Hoofdstuk 4 observatie

timer
1:00
Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 29
next
Slide 1: Mind map
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

timer
1:00
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Mind map

Les 3
Hoofdstuk 4 Observatie
blz 41-61

leerdoel:
Ik weet aan het einde van de les wat observeren is en kan verschillende manieren van observeren noemen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Observeren
Je kijkt hoe een client zich gedraagt en hoe het met hem gaat.

werkwijzen:
beschrijvende observatie: alles wat je ziet (nadeel: subjectief)
observatieschema: tellen
beoordelingsschaal/vragenlijst (bv pijnscorelijst)

Wat kun je observeren in de zorg?

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Vitale functies
lichaamsfuncties om de mens in leven te houden:
  • Ademhaling
  • circulatie (hartslag en bloeddruk)
  • temperatuur
  • bewustzijn

Slide 7 - Slide

Ademhaling
je ademt zuurstof in en kooldioxide uit via de luchtwegen;

luchtwegen: neus en mondholte, keelholte, strottenhoofd en de luchtpijp, twee hoofdbronchien, kleine bronchien, longblaasjes.
zuurstof gaat het bloed in en koolzuur gaat het bloed uit

Slide 8 - Slide

Observeren ademhaling
  • snelheid meten (per minuut)
  • diepte en gelijkmatigheid bekijken
  • ritme (pauzes)
  •  luisteren

je observeert de ademhaling altijd zonder dat de client dit weet!!

Slide 9 - Slide

Het hart
het hart pompt bloed rond in het lichaam
in het bloed zitten voedingsstoffen en zuurstof voor de organen en spieren


Slide 10 - Slide

het hart

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

de bloedsomloop

Slide 13 - Slide

de hartslag
waarnemen bij: 
de slaap
de hals
de pols (meestal)
de lies

tel per minuut en nooit met je eigen duim!!

Slide 14 - Slide

tellen van de hartslag
frequentie (aantal slagen per minuut)
ritme (tussenpozen, regelmatig/onregelmatig)
kracht (sterk?)

zoek het protocol op vilansprotocollen

Slide 15 - Slide

lichaamstemperatuur
36-37,5 graden celsius

onderkoeling= te lage temperatuur. spieren gaan trillen, kippenvel
koorts= te hoge temperatuur: zweten, hart sneller kloppen

afwijking is vaak een infectie

Slide 16 - Slide

koorts
37,5 = verhoging
38= koorts 
polsfrequentie gaat omhoog
virussen en bacterien gaan dood

zoek op uit welke 3 stadia koorts bestaat

Slide 17 - Slide

meten van de lichaamstemperatuur
  • rectaal (anus)
  • tympaan (oor)
  • sublinguaal/oraal (onder de tong)
  • axillair (onder de oksel)
noteer altijd hoe je hebt gemeten!

welke is het meest nauwkeurig?
welke is snel?

Slide 18 - Slide

het bewustzijn
hoe reageert iemand?

AVPU methode:
A= Alert (bewust van omgeving en tijd)
V= verbal (reageert op aanspreken maar niet op omgeving)
P=pain (reactie alleen op pijnprikkels)
U=unresponsive (bewusteloos, reageert niet)

Slide 19 - Slide

huiswerk
opdracht 1, 3,4,6,7,8,9,10,12,13,14,15,16,18,19

volgende keer: hoofdstuk 5 ziektes

Slide 20 - Slide

welke vitale functies ken je nog?

Slide 21 - Open question

Hoe groot is je hart?

Slide 22 - Open question

welk onderdelen van het hart ken je?

Slide 23 - Open question

waar meet je de hartslag?

Slide 24 - Open question

welke temperatuur is koorts?

Slide 25 - Open question

wat is de meest betrouwbare manier om de temperatuur te meten?

Slide 26 - Open question

bewustzijn controleren doen we volgens welke methode?

Slide 27 - Open question

timer
1:00
Wat heb jij onthouden?

Slide 28 - Mind map

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll