2.1 Lineaire verbanden

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 2: verbanden

Invoegen plattegrond op niveau

opgave 48

Je leert:

• hoe je een formule bij een lineair verband opstelt
• hoe je lineaire vergelijkingen oplost met de balansmethode 

In y = ax + b staat de a voor ... en de b voor .....

1. richtingscoëfficiënt, begingetal
2. hellingsgetal, startgetal
3. begingetal, hellingsgetal
4. startgetal, begingetal

Lineair verband

Recht evenredig verband

Richtingscoëfficiënt

Snijpunt y-as

Evenwijdig

y= ax + b

(0,b)

a = 

y = 2x en 

y = 2x - 4

y = ax

Wat is de
richtingscoëfficiënt
van deze grafiek?

1. 0,5
2. -0,5
3. -2
4. 2

Wat is de
richtingscoëfficiënt
van deze grafiek?

1. 3,5
2. -3,5
3. -0,29
4. 0,29

Stel de formule van de rode grafiek op.

Schrijf de hele berekening op!

Wat is de oplossing van deze vergelijking:
-3x + 8 = 2x - 12

1. x = 20
2. x = -4
3. x = 2
4. x = 4

De oplossing van de vergelijking
8(x-1) = -2x + 12 is ...

De functie: y=2x+5
rc=richtingscoëffiënt
sp=snijpunt y-as

1. rc=5 sp (5,0)
2. rc=2 sp (5,0)
3. rc=5 sp (0,5)
4. rc=2 sp (0,5)

Geef de formule:

Geef de formule:

Los de vergelijking op
2x=14

Los de vergelijking op:
7x+2=3x-6

Aantekening 2.1

Lineaire vergelijkingen oplossen:

Gebruik de balansmethode, eerst haakjes en breuken wegwerken.

GR mee volgende LES!!

Maken en nakijken

Voorkennis + &2.1