H1 Krachten

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Een kracht tekenen

Een kracht heeft een

- grootte

- richting en

- aangrijpingspunt.

Een grootheid met deze eigenschappen wordt een vector genoemd.

aangrijpingspunt spierkracht

aangrijpingspunt zwaartekracht (gewicht)

aangrijpingspunt wrijvingskracht

Wat is een kracht?

F = Kracht [N]

m = massa [kg] 

Zwaartekracht

Veerkracht

Spankracht

Soorten krachten

Zwaartekracht

Veerkracht

Spankracht

Spierkracht

Magnetische kracht

Elektrische kracht

Magnetische kracht

Normaalkracht (Fn)

normaalkracht maakt evenwicht met de zwaartekracht

De Normaalkracht

Touwtrekken. Wie wint?

Nettokracht

Bij de vorige afbeelding wint de linkerpartij. Zij hebben meer kracht dan de partij aan de rechterkant.

De nettokracht ( Fnetto) is hier:

Fnetto = 1100 - 800 = 300N naar links

Wat is de nettokracht in de vorige situatie?

1. 50 N
2. 100 N
3. 0 N
4. - 50 N

Wat is de nettokracht in de vorige situatie?

1. 80 N
2. 30 N
3. 20 N
4. -20 N

Nettokracht

In dit plaatje werken de krachten dezelfde kant op.

Nu is de nettokracht:

Fnetto=70 + 50 = 120 N

Nettokracht

De nettokracht van twee krachten kun je vinden door:

• tegengesteld gerichte krachten van elkaar af te trekken
• gelijkgerichte krachten bij elkaar op te tellen.

Nettokracht

Even oefenen

Wat is de nettokracht in de vorige situatie?

1. 31 N
2. 105 N
3. 101 N
4. 35 N

Hugo duwt tegen een klapdeur met 180 N.

Els en Lies proberen de deur tegen te houden. Ze duwen beide met 95 N.

Wie is sterker?

Wat is de nettokracht in de vorige situatie? En wie is sterker?

1. Fnetto = 0 N
2. Fnetto = 10 N voor Hugo
3. Fnetto = 30 N voor Els en Lies
4. Fnetto = 10 N voor Lies en Els

Kracht

Wat is de nettokracht in de vorige situatie?

1. 80N naar rechts
2. 50 N naar recht
3. 30 N naar rechts
4. 20 N naar links

wrijvingskracht

veerkracht

zwaartekracht

elektrostatische kracht

spierkracht

Maak:

van boek A:

Hoofdstuk 10 - Werktuigen

Paragraaf 1: Krachten

Opdracht 1 t/m 15 (start op blz 76)