2021-2022 2.4 Optellen en aftrekken

Wat gaan we doen vandaag?
welkom
vragen over huiswerk?
Wat heb je al geleerd?
wat ga je leren? 
uitleg 2.4
huiswerk maken
leerdoelen behaald?
Telefoon in telefoontas!

H2 : Getallen
2.1 Getallen
2.2 Afronden
2.3 Bewerkingen
2.4 Optellen en aftrekken
2.5 Breuken optellen en aftrekken
2.6 Vermenigvuldigen met breuken
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Wat gaan we doen vandaag?
welkom
vragen over huiswerk?
Wat heb je al geleerd?
wat ga je leren? 
uitleg 2.4
huiswerk maken
leerdoelen behaald?
Telefoon in telefoontas!

H2 : Getallen
2.1 Getallen
2.2 Afronden
2.3 Bewerkingen
2.4 Optellen en aftrekken
2.5 Breuken optellen en aftrekken
2.6 Vermenigvuldigen met breuken

Slide 1 - Slide

nakijken
Heb je alles nagekeken?
Vragen?

Slide 2 - Slide

Herhaling
rekenvolgorde? tussenstappen....
a.  31 - (7+1) ⋅ 4 = 
b. (5 - 3) ⋅ 10 - 8 : (11-3) = 

Slide 3 - Slide

Hoeveel is de waarde van de 3 in
305.678?
A
30.000
B
3.000
C
3
D
300.000

Slide 4 - Quiz

schrijft in getallen
9,3 miljard
A
930.000.000
B
9.300.000.000
C
93.000.000.000
D
930.000.000.000

Slide 5 - Quiz

Waar hoort de 0 bij?
A
Positief getallen
B
Negatief getallen
C
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

Wat is een negatief getal?
A
Alle getallen > 0
B
Alle getallen < 0
C
Alle getallen die kleiner of gelijk zijn dan 0
D
Alle breuken

Slide 7 - Quiz

Hoe noemen de de getallen bij een product
A
Termen
B
Factoren
C
Onderdelen
D
Stukjes

Slide 8 - Quiz

Bij een quotiënt vermenigvuldig je getallen met elkaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Welk van deze getallen is het product?
4 x 363 = 1452
A
4
B
1452
C
x
D
363

Slide 10 - Quiz

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 11 - Quiz

Afronden op een heel getal:
7,6
A
7
B
8
C
7,5
D
6

Slide 12 - Quiz

Afronden op twee cijfers achter de komma.
4,5749 wordt:
A
4,57
B
4,56
C
4,55
D
4,60

Slide 13 - Quiz

De delers van 12 zijn:
A
2, 3, 4, 6
B
1, 2, 3, 4, 6, 12
C
3, 4 en 6
D
1, 2, 3, 4 en 12

Slide 14 - Quiz

Rekenvolgorde
Op de tweede plaats
Op de eerste plaats
Op de derde plaats
De som tussen de haakjes
+
-
x
:

Slide 15 - Drag question

Wat ga je leren?

Aan het einde van de les weet je:

Je weet het verschil tussen een positief en een negatief getal.

Je kunt positieve en negatieve getallen optellen.

Je kunt meerdere positieve en negatieve getallen bij elkaar optellen.

Je kunt positieve en negatieve getallen van elkaar afhalen.

Je kent de tekens voor groter dan, kleiner dan en is gelijk aan en kunt deze gebruiken.



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Huiswerk

NAKIJKEN!


maken paragraaf 2.4:

 v.a.  blz 88:  57, 60 t/m 63, 68 t/m 72


EN 75 t/m 81




timer
1:00

Slide 28 - Slide

wat heb je geleerd?
Waar gebruik je negatieve getallen bij?

8 + -5 =

8- - 5 = 

Slide 29 - Slide