4BB Paragraaf 2.2 Hou jij het overzicht

1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 2
Geld genoeg?
2.1 Budgetteren kun je leren?
2.1 Welke inkomsten en uitgaven heb je? (BB)
2.2 Geld moet rollen (BB 2.3)
2.3 Ga je sparen of beleggen?
2.2 Hou jij het overzicht (BB)
2.4 Wie leent, maakt schulden

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Huiswerk bespreken
  • Leerdoelen paragraaf 2.2
  • Instructie 2.2
  • Aan de slag met paragraaf 2.2
  • Evaluatie van de leerdoelen
  • Afsluiten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen van 2.2
Na deze les weet ik...
  • ..hoe je een begroting opstelt
  • op welke manieren je een tekort op je begroting kunt oplossen
  • hoe je een reservering berekent
  • hoe je de prijs per kilometer berekent

Slide 5 - Slide

Begroting
Om te zien of je uitkomt met je geld, ga je budgetteren
     = Het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven.
 
Je maakt daarvoor een begroting of budgetplan. Dat is een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.

Slide 6 - Slide

Overschot of tekort?
Inkomsten zijn hoger dan je uitgaven = begrotingsoverschot
Uitgaven zijn hoger dan je inkomsten = begrotingstekort
Zo’n tekort kun je op drie manieren oplossen:
  • Zorgen voor meer inkomen
  • Minder uitgeven (bezuinigen)
  • Geld lenen


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Reserveren
Je zet geld opzij om grote of onverwachte uitgaven mee te betalen.

Slide 9 - Slide

Voorbeeld
  • Joey wil deze tent over twee jaar kopen.
  • Hoeveel moet Joey per maand reserveren?

  • Twee jaar = 24 maanden.
  • € 546 ÷ 24 = € 22,75 per maand



 



Slide 10 - Slide

Autokosten
  • Als je een auto gekocht hebt, krijg je te maken met de volgende kosten:
  • brandstof of elektriciteit
  • verzekering
  • wegenbelasting
  • onderhoud en reparatie
  • Net als bij een begroting reken je zo nodig alle bedragen om naar een eenzelfde periode.
  • De totale kosten deel je door het aantal gereden kilometers.

Slide 11 - Slide




Zijn er nog vragen?

Slide 12 - Slide


Werk de rest van de tijd aan de opdrachten van 2.2

Ben je eerder klaar en vind je het rekenen nog lastig? Kijk dan op bladzijde 64 en 65.

Slide 13 - Slide

Leerdoelen van 2.2
Na deze les weet ik...
  • ..hoe je een begroting opstelt
  • op welke manieren je een tekort op je begroting kunt oplossen
  • hoe je een reservering berekent
  • hoe je de prijs per kilometer berekent

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide