DISK thema 3 wonen - beginners (deel 3)

• NT2
• ISK

Welkom allemaal!

Wat gaan we doen?

* Woorden bij het huis

Welkom

Bij de eerste les Nederlands.

Welkom bij het vak Nederlands

Disk thema 3 Wonen

(beginner)

deel 3: laten - spullen

Welkom allemaal!

laten

• (nog) niet doen
•  werkwoord
• zin: Laat dat!
• zin: Ik laat het je weten.

Liggen

Ik lig

jij ?

hij/zij/het ligt

wij ?

jullie liggen

zij liggen

lopen

• Je benen gebruiken om vooruit te komen.
• werkwoord
• zin: Ik loop naar de supermarkt.
• zin: Wij lopen naar de sporthal. 

De bal is naast de doos.

netjes

• schoon en opgeruimd
• het hoort zo 
• Zin: Ik schrijf altijd netjes.
• Zin: De kast is netjes opgeruimd.

De bal is onder de doos.

overal

• op elke plaats, 
• op elke plek
• zin: In de herfst liggen overal blaadjes.
• zin: Er liggen overal spullen. 

de plek

• een plaats
• een ruimte
• zin: De slaapkamer is de plek om te slapen. 
• zin: Er is geen plek meer voor deze spullen.

de ruimte

• Een plaats in een gebouw
• Een plek in je huis
• Een lege plek
• de ruimte - de ruimtes
• zin: De gang is een ruimte in je huis.
• zin: Ik heb geen ruimte voor een nieuwe bank. 

schoonmaken

• wassen / poetsen
• zorgen dat iets niet meer vies is
• werkwoord
• zin: Ik heb de groente schoongemaakt.
• Je fiets is erg vies. Je moet hem eens schoonmaken.

de slaapkamer

• ruimte in huis
• staat je bed - je slaapt er
• slaapkamer - slaapkamers
• zin: Mijn slaapkamer is niet groot maar wel gezellig.
• zin: In haar slaapkamer is het donker.

slapen

 de soorten 

Er zijn veel soorten dieren

spullen

• het eigendom van iemand
  
• = verschillende dingen
• verkleinwoord: spulletjes
• Zin: Wil jij je spullen uit de kast pakken?
• Zin: Waar zijn de spullen van Mohammed?

Raadspelletje

Werk in tweetallen en raad de woorden van elkaars kaartje. Wie heeft de meeste goed?

Gebruik de woordenlijst (DISK thema 3 'wonen')

Zelfstandig werken

Disk 

thema 3 'wonen'

Klaar? Ga dan verder met Grammatica.

Wat is dit en waar doe je dit?

Je krijgt kaartjes van de docent.

Werk in tweetallen.

slapen

• diepe rust
• meestal 's nachts, in bed
• werkwoord
• zin: Ik slaap het beste in mijn eigen bed.
• zin: De baby slaapt. Ssttt! 
• zin: Ik heb me verslapen.

Kwartet spelen

Hoe speel je kwartet?