1.4 uitkomen met je geld les 2

Uitkomen met je geld
1.4
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Uitkomen met je geld
1.4

Slide 1 - Slide

Planning
Terugblik vorige les
Uitleg 
Zelfstandig werken
Nabespreken

Slide 2 - Slide

Wat is inkomen?
A
Dit is het rentebedrag dat je krijgt van de bank.
B
Geld dat je te besteden hebt.
C
Geld dat je verdient of krijgt.
D
Loon of salaris.

Slide 3 - Quiz

Wat is geen vorm van inkomen?
A
Zakgeld
B
Boete
C
Uitkering
D
Loon

Slide 4 - Quiz

Wat voor inkomen verdien je met je eigen bedrijf?
A
Loon
B
Salaris
C
Uitkering
D
Winst

Slide 5 - Quiz

Wat is een uitkering?
A
inkomen dat je van de overheid krijgt
B
inkomen dat je van de bank krijgt
C
inkomen dat je van je ouders krijgt
D
een ander woord voor salaris

Slide 6 - Quiz

Een ander woord voor salaris is loon
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat zijn vaste lasten?
A
overzicht van inkomsten en uitgaven
B
uitgaven die regelmatig terugkeren
C
uitgaven voor boodschappen
D
Uitgaven die je niet zo vaak doet

Slide 8 - Quiz

Wat zijn GEEN vaste lasten?
A
wekelijkse brood kopen bij de bakker
B
telefoonabonnement
C
lidmaatschap voetbal
D
huur

Slide 9 - Quiz

Wat hoort NIET bij
"dagelijkse uitgaven"?
A
drogist
B
telefoonrekening
C
boodschappen
D
benzine voor de auto

Slide 10 - Quiz

Op welke soort uitgave kan je moeilijk bezuinigen?
A
dagelijkse uitgaven
B
vaste lasten
C
incidentele uitgaven

Slide 11 - Quiz

Wat is een incidentele uitgave?
A
De huur
B
Melk voor het ontbijt
C
Bioscoopkaartje
D
Dagje pretpark

Slide 12 - Quiz

Uitkomen met je inkomen
Begroting
= Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven

Voor grote uitgaven kan je beter wat geld opzij zetten. 
Dit heet geld reserveren.

Slide 13 - Slide

Uitkomen met je geld
Begroting maken:
Overzicht van verwachte inkomsten en uitgaven.



Slide 14 - Slide

Begroting & budgetteren
Begroting
Een overzicht van je verwachte inkomsten en uitgaven voor de komende periode.
Budgetteren
Zorgen dat je uitgaven niet hoger worden dan je inkomsten

→ dus geen geld tekort komen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Je laat je vaatwasser repareren door iemand
A
Vaste lasten
B
Dagelijkse uitgaven
C
Incidentele uitgaven

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Video

Zelfstandig werken
Maken:
Opdracht 
8 t/m 11

Blz 36 t/m 37



timer
1:00

Slide 20 - Slide