1.1 woordsoorten

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Nederlands woordsoorten

Nu nederlands 1.1

• Aandachtspunten periode 2 
   Instructie 1.1 en 1.2 
• Eventueel verlengde instructie
• Zelfstandig werken --> zie planning 

Wat gaan we doen vandaag:

Periode 2 : 

• 2 toetsen, voor beide minimaal 5,5 halen
• week 5: tijdens zelfstudie hoofdstuk 2
• week 8 (na de kerstvakantie): hoofdstuk 3 
• Periode 3 CE lezen, luisteren, kijken.
  Zelf oefenen in periode 2 via facet. 

Belangrijk: 

https://mbo-oefenomgeving.facet.onl/facet-openbaar-portaal/oefenen/examens/Nederlandse%20taal%203F

• Je herkent en benoemt verschillende woordsoorten.
• Je weet wat een zinsdeel is. 
• Je benoemt verschillende zinsdelen.

Leerdoelen vandaag: 

Weet je wat woordsoorten zijn en zo ja welke ken je? 

Een werkwoord zegt wat iemand of iets doet of overkomt (fietsen, schaken, vallen). 

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?

In de volle kast staan mappen.

1. in
2. volle
3. mappen
4. kast

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Ik moet nog vaak aan dat ontzettend leuke uitstapje denken.

Wat is het zelfstandig werkwoord in deze zin?

1. uitstapje
2. moet
3. ontzettend
4. denken

Ik moet nog vaak aan dat ontzettend leuke uitstapje denken.

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?

1. uitstapje
2. moet
3. ontzettend
4. leuke

Ik moet nog vaak aan dat ontzettend leuke uitstapje denken.

Wat is een werkwoord in deze zin?

1. uitstapje
2. moet
3. denken
4. leuke

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het ...

1. gezegde
2. werkwoordelijk gezegde
3. onderwerp
4. zelfstandig naamwoord

IJskoude is een bijvoeglijk naamwoord

1. Waar
2. Niet waar