Examenstrategie 2: Meerkeuze Vragen

Examenstrategie 2:
Meerkeuze Vragen
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Examenstrategie 2:
Meerkeuze Vragen

Slide 1 - Slide

Meerkeuze Vragen:
- Eindexamen bestaat voor 90% uit meerkeuze vragen

- Wel/niet vragen, gap-fill vragen, maar vooral meerkeuze 
   vragen met langere antwoorden over verbanden / de inhoud
   van de tekst. 

Slide 2 - Slide

Stappenplan:
- Orienteer: titel, tussenkopjes, schrijver, plaatjes. 
- Lees eerst de vraag, daarna de tekst. 
- Wat is de kern van de vraag? Wat willen ze weten? 
- Omcirckel / streep / highlight de zin waar naar verwezen
   wordt in de vraag
- Lees het betreffende stuk & let op signaalwoorden (moreover,
   for example, ...) en functiewoorden (emphasise, illustrate, ...) 

Slide 3 - Slide

Stappenplan:
- Let extra op de eerste en laatste zin van een alinea, daarin 
   staat vaak de belangrijkste informatie. 
- Bedenk eerst zelf een antwoord op de vraag en zoek daarna 
   naar de best passende antwoordmogelijkheid. 
- Streep eventuele onzin antwoorden weg. 

Slide 4 - Slide

Algemene tips:
- Meerkeuze vragen staan altijd op volgorde van de tekst. Lees 
   dus eerst de vraag en daarna een stuk van de tekst, dan lees
   je vanzelf het hele artikel. 
- De antwoordmogelijkheden staan op alfabetische volgorde, 
   dus 5x B achter elkaar kan. 
- Ga nooit af op je eigen kennis over het onderwerp. Kijk puur 
   alleen naar wat er in de tekst zelf staat. 

Slide 5 - Slide

Algemene tips:
- Bij het wegstrepen van antwoorden zijn er altijd twee onzin 
   antwoorden en twee mogelijke goede die op elkaar lijken. Let
   op woorden zoals veel / weinig  of dat één positief  / 
   negatief
 is, daar zit vaak het onderscheid. 
- Heb je tijd over: ga nog een keer terug naar de eerste vraag, 
   je hebt nu namelijk de hele tekst gelezen, misschien helpt 
   dit bij het beantwoorden ervan. 
  

Slide 6 - Slide

Veel voorkomende vragen:
- What is the main point made in paragraph 4? 
- What becomes clear from paragraph 4? 
- Which of the following summarises the author's main point 
   made in paragraph 4? 

= inhoud van een alinea

Slide 7 - Slide

Veel voorkomende vragen:
- Which of the following characterises paragraph 5? 
- What is the function of paragraph 5? 
- What is the purpose of paragraph 5? 

= de functie van een alinea (vaak in verhouding tot een 
    andere alinae), bijv. illustreren, tegenargument geven, enz. 

Slide 8 - Slide

Veel voorkomende vragen:
Soms zit het verschil in de antwoordmogelijkheden in 1 woord:
- To criticise theories behind ... 
- To explain the author's preference for ...
- To inform readres about ... 
- To warn people against ... 

Daarom staan dit soort woorden in je woordenlijst. 

Slide 9 - Slide

Veel voorkomende vragen:
Soms zit het verschil in de toon: 

- He considers it ... that has to be stopped.                = negatief
- He considers it ... not cause too much concern.   = neutraal
- He considers it ... an insult                                               = negatief
- He considers it ... a useful instrument                        = positief

Slide 10 - Slide