Beweging: Eenparige beweging


Eenparige beweging
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMBOStudiejaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Eenparige beweging

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na het volgen van de les kun je:
  • uitleggen wat een referentiestelsel is en wat verplaatsing inhoudt.
  • de gemiddelde vectoriele snelheid kunnen berekenen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

punt-deeltje

Slide 4 - Slide

Referentiestelsel 
Meting plaats, afstand of snelheid
5 km/h
85 km/h

Slide 5 - Slide

Assenstelsel

Slide 6 - Slide

Onderscheid tussen tussen afstand en verplaatsing van een voorwerp
Afstand = hoeveel je loopt

Verplaatsing = hoe ver je bent verplaatst

Slide 7 - Slide

Onderscheid tussen tussen afstand en verplaatsing van een voorwerp

Slide 8 - Slide

Onderscheid tussen tussen afstand en verplaatsing van een voorwerp
Grootheid: groote en richting

Slide 9 - Slide

Δx=x2x1

Slide 10 - Slide

Δx=x2x1=3010=20m

Slide 11 - Slide

Een voorwerp dat naar links beweegt

Slide 12 - Slide

Δx=x2x1=1030=20m

Slide 13 - Slide

Gemiddelde snelheid
v¯=ΔtΔx
of (s)

Slide 14 - Slide

Gemiddelde snelheid
v¯=ΔtΔx=t2t1x2x1

Slide 15 - Slide

Gemiddelde vectoriële snelheid
Gemiddelde snelheid = afstand / tijd

240 km in 3 uur

Slide 16 - Slide

Gemiddelde vectoriële snelheid
Gemiddelde snelheid = afstand / tijd
Gemiddelde vectoriële snelheid = (eindpositie-beginpositie) / tijd
240 km in 3 uur

Slide 17 - Slide

Afstand /tijd grafiek

Slide 18 - Slide

Vraag
De plaats van een hardloper wordt getekend als een beweging langs de x-as van een coördinatenstelsel. Gedurende een tijdsinterval van 3 seconde verandert de plaats van de hardloper van x1 = 50 m naar x2= 30,5 m, zoals hierboven weergegeven. Wat was de gemiddelde snelheid van de hardloper?

Slide 19 - Slide

Antwoord
                                                                         m

                                                           m/s
Δx=30,550=19,5
v¯=319,5=6,5

Slide 20 - Slide

Vraag
Welke afstand kan een fietser in 2,5 u langs een rechte weg afleggen als zijn gemiddelde snelheid 18 km/u is?

Slide 21 - Slide

Antwoord



                                                      Km
v¯=ΔtΔx
Δx=v¯Δv
182,5u=45

Slide 22 - Slide

Vraag
Een auto rijdt 100 km lang met een constante snelheid van 50 km/u. Vervolgens versnelt hij naar 100 km/u en rijdt nog eens 100 km. Wat is de gemiddelde snelheid van de auto bij deze tocht van 200 km?

Slide 23 - Slide

Antwoord


                                                                 Km/h of 18,6 m/s
v¯=ΔtΔx
3200=67

Slide 24 - Slide