woordenschat 1.1

• Woordenschat
• Basisschool
• Groep 7

Waar denk jij aan bij
'de buurt'?

Je leert, oefent vandaag met de woorden die passen bij 'de buurt'.

Waar is de volgorde van
klein naar groot goed?

1. buurt - wijk - dorp
2. dorp - wijk - buurt
3. buurt - dorp - wijk

Wat is de betekenis van bereikbaar?

1. Ergens niet kunnen komen.
2. Ergens kunnen komen.

Wat is de goede omschrijving voor
'de buurt'?

1. De omgeving waarin je werkt.
2. De omgeving in je huis.
3. De omgeving waarin je woont.

Wat is de betekenis van het woord
'huurhuis'?

1. Een huis dat je koopt.
2. Een huis dat je leent.
3. Een huis dat je verkoopt.

Wat is de juiste betekenis van de aantekening?

1. Dat wat je leest.
2. Dat wat je opschrijft.
3. Dat wat je zegt.

De betekenis van maximaal is...

1. Het meeste of het hoogste.
2. Het minste of het laagste.

De nieuwbouwwijk is...

1. ... een wijk waar nieuwe mensen komen wonen.
2. ... een wijk waar nieuwe bouwvakkers werken.
3. ... een wijk waar nieuwe huizen en wegen zijn.

Openbaar =

1. Wat iedereen kan gebruiken.
2. Wat niemand mag gebruiken.
3. Alleen voor mensen die niet naar de kerk gaan.

Schaars is een ander woord voor...

1. Veel.
2. Weinig.
3. Te veel.
4. Niks.

Met een transportmiddel kun je...

1. Niets of niemand van de ene naar de andere plaats brengen.
2. Iets of iemand van de ene naar de andere plaats brengen.

Het verkeer =

1. Alle vervoersmiddelen die de weg gebruiken.
2. Alle personen die de weg gebruiken.
3. Alle personen en vervoersmiddelen die de weg gebruiken.

Welke woorden horen er bij
'de woning'?

1. flat
2. villa
3. hutje
4. vakantiehuisje

Wat hoort er bij
'openbaar groen'?

1. Plantsoen.
2. Duinen.
3. Bos.
4. Jouw tuin.

Snappet

Ik weet de betekenis van de woorden die passen bij het thema
'de buurt'.

1. Jazeker!
2. Nou nee...
3. Nog niet allemaal.