Bekijk alvast de volgende tekst.
Als je een deel van je inkomen niet uitgeeft, ben je aan het ......
Banken gebruiken spaargeld om weer aan anderen te ..........
Redenen om te sparen zijn: ........., ............. en ..............
Door inflatie wordt je spaargeld ....... waard.
Je kunt je spaargeld vastzetten op een .........; daarop krijg je een vaste rente. Op andere rekeningen is de rente .....
Als de rente niet bij je spaargeld wordt opgeteld, heb je .....rente. Als je "rente op rente" krijgt, heet dat ...... rente.