokdarm
C
Maag
D
Dunne darm

Slide 21 - Quiz

Van welke stof begint de vertering al in de mond
A
Eiwit
B
Glucose
C
Vet
D
Zetmeel

Slide 22 - Quiz

Vier groepen voedingsstoffen
Er zijn vier hoofdgroepen voedingsstoffen.

  1. Bouwstoffen
  2. Brandstoffen
  3. Reservestoffen
  4. Beschermende stoffen. 

Slide 23 - Slide

Kennen/kunnen
  • verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • 6 groepen voedingsstoffen
  • functies van voedingsstoffen benoemen
  • uitleggen wat een indicator is

Slide 24 - Slide

Wat zit er in je eten?
  • Alles wat je eet en drinkt zijn voedingsmiddelen.

  • Voedingsmiddelen bestaan uit voedingsstoffen.

  • Voedingsvezels zijn GEEN voedingsstoffen, maar zijn wel belangrijk!

Slide 25 - Slide

Voedingsstoffen
Er zijn 6 verschillende soorten voedingsstoffen:
  1. Koolhydraten
  2. Eiwitten
  3. Vetten
  4. Water
  5. Mineralen
  6. Vitaminen

Slide 26 - Slide

Voor de vertering van welke stof is gal nodig?
A
Eiwit
B
Vet
C
Koolhydraat
D
Vitamine

Slide 27 - Quiz

De meeste eiwitten worden in het verteringsstelsel volledig verteerd. Drie organen van het verteringsstelsel zijn; maag, dunne darm en alvleesklier.
Welke van deze organen produceert of produceren enzymen met een functie bij de eiwit vertering
A
maag
B
maag en dunne darm
C
maag, alvleesklier en dunne darm
D
dunne darm en alvleesklier

Slide 28 - Quiz

Wat is GEEN verteringssap?
A
Speeksel
B
Gal
C
Alvleessap
D
Darmsap

Slide 29 - Quiz

Darmsap verteert
A
Eiwitten
B
koolhydraten
C
alle twee!

Slide 30 - Quiz

De neusholte wordt afgesloten met de.....
A
Maagportier
B
Strotklepje
C
Huig
D
tong

Slide 31 - Quiz

Wat is de weg van het voedsel?
A
Mondholte, keelholte, slokdarm, maag, maagportier, twaalfvingerige darm, dunnedarm
B
Mondholte, keelholte, slokdarm, maag, maagportier, dunne darm, twaalfvingerige darm
C
Keelholte, mondholte, slokdarm, maag, maagportier, twaalfvingerige darm, dunnedarm
D
keelholte, mondholte, slokdarm, maag, maagportier, dunne darm, twaalfvingerige darm

Slide 32 - Quiz

Wat is de minst belangrijke functie van de dunne darm?
A
Vertering van voedingsstoffen
B
Resorptie van voedingsstoffen
C
Resorptie van water
D
Productie van verteringsenzymen

Slide 33 - Quiz

Waarvoor dient
de dikke darm?

Slide 34 - Mind map

Welke adviezen voor gezonde voeding ken je?

Slide 35 - Open question

What's next?
Ga naar biologiepagina.nl, blijf ook ingelogd in lessonup
Kies voor 5H --> vertering
Kies voor oefenen -->examenoefening 1 voeding en vertering (of als je die al gemaakt hebt kies je voor 2)
Overleg in de breakoutroom over de vragen
Vragen? aan Dimphy

Slide 36 - Slide

Heb je vertrouwen in de toets?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll

Bedankt voor de aandacht






Veel succes in de toetsweek!

Slide 38 - Slide