lesson 2

• Engels
• Voortgezet speciaal onderwijs

Unit 8 - lesson 2

Plan of today

• What did we learn last time?
  
• Learning goal of today 
  
• Instruction 
  
• Get to work  
  
• Evaluation
  

Choose the right word:

She _____ very late.

1. was
2. were

Choose the right word

My parents ______ in the States.

1. was
2. were

Translate to English:
geloven

Translate to English:
logeerpartijtje

Translate to Dutch:
ignore

Translate to Dutch:
schei uit

Translate to English:
U lijkt precies op Amy's vader!

Learning Goal

What is the learning goal of today?

• I can use the plural forms of words.
• Ik kan de meervoudsvorm van woorden gebruiken.

What do you know about the learning goal? 

How are we going to reach the learning goal? 

• You will follow an instruction (5 minutes)
  
• You will work on the workbook exercises (20 min.)

Meervoud: meer dan één

In het Nederlands:

Week         - >            weken

Droom      ->             dromen

In het Engels:

Week         ->             weeks

Dream      ->             dreams

Holiday    ->             holidays

Er komt een -s bij!

Meervoud: meer dan één

Bij sommige woorden veranderd het anders:

hero    -> heroes

child   -> children

lady     -> ladies

wife    -> wives

Schrijf de getallen voluit en het meervoud erachter:

knife (24)

Schrijf de getallen voluit en het meervoud erachter:

article (87)

Get to work!

• Je maakt opdracht 6 t/m 10 van unit 8. Gebruik de helpdesk op pagina 110.

• Bij vragen steek je je hand op in stilte. De docent komt je helpen. 

• Je kijkt de gemaakte opdrachten na met het antwoordenboek. 

• Als je helemaal klaar bent, doe je wat voor jezelf (lezen, tekenen, niet op mobiel...)

EVALUATION

How many are there:

week (12)

baby (36)

nail (64)