Ja: dan stem je met de gene in die de vraag stelt.
Nee: dan stem je indirect in met de bewering.
Slide 13 - Slide
Wist u dat de heer Rutte de juiste stappen heeft genomen om tegen het coronavirus te strijden? Deze vraag stuurt je een bepaalde kant op en is dus suggestief. Formuleer deze vraag opnieuw.
Slide 14 - Open question
Formuleer zelf eens een suggestieve vraag.
Slide 15 - Open question
Controlevraag
Een controlevraag wordt gesteld om er achter te komen of je het juist hebt begrepen.
Bent u het met mij eens dat u vaker uw handen wast dan voorheen?
Slide 16 - Slide
Bent u met mij eens dat de heer Rutte juiste stappen heeft gezet?
Slide 17 - Open question
Doorvragen
Wanneer je een open vraag stelt, krijg je heel veel informatie, maar er zitten vaak verschillende onderdelen in.
Ik houd van alle soorten kaas! Je hebt een duidelijk antwoord.
Ik houd van kaas, maar niet van alle soorten kazen. Je hebt geen duidelijk antwoord.
Nu kun je een doorvraag stellen, van welke kazen houdt u?
Nu krijg je een duidelijk antwoord!
Bedenk vragen waar je duidelijk antwoord op kan krijgen!
Slide 18 - Slide
Voorbeeld Vraag: Wat doet u in uw vakantie? Antwoord: Ik ga vaak naar Oostenrijk. Welke vragen zou je kunnen stellen?
Slide 19 - Open question
Dubbelevragen
VrDubbele agen worden soms per ongeluk gebruikt.
Je stelt in één zin twee vragen. Je krijgt dan geen duidelijk antwoord op je vraag.
Vindt u dat de leerlingen op tijd aanwezig zijn in de les en dat ze altijd luisteren?
Je kan het beter splitsen.
Zijn de leerlingen op tijd aanwezig in de les?
Luisteren de leerlingen altijd in de les?
Zo heb je een beter beeld en is het ook makkelijker te analyseren.
Slide 20 - Slide
Bedenk een dubbele vraag, vervolgens maak je er twéé vragen van.